De opening van Uw woorden geeft licht
(Psalm 119 vers 130a)
Les 5
Enkele praktische tips:
• Neem alle gevraagde Bijbelverzen over – schrijf ze op in een speciaal Bijbelstudie-schrift – maar óók de plaats waar ze staan. Dit is om zelf te leren en te onthouden, alsmede voor eigen gemak en de duidelijkheid.
• Leer bij elke les een Bijbeltekst en stuur de les niet eerder op voordat u de tekst kent. Als u het mocht overkomen dat u – net als vele van onze medebroeders- en zusters in China en Noord-Korea – door vervolging niet meer de beschikking hebt over een Bijbel, dan hebt u toch het Woord “paraat”.
• U/je mag altijd vragen stellen, ook over andere onderwerpen dan in deze lessen. Uw/jouw vragen worden discreet behandeld.
• bepaal zelf het tempo maar maximaal één les per 14 dagen mailen.
• Hoe kan ik deelnemen aan deze cursus? Zie onderaan les 1.
Beste cursist(e),
Heb jij dat ook wel eens? Dromen van verre landen, rijk zijn, de wereld in en mooie reizen maken, avonturen beleven, doen waar je zelf zin in hebt. Nu ben je misschien nog te jong, maar later … als je groter bent, dan …
De Heer Jezus heeft ook eens een verhaal vertelt van iemand, die zijn eigen zin wilde doen (dit kun je nalezen in Lukas 15). Het gaat daar over twee zonen.
Op een dag zegt één zoon (de jongste) tegen zijn vader dat hij zijn deel van de erfenis wil hebben. En een paar dagen later gaat hij op reis. Hij blijft een hele poos in een ver, vreemd land. Daar krijgt hij veel ‘vrienden’, omdat hij veel geld bij zich heeft. Er zijn altijd wel mensen te vinden die hem graag willen helpen met het opmaken van dat geld. Zolang hij alles maar betaalt, willen ze wel met hem feestvieren (vandaag is het nog precies zó!!!). Maar, o wee … op een dag is al het geld op. Zijn ‘zogenaamde’ vrienden lopen dan spoedig bij hem weg. Hij blijft alleen over. Arm, hongerig, geen huis. Niets, helemaal niets heeft hij meer. Bij een boer mag hij op de varkens passen. O, hij heeft zo’n honger, hij zou het varkensvoer wel op willen eten! Dan denkt hij aan thuis … Aan zijn vader. Aan de knechten van zijn vader, die eten genoeg hebben. Hij besluit om naar huis te gaan en zijn vader te vragen of hij knecht bij hem mag worden.
Vraag 1
Wat wil hij ook tegen zijn vader zeggen?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Wat is zijn vader blij als hij thuiskomt! Al die tijd heeft de vader op hem gewacht en naar hem uitgekeken! Knecht? Nee, geen sprake van, dat mag hij niet worden. Hij is en blijft zoon van zijn vader. Hij krijgt nieuwe kleren, volop eten en er wordt feest gevierd.
Die jongen had ook nog een broer. Deze broer was de oudste thuis. Die bleef altijd fijn bij vader thuis. Hij werkte altijd flink. Maar … in zijn hart was het niet goed! Want als zijn broer weer terugkomt, is hij helemaal niet blij. Integendeel! Hij wordt juist boos. Het geld van zijn broer is op. Toch mag hij weer thuiskomen van vader. Hoe is het mogelijk! Hijzelf deed altijd zijn best. Daarom wil hij niet op het feest komen.
Dit verhaal van de Heer Jezus noemen we: ‘de gelijkenis van de verloren zoon’. Die jongen die wegging, wás verloren, maar … is gevonden! Zijn broer vond zichzelf véél beter dan zijn teruggekomen broer. Eigenlijk was hij ook een verloren zoon! In zijn hart was alles donker. Hij kon niet blij zijn. Jammer is dat!
Van nature doet iedereen verkeerde dingen. Zonde heet dat. Je hoeft jezelf ècht niet beter te vinden dan een ander. We zijn allemaal verloren.
Vraag 2
Wie is gekomen om het verlorene (dus ook jou) te zoeken? Lees maar eens Lukas 19:10.
……………………………………………………………………………………………………………………….
Vraag 3
Als je weet, dat je een zondaar bent en weet dat de Heere Jezus gekomen is om de straf in jouw plaats te dragen, dan mag je Hem daarvoor danken! Dan wás je verloren, maar ben je gevonden! Dan is het voor jou feest, maar voor wie nog meer? (kijk maar in Lukas 15:10).
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Toch zijn er soms mensen, die menen dat ze heel goed leven. Maar God denkt daar vaak heel anders over! En over zo iemand gaat het nu: Saulus.
Hij heeft een heel goede ‘schoolopleiding’ gehad, om het zo maar eens te noemen. Hij weet een heleboel over de joodse wetten en godsdienst. En hij denkt dat hij allemaal goede dingen doet voor de Here God. Maar … hij weet niet wie de Heer Jezus is!
Hij heeft iets heel ergs gedaan! Hij heeft heel wat mensen, die in de Heer Jezus geloven, gevangen genomen. Hij heeft er zelfs sommigen laten doden! En hij dacht ook nog, dat de Here God dat goed vond! Wat de Heer Jezus eens gezegd heeft, zien we bij Saulus. In Johannes 16:2 zegt de Heer Jezus: “Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een ieder, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen”.
Toch heeft de Heer een plan met Saulus.
Later zien we, dat Hij hem heel goed kan ‘gebruiken’ om anderen over Hem te vertellen. Maar voor het zover is, moet Saulus nog heel veel leren. Eerst moet hij inzien, dat hij op de verkeerde weg is. Ook Saulus is verloren. Al zijn kennis van de joodse godsdienst kan hem niet helpen, want hij kent de Heer Jezus niet! Zonder Hem kan je namelijk niet behouden (gered) worden, zonder Hem is er géén weg tot God. Ook al ben je zelfs doctor in de godgeleerdheid (theologie) en heb je de universitieit met succes doorlopen.
Vraag 4
Wat staat er in Johannes 14:6?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hoe Saulus tot bekering is gekomen, lezen we in Handelingen 9. Lees maar eens vers 1 tot en met 22. Hij had van de hogepriester toestemming gekregen om ook in Damaskus gelovigen gevangen te nemen. Terwijl hij op reis daarheen, de stad nadert, ziet hij opeens zo’n fel licht van de hemel stralen, dat hij op de grond valt. Dan hoort hij een stem …
Vraag 5
Wat zegt die stem?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Bevend van schrik vraagt Saulus dan: “Wie bent U, Heer?” En de Heer zei: “Ik ben Jezus, Die jij vervolgt …” (Telos-vertaling). Saulus wordt nu heel bang. Heeft hij zich dan toch vergist? Hij vraagt aan de Heer wat hij moet doen. Dat is mooi dat iemand, die de Heer Jezus heeft leren kennen zegt: Heer, wat moet ik doen? Eigenlijk moet dat normaal zijn!
En dan hoort Saulus dat hij naar Damaskus moet gaan. Daar zal hij verder horen wat hij moet doen. De mannen die bij hem zijn, brengen hem weg. Saulus zelf ziet niets meer: het licht heeft hem verblind. Maar in Damaskus woont een discipel van de Heer.
Vraag 6
Hoe heet hij? ……………………………………………………………………
Hij krijgt van zijn hemelse Meester de opdracht om naar Saulus te gaan. Maar hij wil niet. Hij is bang voor Saulus. Dat kunnen we best goed begrijpen, want hij weet wat Saulus gedaan heeft. Hij weet daarom ook heel goed wat Saulus komt doen. Tenminste, dat denkt hij! Maar de Heer zegt het nog een keer en dan gaat hij.
Na het gesprek met hem, weet Saulus Wie de Heer Jezus is. Hij heeft spijt van zijn verkeerde dingen en gelooft nu in de Heer! En hij gaat dat ook direct aan anderen vertellen. Heb jij dat ook al eens gedaan? Vertellen van Hem die jouw hart in beslag genomen heeft …!
Vraag 7
Wat predikt hij in de synagogen?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Maar er zijn mensen die dat helemaal niet fijn vinden. En nu willen ze Saulus ook doden. Maar dat mag niet van de Heer, want hij moet nog een veel werk doen. Dan vlucht Saulus (hij krijgt ook een andere naam. Voortaan heet hij Paulus).
Vraag 8
In vers 15 lezen we, dat de Heer zegt, dat Saulus een ‘uitverkoren vat’ is. Dat betekent dat de Heer hem uitgekozen heeft, om voor Hem te werken. Aan welke 3 groepen mensen moet Saulus over de Heer gaan vertellen?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
In de dagen van Paulus wilden velen niets van de Heer Jezus weten. Ook nu is dat nog zo. In sommige landen gebeurt het zelfs, dat iemand die zich bekeert, z’n baan verliest. Of z’n familie wil niets meer van hem weten. En in het ergste geval wordt zo iemand vermoord. Verschrikkelijk! Maar ook hier in ons land merk je soms dat men je niet moet. Dat kan bij je in de straat gebeuren. Maar ook op school of op het werk. Men laat je links liggen, of maakt spottende opmerkingen. Maar eigenlijk komt dat alleen maar, omdat men vijandig staat tegenover de Heer! ‘t Is natuurlijk nooit leuk om uitgelachen te worden. Maar het is veel erger voor hen die dat doen. Want, iedereen die zich niet bekeert, is voor eeuwig verloren! Dat weten we uit de geschiedenis van de verloren zoon en Paulus.
Ondanks alle vervolging ging Paulus toch door. In 2 Korinthe 5:20 schrijft hij: “Laat u met God verzoenen!”
Vraag 9
Wat zegt hij in 1 Timótheüs 2:5?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Alleen door de Heer Jezus kan de mens verzoend worden met God.
Vraag 10
Wil je nu 1 Johannes 4:10 eens opschrijven?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Onbegrijpelijk hé, zo’n grote liefde voor ons!? We kunnen Hem daar nooit genoeg voor danken! En wát hebben ook wij een geweldige boodschap te vertellen aan hen, die Hem nog niet kennen!
Leren: Lukas 19:10
* * * * *
Dit was les 5 met veel opgaven misschien voor jou en mij … denk erover na en vertel van Hem in ‘daad en woord’.
D.V. tot de volgende keer.
Met hartelijke frisse groet.
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW