3 jaar geleden

Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (25)

Maar David zei in zijn hart: Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. Er is voor mij niets beters te doen dan met spoed te ontkomen naar het land van de Filistijnen. Dan zal Saul zijn hoop omtrent mij opgeven om mij nog langer te zoeken in heel het gebied van Israël, en zo zal ik uit zijn hand ontkomen” (1 Sam. 27:1).

Men zegt wel eens: “Soms als je helemaal alleen bent ben je in slecht gezelschap!” We vinden dit waar bij David in 1 Samuël 27. Ons vers begint een droevige periode voor David. Hij was niet helemaal alleen, maar hij overlegde met zichzelf en kreeg een slecht advies. Hij heeft het misschien niet hardop gezegd; hij heeft het misschien nooit tegen iemand anders gezegd; misschien heeft hij het zelfs niet tegen God gezegd. Maar hij redeneerde in zijn eigen hart: “Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. Er is voor mij niets beters te doen dan met spoed te ontkomen naar het land van de Filistijnen. Dan zal Saul zijn hoop omtrent mij opgeven om mij nog langer te zoeken in heel het gebied van Israël, en zo zal ik uit zijn hand ontkomen.” Davids plan om een verbond te sluiten met de Filistijnen ging van kwaad tot erger. Het eindigde met het verlies van alles wat David en zijn mannen hadden, inclusief hun families die te Ziklag waren achtergebleven.

We gebruiken de uitdrukking van iemand: “Ze praten tegen zichzelf.” Soms kan dit een slechte zaak zijn, afhankelijk van hoe we onszelf antwoorden! De man in Lukas 12 vers 18 zei tegen zichzelf: “Dit zal ik doen: Ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen, en ik zal daar al mijn gewas en mijn goederen opslaan.” De man uit Lukas 7 vers 39, die over de Heer Jezus sprak, zei in zijn hart: “Als Deze een profeet was, zou Hij wel weten wie en wat voor een vrouw het is, die Hem aanraakt, want zij is een zondares.”

David, blijft tot zichzelf spreken, maar leerde van deze zeer kostbare les. In Psalm 42 vers 6 schrijft hij: “Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven voor de volkomen verlossing van Zijn aangezicht.” David leerde niet te luisteren naar zijn eigen raad. Hij leerde waarheen hij zich moest wenden in tijden van diepe benauwdheid. Dit is de waarheid van Spreuken 3 vers 5-6: “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken.” David zou ieder van ons aanmoedigen in de nachtelijke seizoenen van het leven, om onze leiding en richting voor de volgende stap bij de Heer te zoeken. Hij schrijft: “Ik zal de Heer zegenen die mij raad heeft gegeven, want mijn verstand onderwijst mij in de nacht.

Tim Hadley Sr.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW