Een jonge man van begin twintig met zijn vinger naar de hemel gericht.
Op de achterkant van de foto stond een handgeschreven briefje in inkt:
“Ergens in de bossen van Oregon 1973.
Het was een paar jaar voor deze foto, (september 1971, om precies te zijn) dat de jongeman liftte van zijn huis in Nova Scotia, Canada, naar de grote stad Toronto. Hij had zich er echt op verheugd – Led Zeppelin zou optreden! Het werd toch al een beetje donker in het leven, dus de stad uit leek hem wel wat. De laatste jaren waren zeker anders geweest dan zijn onrustige maar onschuldige jeugd. Enkele jaren van oplosmiddelen snuiven, hasj roken en dronkenschap hadden zijn leven een andere wending gegeven. Zijn motto was nu, “no hope without dope.” Ja, “the times they were a-changin” zoals Dylan zou zingen. Hij ging op weg naar Toronto, samen met zijn beste vriend, maar kwam vast te zitten in het noorden van New Brunswick – geen vervoer. De jongeman trok zijn shirt uit en maakte een bord: “JESUS WOULD HAVE PICKED US UP” (“Jezus zou ons hebben meegenomen”). Het plan was een tweeledige poging om de auto’s die ongeïnteresseerd voorbij reden aan de kant te krijgen. “Kijk eens hoe mager dit kind is (zijn ribben waren te zien); hij heeft zeker hulp nodig!” Het tweede deel van het plan was interessanter. “Jezus zou meer medelijden hebben dan jullie mensen! Hij zou ons zeker hebben meegenomen!” Niet dat de jongeman wist wie Jezus was, maar het klonk goed. Het plan werkte niet. Dus sprong zijn vriend op een goederentrein terwijl de jongeman terugkeerde naar de herberg; de volgende dag kreeg hij een lift. Hun plan was geweest elkaar te ontmoeten in het centrum van Montreal en uiteindelijk ontmoetten zij elkaar in die stad. In Montreal gingen zij onder meer naar een bar in St. Catharines Street, maar helaas was dat de ontmoetingsplaats van een beruchte motorclub. De bendeleden kwamen in vol ornaat binnen en knipten met hun vingers naar het gedeelte waar de jongeman en zijn vriend zaten. Zij hadden geen andere keuze dan hun plaatsen vrij te maken voor de motorrijders – de sfeer was gespannen.
Uiteindelijk kwamen ze in Toronto aan en gingen naar de Maple Leaf Gardens om Zeppelin te horen. Ze hadden genoeg geld voor de kaartjes, maar geen geld meer voor sigaretten. De oplossing voor dat probleem was eenvoudig: ze vielen terug op hun oude gewoonte om afgedankte sigarettenpeuken van de straat op te rapen, ze open te breken om de resterende tabak te redden en ze dan opnieuw te rollen in vers papier dat ze bij de hand hadden om marihuana “joints” te maken! Ze hadden zelfs een naam voor dit product: “makin’s.
Ze waren erg opgewonden over dit evenement omdat Zeppelin de band van die tijd was – het was een groot ding voor twee hippie hicks uit Nova Scotia. Deze populaire band uit Groot-Brittannië was op een Noord-Amerikaanse tournee en introduceerde hun nieuwe nummer, “Stairway to Heaven,” dat binnenkort op plaat zou worden uitgebracht. Een couplet uit dit nummer bleek de jongeman nog lang na afloop van het concert bij te blijven:
There’s a feeling I get when I look to the west,
And my spirit is crying for leaving.
In my thoughts I have seen rings of smoke through the trees,
And the voices of those who stand looking.
Ooh, it makes me wonder, Ooh, it really makes me wonder.
Er is een gevoel dat ik krijg als ik naar het westen kijk,
en mijn geest schreeuwt om te vertrekken.
In mijn gedachten heb ik ringen van rook door de bomen gezien,
En de stemmen van hen die staan te kijken.
Oh, het wekt mijn verwondering, oh, het wekt mijn verwondering.}
Misschien lag het antwoord dat hij zocht in het westen; misschien had de slogan, “Go west young man,” toch een punt. “Er is een gevoel dat ik krijg als ik naar het westen kijk en mijn geest schreeuwt om te vertrekken.” Maar ze zouden die zomer niet “naar het westen gaan”: de herfst zou spoedig aanbreken, en er was iets anders gebeurd om hem terug naar het oosten te sturen. Hij (en zijn vriend) logeerden in een herberg in het stadje Woodstock, Ontario. Het was daar dat ze wat “Window Pane” (White Light) LSD innamen. Het was de zwaarste ‘acid trip’ die hij ooit had meegemaakt. Hij dacht zelfs dat hij nooit meer tot de werkelijkheid zou terugkeren, maar tijdens de “trip” kwam er een groep christenen het hostel binnen die evangelie-brochures aan de “hippies” aan het uitdelen waren. Door de waas van de LSD hoorde de jongeman de woorden van een man die zei: “Hoe kunnen jullie mensen in zo’n vuiligheid leven?” Maar wat de “broeder” niet wist, was dat de jongeman niet zo bezorgd was over het vuil aan de “buitenkant” maar dat hij van binnen zeer verloren en vuil was. Nadat hij een beetje “tot rust” was gekomen, tenminste genoeg om te proberen te lezen, nam de jongeman het pamflet en sloop in een stil hoekje. Het vertelde het verhaal van een meisje op een slechte “LSD trip” en hoe “Jezus” haar gered had. Terwijl hij dit pamflet las (dat speciaal voor hem geschreven leek te zijn), had de jongeman een vreemd gevoel van immense vrede en kracht die van de naam “Jezus” in het pamflet afkomstig waren. LSD doet vreemde dingen, maar het leek alsof de naam “Jezus” hem op de een of andere manier hielp om de trip te overleven, in plaats van er het gevolg van te zijn. Het “road-sign Jezus” was een grapje, maar er was nu iets heel solide en echts aan die Naam, als een oase van vrede temidden van een wereld van chaos en zinloosheid. Hij klampte zich aan dat gevoel vast tot de “trip” voorbij was. Die “Naam” had hem op onverklaarbare wijze bijna als een anker voor ogen gestaan. Het had een diepe indruk op hem achtergelaten. Later dacht hij: “Ik ga terug naar huis om te zien of ik mijn leven weer op orde kan krijgen.” Dat deed hij ook – naar huis wel te verstaan; hij probeerde zelfs weer naar school te gaan – maar zijn leven was niet “together” {op orde}. Het kwam meer uit elkaar dan ooit, met een verdere en diepere afdaling in de duisternis van drugs, dronkenschap, en occultisme.
Wat er in het hotel gebeurde was gewoon een “voorjaarsschoonmaak,” geen echte verandering. Misschien was het gevoel toch niet echt. Er waren “twee wegen die je kunt bewandelen,” maar was er nog tijd om de weg die hij bewandelde te veranderen? En nu nam het occultisme steeds meer toe alsmede de duisternis die hij om zich heen voelde, inclusief de bezoeken van geesten ’s nachts in zijn slaap – “Wie zijn zij, zijn zij echt?” – en brachten hem in een neerwaartse spiraal.
In mei 1973 besloot hij dat het tijd was om naar het westen te gaan – er was niets meer te verliezen. “Er is een gevoel dat ik krijg als ik naar het westen kijk, en mijn geest schreeuwt om te vertrekken.” Hij nam de trein naar Edmonton, Alberta, met zijn vriend (dezelfde “freight-hopping” jongen), maar deze keer kochten ze tickets. Ze woonden een maand in het “vrije park” van Jasper National Park in Alberta. Het “vrije park” was een gebied van het park dat de hippies hadden overgenomen en waar ze hun dagen doorbrachten met het doen van hippieachtige dingen. Daarna gingen ze “went on the road” {weer op pad} naar Brits Columbia, waar ze onderweg alle bars en hotels aandeden: Fort St. John (of was het Fort St. James), Prince Albert, Kamloops … “Laten we nu naar het zuiden gaan, naar Kelowna,” en dat deden ze. En het was in Kelowna waar het allemaal gebeurde …
Dit is het eerste deel van het verhaal over de bekering van Brian Reynolds. In de volgende editie zult u in het tweede deel (met de tweede foto) lezen hoe God zijn leven heeft omgebogen en hem nu kan gebruiken tot Zijn eer.
Brian Reynolds; © The Christian Explorer
“Want wat baat het een mens de hele wereld te winnen,
en zijn ziel erbij in te boeten?”
Markus 8 vers 36
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW