De grote geloofsdaad van Abraham (01)
Schriftplaats: Genesis 22 vers 1 Inleiding Abraham was een man van geloof. In Romeinen 4 vers 11 wordt hij aangeduid als de vader van allen, die (in onbesneden staat) geloven, en onder de geloofsgetuigen in Hebreeën 11 neemt hij een prominente plaats in. Abraham is in zekere zin het toonbeeld voor allen, die geloven. Bijna niemand heeft ooit zo’n grote en unieke beproeving van het geloof ondergaan als hij. In Genesis 22 bereikt zijn geloof een hoogtepunt. Juist om deze...
Het getuigenis van Petrus
“Simon Petrus nu antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God” (Matth. 16:16) Een korte overdenking “U bent de Christus” – dit was niet een nieuwe openbaring en getuigenis. Dit was al lang bekend in het Oude Testament. In Jesaja 61 vers 1 lezen we: “De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft [dit is niet anders dan de uitdrukking: Christus, de Gezalfde] om een blijde boodschap te...
Het oor afslaan
Online sinds 24.01.2014 Tekstplaatsen: Lukas 22:49-51 In de tuin van Gethsémané trok de opgewonden Petrus zijn zwaard. Het antwoord van de Heer Jezus op de vraag: “Heer, zullen we met [het] zwaard slaan?”, had hij niet afgewacht. De duisternis voorkwam, dat de enorme klap de dienaar van de hogepriester doodde. Petrus trof alleen het rechteroor. Hij bedoelde het goed, hij wilde voor zijn Meester opkomen, maar zijn onzorgvuldig handelen zou met zekerheid een tumult hebben veroorzaakt, als niet de goede...
Verzoening en plaatsvervanging
Deze twee kanten van het werk van Christus worden vaak niet genoeg onderscheiden, waardoor een onduidelijke verkondiging van het kostbare evangelie tot stand komen kan. Tegenstrijdige opvattingen over de leer, ja, zelfs de verderfelijke leer van de alverzoening, kan zijn uitgangspunt daarin hebben, dat deze twee waarheden niet worden begrepen. Daarom moeten we het Woord der waarheid ook hierin juist meedelen. Verzoening, zou men kunnen zeggen, is de naar God-gerichte zijde van het offer van Jezus Christus; want de Heer...
HEER, U doorgrondt en kent mij
Psalm 139 De volgende gedachten komen voort uit een gemeenschappelijke uitwisseling tussen broeders en zusters over Psalm 139. Daarbij worden ook verschillende beschouwingen, artikelen en hulpmiddelen gebruikt (zie de literatuurlijst aan het eind). Psalm 139 behoort zeker tot een van de meest bekende psalmen ooit. Talloze post- en ansichtkaarten zijn met zijn tekst bedrukt. Hoewel de verzen 19-22 echter helemaal niet met de voorafgaande harmonie van de psalm overeenkomt. Deze opvallende verandering en de daadwerkelijke geestelijke ontwikkeling van de schrijver...
Na de babylonische ballingschap (23,24)
Ezra 8:21 en 22: 21. Toen riep ik daar bij de rivier Ahava een vasten uit, om ons te verootmoedigen voor het aangezicht van onze God en om Hem om een voorspoedige reis te verzoeken voor ons, voor onze kleine kinderen en voor al onze bezittingen, 22. want ik schaamde mij ervoor om van de koning een leger en ruiters te vragen om ons te helpen tegen de vijand onderweg. We hadden immers tegen de koning gezegd: De hand van...
Hallo-ween … hallo-jubel
Om te bereiken wat in de titel van dit artikel staat, nodig ik u uit om onderstaand artikel rustig te overwegen en uw hart daarvoor open te stellen. Vertaler FW Gedachten over Psalm 63 Vers 1: Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was. Op zijn vlucht voor de vervolging van Saul moest David vaak naar de woestijn vluchten om zich daar te verbergen (1 Sam. 23:14,15,24; 24:2; 25:1; 26:2,3). Welnu, in die moeilijke tijd...
Na de Babylonische ballingschap (21-22)
Esther 10:2-3*: 2. Al zijn machtige en geweldige daden en de verklaring van de grootheid van Mordechai, die door de koning grootgemaakt is, zijn die niet geschreven in het boek van de kronieken van de koningen van Medië en Perzië? 3. De Jood Mordechai immers kwam op de tweede plaats, na koning Ahasveros. Hij stond in hoog aanzien bij de Joden en de menigte van zijn broeders was hem goedgezind, want hij zocht het beste voor zijn volk en sprak...
Na de Babylonische ballingschap (19-20)
Esther 8:2,7,8,11*: 2. Vervolgens deed de koning zijn zegelring af, die hij van Haman afgenomen had, en gaf die aan Mordechai … 7. Toen zei koning Ahasveros tegen koningin Esther en tegen de Jood Mordechai: … 8. Schrijft u dan zelf over de Joden zoals goed is in uw ogen, in naam van de koning, en verzegelt u het met de zegelring van de koning … 11. In de brieven stond dat de koning de Joden in elke stad toestond...
Christelijke vrijheid (III -slot)
Jakobus 2 vers 12 “Spreekt zó en doet zó als zij die door [de] wet van [de] vrijheid geoordeeld zullen worden”. Ware christelijke vrijheid is niet een vrijbrief om te doen wat ik maar wil doen. We hebben gezien dat het verbonden is met te leven voor Christus en voor anderen. Het wordt gevonden en genoten wanneer ik in beslag genomen wordt door Christus! In ons vers hierboven spreekt Jakobus van de “wet van de vrijheid”. De gedachte hier met...