Waarom ik geen Kerst vier?
Op 24 december van elk jaar zijn de kerken – bedoeld worden de kerkgebouwen – vol. Daarover moet men zich verheugen wanneer ten minste op deze dag de mensen in de kerken stromen. Eigenlijk vreemd dat dit juist voor zulke mensen geldt, die met de ‘kerk’ en het geloof anders niet veel te maken willen hebben. Kerstmis – een jaarlijks hoogtepunt in het leven van veel mensen. Ook in het leven van Christenen.
Des te vreemder moet de titel van dit artikel overkomen: Kan het echt zo zijn dat een Christen geen Kerstmis viert? Dit is een vraag die steeds weer op mij afkomt, als ik iemand zeg: Ik vier geen Kerstmis. Net als bij andere onderwerpen ga ik op dit punt geen regels vaststellen. Maar ik wil wel duidelijk maken, waarom ik niets te maken wil hebben met het zogenaamde Kerstfeest. Voor mij is dit onderwerp zo belangrijk dat ik daarover een artikel geschreven heb …
“Kerstmis willen we niet langer vieren – het gaat alleen nog maar om geld en geschenken”. Zo hoort en leest men steeds vaker. Enige tijd geleden viel mij in een gedetailleerde analyse van een Frankfurter socioloog op, dat de werkelijkheid heel anders is. Veeleer gaat het om de rituelen rond Kerstmis – namelijk wanneer ze thuis gevierd wordt, wie dan op die eerste kerstdag te bezoeken is – die letterlijk in marmer uitgehouwen worden. Kunnen er dan redenen zijn om Kerstmis niet te vieren?
God werd mens
Allereerst willen we bij het feit, dat met Kerst verbonden wordt, aanbiddend stilstaan: De eeuwige, onbegrijpelijke en niet waar te nemen, onzienlijke God is mens geworden en daarmee voor mensen zichtbaar en voelbaar geworden. Duizenden jaren hebben mensen geleefd zonder God te kunnen zien.
“Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen. Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! Dus nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon; en als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus” (Gal. 4:4-7).
Dus als ik zeg dat mijn gezin en ik geen Kerstmis vieren, dan is het niet zo dat we dit unieke feit van de menswording van Jezus niet eerbiedig bewonderen. Het gaat er ook niet om om te zeggen: “Nee, we vieren Kerstmis niet!” In feite echter vindt in een eenvoudiger kader toch zo’n feest plaats, misschien zonder verklede Sinterklaas (Kerstman), maar dan toch in deze zin. Nee, ik wil met dit Kerstmis van onze medemensen en de Rooms-Katholieke Kerk, die het haar hoogtij-feest noemt, niets te maken hebben. Waarom?
Christus is niet op het Kerstfeest geboren
1. Jezus Christus werd met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet op de “Kerst” geboren, maar in verband met het Loofhuttenfeest in september/oktober. “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond [letterlijk gekampeerd – zoals men op het Loofhuttenfeest kampeerde] (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid” (Joh. 1:14). Wie deze argumenten eens wil bezien aangaande de tijd van Jezus’ geboorte, kan dit vinden in het artikel: Wanneer was het kerst?
2. Het Kerstfeest wordt steeds ‘schitterender’ gevierd, hoewel de wereld steeds minder met Jezus Christus te maken wil hebben. Wanneer een christendom zonder Christus zich met dit feest wil opsmukken, is er iets mis met Kerstmis.
Een feest van heidense oorsprong
3. Het is heel gemakkelijk om te bewijzen, dat het ‘kerstfeest’ teruggaat tot het heidense zonnewende-feest, ook al worden in de laatste jaren meer en meer pogingen gedaan om het tegenovergestelde te betuigen. Katholieke pausen hebben de strategische zet gedaan, ook heidenen in een “Christelijk” feest te integreren door simpelweg hun feest in het christendom over te brengen. Alleen zo, geloofde men, konden de heidenen voor het christendom gewonnen worden. Je kunt in het algemeen niet zeggen dat een verkeerde oorsprong betekent, dat je niets met de zaak op zich te doen zou mogen hebben (zie de bouw van een stad, Genesis 4 vers 17; muziekinstrumenten, vers 21; ambachten, vers 22). Maar is Kerstmis niet in economisch en cultureel opzicht een afgod gebleven? Als je alleen al kijkt wat voor zogenaamde engelenfiguren, kerstmannen en andere dingen met kerst verbonden worden – in deze wereld en ook onder christenen -, dan heeft een mystieke achtergrond blijkbaar tot op vandaag stand kunnen houden. Met zo’n heidense afgoderij wil ik niets te maken hebben.
4. De “Christelijke geschiedenis” in de tijd van het Nieuwe Testament omvat zeker meer dan 50 jaar. Er wordt aangenomen dat Johannes de Openbaring aan het begin van de eeuw – rond het jaar 100 – geschreven heeft. We vinden geen enkele verwijzing naar een feest ter ere van de geboorte onze Heer. We vinden echter wel de waarschuwing om bepaalde vaste tijden (Gal. 4:10,11) te houden.
De geboorte brengt nabij – de dood van de Heer veroordeelt de mensen!
5. Het geweldige wonder van de menswording van de eeuwige God is onbegrijpelijk. Maar het kan niemand redden. Integendeel – het verhoogt de verantwoordelijkheid van de mens, en maakte hem des te meer schuldig omdat nu bewezen was dat een Mens God in alles gehoorzaam was – de Ene, Jezus Christus. Om ons te verlossen van de slavernij van de duivel, moest Christus sterven. Dat – en alleen dat – is ons reddingsmiddel. Dat God mens werd in Hem brengt ons dichtbij – maakt Hem voor veel mensen in ieder geval voor een paar dagen “beminnelijk”. Dat nu is precies de verleiding van satan die voor de mens het “Christuskind” nabij brengt – een mens die in grote bescheidenheid op deze aarde kwam. Daardoor kan men zich emotioneel onder de indruk laten brengen. Maar de dood van de Heer probeert satan zoveel mogelijk voor de ogen van de mensen te verbergen, ja, te loochenen. Vanwege het feit dat de Mens Christus Jezus moest sterven, wat elk individu veroordeelt. Maar dat willen de meesten niet accepteren. Kerstmis ja – het kruis: neen!
6. Er wordt ons in het Nieuwe Testament niet gevraagd om de geboorte van Jezus te vieren. Maar we worden aangemoedigd om de dood van de Heer te gedenken (1 Kor. 11:24,25). Daarom wil ik graag elke eerste dag van de week door het avondmaal de dood van de Heer verkondigen – iets dat in vele gemeenten (kerken) alleen nog maar spaarzaam gebeurt. De geboorte van Jezus was een voorwaarde voor Zijn dood, maar is niet het onderwerp van de christelijke verkondiging (vgl. 1 Kor. 15:3).
7. Veel mensen die volgens de Rooms-Katholieke kerk iets belangrijks gedaan hebben – de zogenaamde heiligen – worden met een feest vereerd. Jezus kreeg er zelfs twee van – de eerste en tweede kerstdag. Hij is een bijzonder Mens – dat heeft men al wel ontdekt. Maar is dat niet een kleineren van Hem die alleen Verlosser is, die ver verheven is boven alle andere mensen? Petrus wilde ooit eens werkelijke heiligen, Elia en Mozes, op het niveau van de Heer stellen en moest erkennen dat hij nu op het verkeerde spoor zat. Met zo’n verkeerde manier wil ik mij door de viering van Kerstmis niet één maken. Het is geen toeval dat de zojuist genoemde Kerk zich tot op de dag van vandaag aanmatigt, meer dan alle anderen met Christus op hetzelfde niveau te staan. Nog in de laatste Kersttoespraak verklaarde de regerend vorst van deze kerk, Benedictus XVI: “de apostel betuigde, dat de genade van God verschenen is aan alle mensen (Titus 2:11): Ik zou zeggen dat daarin ook de zending van de kerk verschijnt en in het bijzonder voor de opvolger van Petrus en zijn medewerkers …” – kun je je iets, wat meer aanmatigend is, voorstellen? Ook de koperen slang werd vereerd – tot Hizkia het in stukken brak.
8. Als u terugkijkt naar de periode van opwekking in de 19e eeuw, wordt geconstateerd dat de broeders en zusters met Kerst, die naar hun mening een afgodisch feest was, niets van doen wilden hebben. Ze wezen het uitdrukkelijk af en stelden verwonderd na een bepaalde tijd vast, dat dit in hun ogen wereldse feest, ook onder de Christenen met wie zij zich verbonden voelden, weer ingang gevonden had. Hizkia was het overigens die de koperen slang – de door God gegeven redding voor het volk van Israël – omdat ze een instrument van afgoderij geworden was, verpletteren moest: “Hij nam de offerhoogten weg, sloeg de gewijde stenen in stukken en hakte de gewijde palen om. Hij verbrijzelde ook de koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de Israëlieten er tot die tijd toe reukoffers aan gebracht hadden; men noemde hem Nehustan (van koper)”.
Tot slot wil ik er nog aan toevoegen: Natuurlijk staat ieder van ons persoonlijk (voor zichzelf en voor zijn familie) voor zijn Heer! Maar het is de Heer: “Dan zal de Koning verlangen naar uw schoonheid; omdat Hij uw Heere is, buig u voor Hem neer” (Ps. 45:12).
© Bibelpraxis.de, Manuel Seibel
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW