8 jaar geleden

Werken en woorden van Jezus (4)

Bijbelcursus

4. De kreupele bij de vijver Bethesda

 

Stel u voor: 38 jaar lang ziek. Ik ken een jongen van twaalf die zes maanden ziek was. Hij had een ontsteking in zijn been. Eerst moest hij drie maanden in het ziekenhuis liggen en daarna drie maanden thuis. Het was winter en er lag ijs en sneeuw buiten. Zijn vrienden schaatsten op het meer voor hun huis. Toen hij dat zag, had hij ook een groot verlangen om te schaatsen. Maar helaas was dat niet mogelijk. Hij mocht alleen vanuit zijn bed kijken en van tijd tot tijd zwaaien. Ik weet dat hij zijn hoofd onder de dekens stak en zachtjes huilde. Gelukkig duurde zijn ziekte maar een half jaar. De man over wie deze les gaat, is al 38 jaar ziek. Dat zijn bijna tachtig halve jaren! Zijn situatie leek uitzichtloos.

* * *

1. We lezen nu Johannes 5 vers 1-18.

De stad Jeruzalem was door een muur omgeven. Er waren verschillende poorten in deze muur. Er was de Vispoort, de Schaapspoort, de Bronpoort, de Oude Poort, de Mestpoort, enzovoorts. Bij welke poort lag Bethesda?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Dit was dicht bij de tempel. Veel mensen kwamen via deze poort de stad in om hun offers (schapen) aan God te brengen. Vandaar deze naam.

2. Bethesda was eigenlijk een groot ziekenhuis. Wat voor soort patiënten lagen daar?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

3. Waar men ook komt, overal zijn ziekenhuizen. Bij u in de buurt is dat vast ook zo. Bent u ooit in een ziekenhuis geweest?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Als bezoeker of als patiënt?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wat verlangt ​​een patiënt in het ziekenhuis het meest?

……………………………………………………………………………………………………………………….

4. Bethesda was een bad, een vijver.

Wie kwam er van tijd tot tijd naar deze vijver, onzichtbaar voor mensen?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wat is er daarna met het water gebeurd?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wie werd genezen?

……………………………………………………………………………………………………………………….

5. Snel! Snel! Het water beweegt! Elke patiënt probeerde zo snel mogelijk erin te komen. Familieleden en vrienden grepen hun zieken, renden naar de vijver en wierpen hen erin. Maar oh, wat jammer! Een ander was hen voor. Wat een teleurstelling! Wie had überhaupt een kans om genezen te worden?

Waarom was het gewoon onmogelijk voor de man in Johannes 5 om als eerste het water in te gaan?

……………………………………………………………………………………………………………………….

6. God zegt, dat alle mensen ziek zijn: ziek door de zonde! De wereld is eigenlijk één groot ziekenhuis met luidruchtige patiënten. Onze toestand is hopeloos. Hoe hard je ook probeert te leven volgens Gods wet, je hebt geen enkele kans. Het is een vergeefse poging, een en al teleurstelling! Net zoals de kreupele man niet eerst alleen in het water kon komen om van zijn ziekte te worden genezen, kunnen wij ook niet van de 

………………………….. door onze eigen kracht genezen worden.

7. En toch is genezing mogelijk! Wees voorzichtig! Bethesda betekent “Huis van barmhartigheid”. Iemand is barmhartig wanneer hij de ellendige en erbarmelijke helpt. Wie bezoekt deze arme patiënt, omdat Hij weet dat hij al zo lang ziek is? 

……………………………………………………………………………………………………………………….

8. Wat vraagt Hij hem?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Het gaat dus hier niet op de vraag of de Heer Jezus hem kon genezen, maar of de zieke genezen (vul hier verder in)

…………………………………………

worden.

9. Wat zei Jezus daarna tegen de verlamde man?

……………………………………………………………………………………………………………………….

10. Werd Bethesda, voor deze man die zo lang ziek was en nooit als eerste in het water kon  komen, nu toch tot een huis van barmhartigheid?

……………………………………………………………………………………………………………………….

11. Kijk! Daar loopt hij met zijn rustbed. Oh, wat is die man gelukkig! Waar gaat hij dan heen, en in welk vers vindt u dat?

……………………………………………………………………………………………………………………….

12. Wat zou hij daar gedaan hebben?

……………………………………………………………………………………………………………………….

13. De Joden zagen hem onderweg. In plaats van zich met hem te verheugen, maakten ze hem verwijten. Wat zeiden deze Joden:

……………………………………………………………………………………………………………………….

14. Welke twee dingen deden de Joden met betrekking tot de Heer, omdat Hij iemand op de sabbat had genezen? (Noem het vers er ook bij)

a. ……………………………………………………………………………………………………………………

b. ……………………………………………………………………………………………………………………

15. De Bijbel zegt, dat voor ons zondige mensen genezing mogelijk is (zie vraag 6 t/m 12). Wie kwam tot ons vanuit de hemelse heerlijkheid op deze schuldige aarde?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wat moest Hij dragen ​​om ons te kunnen genezen (1 Petr.2:24)?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wat moeten we dan niet meer doen? (zie o.a. Rom. 6:2)

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wat moeten we dan wel doen? (zie o.a. Rom. 6:11)

……………………………………………………………………………………………………………………….

© www.bibelkurs.com

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW