Waar ben ik in de eeuwigheid?
In oude tijden was het gewoonte dat vorstelijke personen er hofnarren op na hielden die door hun geestige of luimige invallen hun meester moesten vermaken. Zo had een zekere vorst een hofnar, aan wie hij op zekere dag een narrenstaf overhandigde met de opdracht die zolang te houden tot hij iemand mocht ontmoeten, die hem in dwaasheid nog zou overtreffen. Aan deze moest hij dan die staf afstaan!
Enige jaren later werd de vorst ziek. Zijn nar ging hem bezoeken, en vernam toen van zijn meester, dat deze spoedig ging sterven. “Waarheen gaat u op reis”, vroeg de nar nu. “Ik moet een lange reis ondernemen, ver, ver weg”, antwoordde de vorst. “En wanneer zult u terugkomen. Over een maand misschien?” “Neen”. “Over een jaar?” “Neen”. “Wanneer dan? Nooit?” “Neen, nooit!” “Welke voorbereidingen hebt u dan voor uw reis getroffen” “In het geheel geen”, antwoordde de vorst. “Hebt u dan voor een goede ontvangst gezorgd?” “Neen”. “Wat?” riep nu de nar uit”, u gaat voor altijd weg en hebt u niet voorbereid! Hier, neemt u dan Mijn narrenstaf; u bent groter dwaas dan ik!”
Deze ware geschiedenis stelt ons de vraag, of wij gereed zijn voor de eeuwigheidsreis, die alle mensen in ’t verschiet hebben.
* * *
Wat is het doel van deze reisgids?
U vraagt wat het doel is van deze reisgids?
Dit is mijn antwoord:
In de Bijbel lezen wij: “God is licht” en “God is liefde”. Hoewel Hij de zonde haat, heeft Hij u, de zondaar, lief – en Hij wil niet, dat u verloren zult gaan, maar het eeuwige leven zult ontvangen.
Gods boek, de Bijbel, maakt u dit alles duidelijk. Bij het lezen van deze reisgids moge Gods Heilige Geest u voorlichten, opdat u Jezus Christus leert kennen als uw Heiland.
DE Reis-gids is DE BIJBEL