Januari 2020. Er woeden sinds eind 2019 al geruime tijd enorme bosbranden in Australië. Hoe verschrikkelijk is dit! In deze tijd wordt er ook veel gesproken over “vuurwerk” in verband met oud en nieuw. Maar ook de Bijbel kent het fenomeen “vuur”. Hierbij daarom een serie artikelen die ook gaan over “vuur”. {FW}
Bijbelgedeelte: 1 Koningen 18 vers 21-39
Wat een scène op Karmel. Enerzijds een eenzame profeet van de HEER, anderzijds een afgodische koning met 850 (1 Kon. 18:19) boze profeten. Bovendien een onbeslist volk, dat de Heer niet volledig loochende, maar ook geen afstand neemt van de Baäls-cultus. In het midden is een altaar van afgoden en een omvergehaalde altaar van de Heer.
Tot het middaguur kijkt Elia zwijgend naar de afgoderij. De occulte priesters dansen en stampen als fanatici rond het altaar en roepen naar hun afgoden, vergezeld door cultische handelingen. Maar er gebeurt niets, “geen stem en er was niemand die antwoordde; er kwam geen teken van leven”.
Dan komt Elia naar voren. Hij bouwt in alle rust het omvergehaalde altaar van de HEER op uit twaalf stenen, schikt er het hout op en legt de in stukken verdeelde stier op het hout. Nadat het slachtoffer verschillende keren overgoten is met water, vraagt de trouwe dienaar zijn God om antwoord.
Maar hoe moet het antwoord zijn van een heilig God in het aangezicht van een volk dat zo ondergedompeld is in geestelijke duisternis? Wat zou het juiste antwoord zijn op alle afgoderij en de schuldige toestand van dit volk? Niets anders dan oordeel! Vuur moest uit de hemel vallen en dit slechte volk verteren – en het viel! Maar nu komt het onbegrijpelijke wonder van Gods genade. Het vuur valt, maar het raakt het afvallige volk niet, het verteert het brandoffer. Het oordeel treft het offer en het volk gaat vrijuit.
Dat kon geen gebed van een rechtvaardige Elia bewerken, het is uitsluitend de verdienste van het offer. Er wordt aan de heiligheid van God voldaan, en tegelijkertijd wordt het hart van het volk naar de Heer tot inkeer gebracht (1 Kon. 18:37).
Hoe indrukwekkend spreekt dit alles over het voor eens en voor altijd gebrachte offer van het lichaam van Jezus Christus. Hebben wij niet allemaal het verterende vuur van Gods oordeel verdiend? Maar deze heilige God kan ons sparen, omdat Hij Zijn zoon niet heeft gespaard (verg. Rom. 8:32); Hij kan ons aannemen, omdat Hij Hem heeft verlaten (Ps. 22:2; Matth. 27:46); wij zijn voor eeuwig vrij van het oordeel, omdat het oordeel Hem met volle gewicht trof. Wie dit in geloof ziet, kan niet anders dan dat hij in bewondering en aanbidding voor deze God neervalt.
Marco Leßmann; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 24.01.2018.
Geplaatst in: Christendom, Geloof, Toekomst
© Frisse Wateren, FW