7 jaar geleden

Werken en woorden van Jezus (11)

Bijbelcursus

De voetwassing

 

Ze zijn allemaal in Jeruzalem. Golgotha ​​met al het lijden daaraan verbonden staat dicht voor de deur. Maar Hij die alles weet, denkt niet aan Zichzelf en aan wat Hem te wachten staat. Nee, Hij denkt aan Petrus, aan Johannes en de andere discipelen. Hij weet dat ze onder elkaar ruzie maken over wie de grootste is, de belangrijkste onder hen. Dit maakte de Meester erg bedroefd, en daarom gaf Hij ze tot slot nog een voorbeeld van hoe ze zich tegenover elkaar moesten gedragen. Ze moeten elkaar liefhebben en de ander hoger achten dan zichzelf.

 

Vooraf: Geef in de antwoorden – voor zover mogelijk – ook aan in welke bijbelteksten of bijbelgedeelte u het antwoord gevonden hebt. Het liefst de antwoorden in eigen woorden weergeven.

 

1. Welke twee discipelen worden door de Heer gezonden om het Pascha voor te bereiden? (Luk. 22:8)

………………………………… en ……………………………. .

2. Weet u ook hoe ze het huis kunt vinden om het Pascha te bereiden?

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

3. Als iemand in die tijd een huis binnenkwam, stond er een kom met water bij de ingang, waarin men zich de voeten kon wassen. Dat was nodig, want op de stoffige, droge wegen kreeg je al snel vieze voeten. Men droeg – voor zover bekend -ook geen gesloten schoenen, maar open

……………………………………….

4. Rijke mensen hadden een slaaf, die aan de deur zat om de voeten van de gasten te wassen. Kent u een ‘onbeschofte’ gastheer? (ergens in het Lukas-evangelie)

………………………………..

5. Waar zorgde deze persoon uit de vorige vraag niet voor?

………………………………………………………………………………………………………………………

6. In Genesis 18 vers …………. lezen we voor het eerst iets over het wassen van voeten.

7. Wie is daar de gastheer?

…………………………………..

8. Wat voor gasten worden er ontvangen?

………………………………………………………………………………………………………………………

9. Lees nu Johannes 13 vers 1-17. In vers 3 leest u over de grootheid en majesteit van de Heer Jezus. Helemaal aan het begin van deze geschiedenis worden we ons ervan bewust gemaakt, dat Hij de Heer der heren en de Schepper en Gebieder is. Daardoor wordt dat, wat Jezus doet, zo wonderschoon. Jezus en Zijn discipelen zitten al aan tafel. Maar wat is er nog niet gedaan?

………………………………………………………………………………………………………………………

10. Als er daar geen slaaf was om de voeten van Jezus en Zijn discipelen te wassen, dan had een van de discipelen het kunnen doen! Waarom is niemand bereid dit werk te doen? (zie daarvoor ook volgende vraag)

………………………………………………………………………………………………………………………

11. Waar hadden ze het eerder over gehad? (zie Luk. 22)

………………………………………………………………………………………………………………………

12. En dan gebeurt het: Hij, hun Meester en Heer, staat op en doet het werk van een slaaf. Hij maakt Zichzelf de ‘geringste’. Hoe zullen de discipelen zich geschaamd hebben! Hoe moeten ze daar met rode hoofden gezeten hebben! De Heer Jezus neemt een doek en een kom met water en begint hun voeten te wassen. Welke discipel kan dit niet verdragen?

…………………………

13. Wat zegt hij eerst?

………………………………………………………………………………………………………………………

14. En wat zegt hij even later?

………………………………………………………………………………………………………………………

15. Deze discipel valt opnieuw van het ene uiterste in het andere. Eerst wil hij niet dat de Meester zijn voeten wast. Maar korte tijd later, nadat de Heer hem duidelijk had gemaakt, dat de voetwassing noodzakelijk is, wat zou hij dan willen laten wassen?

………………………………………………………………………………………………………………………

16. De Heer wast de voeten van alle discipelen. De een na de ander krijgt de beurt. Weet u voor wie de Heer Jezus ook knielt?

………………………………………………………………………………………………………………………

De Heer Jezus noemt hem zelfs “Vriend” (Matth. 26:50).

17. Nee, het is moeilijk te begrijpen dat de Heer Jezus ook de voeten van deze man wil wassen. Of weet Hij misschien niet wat voor gemeen plan deze man heeft?

…………………

Wat wist de Heer Jezus over deze man?

………………………………………………………………………………………………………………………

18. Wat zegt de Meester als Hij klaar is en weer aan de tafel zit?

………………………………………………………………………………………………………………………

Hij, de Grootste, heeft zichzelf tot de geringste gemaakt!

19. Wat moeten de discipelen vanaf nu doen?

………………………………………………………………………………………………………………………

20. Is het vandaag de dag nog steeds gebruikelijk om de voeten te wassen van de gasten die ons komen bezoeken? 

……………………….

“Maar”, zult u nu misschien zeggen, “wat heeft dit verhaal ons dan vandaag nog te zeggen?”

21. Ten eerste moeten we, net als de discipelen, leren om de minste te zijn. Een mooi voorbeeld vinden we in Genesis 13. Wie is daar de grotere en neemt toch de mindere plaats in?

………………………….

22. Hoe gebeurt dat?

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

23. Geef zelf een voorbeeld van hoe men de minste kan zijn:

………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………………………………

 

* * *

 

De voetwassing heeft voor ons een tweevoudige figuurlijke betekenis. We zien de Heer Jezus voor ons in de positie van een dienaar. Als “Voorspraak bij de Vader” (1 Joh. 2:1) is Hij vandaag de dag nog steeds actief voor zijn volk. Als het is gebeurd, dat een kind van God zichzelf heeft vervuild met het vuil van de wereld, of als hij zelfs in zonde gevallen is, houdt Jezus Zich ermee bezig om ervoor te zorgen, dat hij weer kan worden bevrijd van het vuil van de zonde. Zelf oefent Hij deze dienst vanuit de hemel uit. Daarbij maakt Hij natuurlijk gebruik van een breed scala aan middelen: het Woord van God, de Heilige Geest, omstandigheden waardoor Hij ons heen leidt, zoals ziekte of andere noden, etc.

Maar het wassen van de voeten heeft ook nog een andere bedoeling. De Heer geeft aan de Zijnen een voorbeeld van hoe ze zelf moeten handelen. Als Hij, de Heer en Meester, Zichzelf had vernederd om op nederige wijze deze dienst aan Zijn discipelen te bewijzen, hoeveel te meer zouden wij dan onze medegelovigen op dezelfde manier moeten dienen. Laten we aannemen, dat een gelovige vriend of vriendin zichzelf heeft verontreinigd door contact met mensen in deze wereld of door zijn eigen zonde. We weten, dat dit zijn of haar gemeenschap met de Heer Jezus en onze hemelse Vader heeft verstoord. Als we deze vriend of vriendin echt liefhebben, zullen we aan hem of haar niet onverschillig voorbijgaan. In plaats daarvan zullen we proberen hem of haar nederig te helpen doordat we net als Jezus de plaats innemen van een die dient. Daarbij moeten we leren, hoe we, zoals de discipelen van de Heer Jezus, de geringste, de minste, kunnen zijn!

 

© www.bibelkurs.com

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW