“Toen stuurde Izebel een bode naar Elia om te zeggen: De goden mogen zó en nog erger met mij doen, als ik morgen om deze tijd uw leven niet zal maken als het leven van één van hen. Toen hij dat zag, stond hij op en vluchtte voor zijn leven. Hij kwam in Berseba, dat aan Juda toebehoort, en liet zijn knecht daar achter” (1 Kon. 19:2-3)
Jakobus 5 vers 17 zegt ons dat Elia een man was met een natuur als de onze. Vaak kijken wij naar hem en andere mannen van God als “super-heiligen.” Wij beschouwen hen als mensen van een andere categorie, misschien als iemand die nooit ontmoedigd werd, depressief werd of wanhopig werd. Maar de Schrift is duidelijk: hoewel Elia zijn leven lang een groot geloof in de Heer heeft getoond, heeft hij ook momenten gehad waarop hij ontmoedigd raakte en het gevoel had het op te geven.
Ons vers beschrijft een van die momenten, in feite licht het hele hoofdstuk een tipje van de sluier op over een gebied van Elia’s leven waar we niet vaak over horen spreken. Hoofdstuk 19 volgt op de grote overwinning van hoofdstuk 18. Elia boekte een geweldig geestelijk succes tegen de boosaardigheid van de profeten van Baäl. Op de berg Karmel toonde de Heer Zijn macht en kracht dat voor iedereen te zien was. In hoofdstuk 19 op de berg Horeb toont de Heer Zijn macht en kracht aan Elia. Maar om Zijn macht en kracht aan Elia te tonen, stond de Heer hem toe door diepten van de wanhoop te gaan.
Elia’s geestelijk succes op de berg Karmel leidde tot geestelijke vermoeidheid. Elia had in de geestelijke energie van de top van de Karmel naar Jizreël gerend, wat ongeveer 40-48 kilometer was. Hij rende zo snel, dat hij Achab’s strijdwagen voorbijstreefde. Fysiek moet Elia uitgeput zijn geweest en de vermoeidheid sloeg toe. Dit is precies wanneer angst een open deur heeft om onze gedachten te verslinden. Hij hoorde de dreigementen van Izebel om een eind aan zijn leven te maken, angst greep zijn hart en hij rende voor zijn leven. De dingen begonnen in een neerwaartse spiraal te komen voor Elia; hij begon teleurstelling te voelen, wat hem tot ontmoediging bracht, wat hem tot depressie leidde. Elia verliet zijn knecht in Berseba en ging nog een dag reizen, alleen. Hij ging onder een bremstruik zitten en keek naar zichzelf en zei: “Het is genoeg. Neem nu mijn leven, HEERE, want ik ben niet beter dan mijn vaderen!” (1 Kon. 19:4). Zoals velen van ons, in plaats van even tot rust te komen in de tegenwoordigheid van de Heer, begon Elia gewoon zich te verliezen. In plaats van terug te keren naar een plaats van afhankelijkheid in gebed, liet hij zich door zijn gevoelens beheersen. Net als Elia kunnen ook wij denken, dat we helemaal alleen zijn, maar we zijn nooit alleen, de Heer is er om ons te bemoedigen door precies dat te geven wat we nodig hebben op het moment dat we het nodig hebben!
Tim Hadley Sr.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW