Bijbelcursus
6. De blindgeborene
Verplaats uzelf eens in de positie van de blinde man van Johannes 9. Hij had nog nooit de vriendelijke ogen van zijn moeder gezien. De blauwe lucht en de kleuren van de bloemen en planten waren hem onbekend. Hij kon niet lezen of schrijven. Hij kon niet eens in zijn eigen levensonderhoud voorzien. Wat was hij toch een arme, ongelukkige man!
* * *
1. Lees eerst Johannes 9 zorgvuldig door.
Wat moest de blinde man doen om niet te verhongeren?
………………………………………………………………………………………………………………………..
2. Het is ontroerend, dat Jezus deze man, die aan de kant van de weg zat, opmerkte en stil bleef staan. Hebben wij ook tijd voor ongelukkige mensen en helpen wij ze ook waar mogelijk? Kunt u voorbeelden geven van hoe u iemand zou kunnen helpen?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
3. Met welke vraag komen de discipelen?
………………………………………………………………………………………………………………………..
Jezus geeft nog een reden: deze man werd niet blind geboren omdat hij of zijn ouders hadden gezondigd, maar
………………………………………………………………………………………………………………………..
4. De Heer Jezus, de van God gezondene, was in de wereld. Hij was het Licht van de wereld. Het was nu helder daglicht en Hij moest werken, want
………………………………………………………………………………………………………………………..
5. In de verzen 6 en 7 lezen we hoe de ogen van de blinde man werden geopend. Het gebeurde op een heel bijzondere manier. De Heer streek
…………………………………………. uit over zijn ogen.
Op het eerste gezicht lijkt dit erg absurd, omdat zo’n brouwsel meestal de ogen beschadigt. Maar vergeet niet: het dwaze van God is wijzer dan de mensen. Dat we van het eeuwige oordeel kunnen worden gered door in een gekruisigde Christus te geloven, lijkt ook dwaas. En toch is het de enige manier om gered te worden. Waar lezen we dat?
………………………………………………………………………………………………………………………..
6. Gelukkig trok de blinde zich helemaal niets aan van wat andere mensen van hem dachten, toen hij met zo’n vies gezicht vertrok. Waaruit blijkt dat duidelijk en in welk vers zien we dat?
………………………………………………………………………………………………………………………..
7. De blinde man deed gewoon wat Jezus hem had opgedragen. Welke persoon in het Oude Testament wilde zich eerst niet zevenmaal in de Jordaan wassen en waar staat dat?
………………………………………………………………………………………………………………………..
Gelukkig volgde hij het advies van zijn bedienden op. Hij gehoorzaamde Elisa’s instructies. Door Wie werd hij genezen en hoe en waar staat dat?
………………………………………………………………………………………………………………………..
8. De buren en de andere mensen die de blinde man als bedelaar hadden gekend, herkenden hem nauwelijks (Joh.9:8-9). Was zijn gezicht veranderd? Wat denkt u?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
9. Eerst kwamen de buren en degenen die hem eerder kenden en vroegen hem hoe hij ziende was geworden. Kort daarna stelden de Farizeeën hem dezelfde vraag. Ja, het is en blijft een onbegrijpelijk iets. Het gaat verder dan het menselijke verstand kan bevatten. Dit komt omdat het geen menselijk werk is, maar een werk
………………………………………………………………………
10. Lees in vers 11 en 25, hoe eenvoudig en kort de man antwoordde. Een getuigenis aan de Heer hoeft niet lang te zijn. Vertel gewoon wat er is gebeurd, dat u nu in de Heer Jezus gelooft en dat het nu licht is geworden in uw leven. Wat zei deze man tenslotte toen de Farizeeën hem keer op keer bleven vragen en in welk vers staat dat?
………………………………………………………………………………………………………………………..
11. De Farizeeën wilden er gewoon niets van horen. In plaats van zich met deze man te verblijden, zochten ze naar kwade beschuldigingen. De man merkte hun vijandigheid jegens Jezus heel goed op. Hij had het goed doorzien. Waaruit blijkt dat en in welk vers vindt u dat?
………………………………………………………………………………………………………………………..
12. De voorname heren verloren nu hun kalmte en begonnen luid te schelden. (Dat is vaak een teken, dat men ongelijk heeft.) Kort daarna wierpen ze hem naar buiten, wat betekende, dat hij niet langer in de synagoge mocht komen en al zijn voorrechten als Israëliet had verloren. Dat was geen kleinigheid! Daar stond hij nu, helemaal aan zijn lot overgelaten. Maar neen! Wie kwam even later bij hem?
……………………………………………………………
Men wierp het naar buiten, maar hij werd door ………………………
met open armen ontvangen!
13. Wat een prachtig einde heeft deze geschiedenis! Uit welke verzen blijkt dat? En wat staat daar?
………………………………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………………………………..
14. Ten slotte willen we nog nagaan, hoe het blindgeborene de Heer Jezus in enkele verzen noemt.
a. In vers 11: “De mens ……………………………………….. heet”.
b. In vers 17: “Hij is ……………………………………………….”.
c. In vers 33: “Als deze ………………………………………………….”
d. In vers 38: Hij valt op zijn knieën voor Jezus. Hij gelooft in Hem als
…………………………………………………………..
Hij begint Hem te aanbidden, Hem te vereren! Hij groeide ook in de kennis van Hem!
De blindgeborene zag nu zowel met zijn eigen ogen als met de ogen van het hart en erkende Wie de Heer Jezus was. Hij realiseerde zich al snel, dat het tweede nog belangrijker is dan de eerste.
Wordt DV vervolgd.
www.bibelkurs.com
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW