3 jaar geleden

Tegenstellingen – Eens en nu (5)

“Ik ken u niet” (Matth. 25:12).
“Ik ken ze” (Joh. 10:27).

Onbekend en bekend

Het is werkelijk dramatisch! In de gelijkenis die de Heer Jezus in Mattheüs 25 vertelt, zijn enkele vrouwen te laat voor een feest. De deuren zijn gesloten. Geen kans meer om binnengelaten te worden. De ‘uitnodiger’ roept hen toe: “Ik ken u niet!” Met deze gelijkenis wil Jezus Christus iets duidelijk maken: zolang een mens leeft zonder vrede met God, kent God hem ook niet. Vandaag de dag lijden veel mensen onder het feit dat zij eenzaam zijn, dat niemand in hen geïnteresseerd is of dat niemand hen kent. Hier gaat het echter om veel meer – namelijk dat de oneindig grote God degenen niet kent die nog zonder Hem leven!

Hoe groot is de tegenstelling met wat de Heer Jezus zegt over hen die in Hem geloven: “Ik ken ze!” Hiermee drukt hij nabijheid en vertrouwelijkheid uit. Hij kent hun naam (Jes. 43:1), hun gedachten (Jes. 65:24), hun dagelijkse routine tot in de kleinste details (Ps. 139:1-4), het exacte aantal van hun haren (Luk. 12:7), en ook hun zorgen, angsten en noden. Vandaag de dag zijn veel mensen trots wanneer een groot politicus, een beroemde ster of gewoon een grote massa mensen hen kent. Ons Bijbelvers spreekt er echter van dat de grote God, Jezus Christus, hen die in Hem geloven persoonlijk kent.

Wat zal God zeggen als u op een bepaald moment voor Hem staat – “Ik ken u” of “Ik ken u niet”?

 

Alexander Schneider; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 08.04.2022.

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW