Op de akker van Boaz (4)
Vers 5: De knecht, die over de maaiers gesteld was “Daarop zei Boaz tegen zijn knecht die over de maaiers aangesteld was: …” (hfdst. 2:5). Naast de heer van de akker en de maaiers leren we nu op de akker van Boaz een ander opmerkelijk persoon kennen. Het is de knecht die over de maaiers gesteld was. Wie kan dat zijn? Wie anders dan de Heilige Geest is bevoegd hen te onderwijzen en te leiden, die het Woord van de...
Op de akker van Boaz (3)
Vers 3: Toeval of leiding? “Daarop ging zij op weg, kwam op de akker en raapte aren achter de maaiers. En het overkwam haar dat zij op een deel van de akker van Boaz terechtkwam, die uit het geslacht van Elimelech was”. “Zo ging zij heen en kwam … En haar viel bij geval voor, een deel van het veld van Boaz …” (hfdst. 2:3 – SV). Ruth liet het niet bij goede voornemens. In overeenstemming met Naomi begint ze...
Op de akker van Boaz (2)
Vers 1: Boaz – een zeer vermogend man uit de familie van Elimelech “Nu had Naomi een bloedverwant van de kant van haar man, een zeer vermogend man, uit het geslacht van Elimelech, en zijn naam was Boaz” Ruth 2:1). In het hele eerste hoofdstuk wordt Boaz niet genoemd. Noch bij de beslissing om Bethlehem te verlaten, noch bij de gedachte naar het thuisland terug te keren, speelt Boaz een rol. Pas dan, wanneer de twee terugkomen en de gersteoogst...
Van buiten mooi, van binnen bedorven?
Is er dat? Van buiten mooi, van binnen bedorven? We weten allemaal wel te vertellen waar ons dat overkomen is. Maar niet in ons eigen leven, of? En zeker niet in het gemeenteleven! Is dit allemaal echt zo ver weg? “Al ging ik door een dal vol van schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen … U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders … Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al...
De grote geloofsdaad van Abraham (14 – slot)
Schriftplaatsen: Genesis 22:19 Abraham keert terug “Daarna keerde Abraham terug naar zijn knechten. Zij stonden op en gingen samen naar Berseba. En Abraham bleef in Berseba wonen” (Gen. 22:19). In dit vers wordt Izak niet meer genoemd. Het lijkt erop dat de Heilige Geest de indruk wil wekken, dat Izak op de berg gebleven is. Daarbij mogen we eraan denken, dat de Heer Jezus na het volbrachte werk in de hemel opgevaren en sindsdien niet meer naar de aarde teruggekeerd...
Slecht advies van een gelovige
“… zei Naomi tegen haar twee schoondochters: Ga heen, keer terug, ieder naar het huis van haar moeder. Moge de HEERE jullie goedertierenheid bewijzen, … Moge de HEERE jullie geven dat jullie rust vinden, … Toen zij hen kuste, begonnen zij luid te huilen. En zij zeiden tegen haar: Voorzeker, wij keren met u terug naar uw volk. Maar Naomi zei: Keer terug, mijn dochters! Waarom zouden jullie met mij meegaan?” (Ruth 1:8-11) Slecht advies van een gelovige “Keer terug!”...
De grote geloofsdaad van Abraham (13)
Schriftplaatsen: Genesis 22:15-18 De Engel van de HEERE roept voor de tweede maal “Daarna riep de Engel van de HEERE tot Abraham voor de tweede keer vanuit de hemel. Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de HEERE: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt, zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken …” (Gen. 22:15-17). De Heer riep Abraham een tweede keer. Bij de eerste keer had Hij...
De grote geloofsdaad van Abraham (12)
Schriftplaatsen: Genesis 22:13-14 Een ram in het struikgewas “Toen sloeg Abraham zijn ogen op en keek om, en zie, achter hem zat een ram met zijn hoorns verstrikt in het struikgewas” (Gen. 22:13). God is nooit zonder uitweg. Juist de menselijke verlegenheden zijn Zijn gelegenheden. Ook op het moment dat een plaatsvervangend offer voor Izak nodig was, had Hij een weg om Zich te verheerlijken: een ram dat met zijn hoorns verstrikt zat in het struikgewas, stond er klaar voor....
De grote geloofsdaad van Abraham (11)
Schriftplaatsen: Gen. 22:11-12 De engel van de Heer grijpt in “Maar de Engel van de HEERE riep tot hem vanuit de hemel en zei: Abraham, Abraham! Hij zei: Zie, hier ben ik. Toen zei Hij: Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets …” (Gen. 22:11,12). Tot dan toe had God zwijgend toegezien. Maar toen Abraham het mes al in zijn hand hield om zijn zoon te slachten, riep Hij hem twee maal vanuit de hemel...
De huisraad van Tobia
Nehemia 13 vers 4-9: 4. Hiervóór had Eljasib, de priester die aangesteld was over de kamers van het huis van onze God, en die verwant was aan Tobia, 5. een grote kamer voor hem gemaakt; daar brachten zij vroeger steeds het graanoffer, de wierook, de voorwerpen, de tienden van het graan, van de nieuwe wijn en de olie – overeenkomstig het gebod voor de Levieten, de zangers en de poortwachters – en het hefoffer voor de priesters. 6. Toen dit...