14 jaar geleden

Samuël en Daniël (2)

Het lofgezang van Hanna; Samuël komt in het huis van van de Heere.

Lezen: 1 Samuël 2:1-10

“De HEERE maakt arm en maakt rijk, Hij vernedert, ook verhoogt Hij” (vs. 7)*.

Dit zijn twee regels uit de lofzang van Hanna. Zij is over het geheel genomen gelukkig, als zij zich herinnert, wat zij gekregen heeft, als zij aan haar groot geschenk, aan haar Samuël denkt. En toch, als wij haar loflied precies lezen, jubelt zij niet in de eerste plaats over haar geschenk, maar over Hem die geschonken heeft, niet over de gave maar over de Gever, niet over Samuël, maar over de Heere.

1. De Heere is de gever van hun geschenk. Van Hem wil zij zingen. Hoe vaak leest u in haar lofgezang de naam “HEERE” (1 Samuël 2:1-10)? ………………………
Jakobus 1 vers 17 zegt ons: “ Elke goede gave en elk volmaakt geschenk ……………………………..

……………………………………………………………….”.

2. In Lukas 1 vindt u twee lofzangen.

a) Van wie zijn zij?

1. …………………………….. 2. …………………………

b) Deze beide liederen werden ook gezongen, omdat twee kinderen geboren waren.
Wie zijn zij?

1. …………………………….. 2. …………………………
c) Eén van deze twee is de grootste gave van God aan mensen.

Wie is dat? ………………………………………………

d) Als wij aan deze wonderbare Gave denken, wat zeggen wij dan met Paulus (2 Kor. 9:15)?

……………………………………………………………………………………………………………………….

3. Is Samuël het enige kind van Hanna gebleven? (1 Sam. 2:21)?

……………………………………………………………………………………………………………………….

4. Wij lezen nu 1 Samuël 1 vanaf vers 11 tot aan hoofdstuk 2 vers 11. Welke beloften doet Hanna, als de Heere haar een jongen schenkt?

……………………………………………………………………………………………………………………….

5. Zou een Israëliet er snel mee moeten zijn om God iets te beloven? (Lees daartoe Prediker 5:1-4)

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Maar als hij iets beloofd heeft, moet hij het ook doen en mag niet wachten.

Wat zegt vers 3 daarover?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

6. Welke richter in Israël deed God een niet overwogen gelofte, waarover hij later verschrikkelijk spijt had? (Richt. 11) ………………………………………………..

Wat beloofde hij de Heere?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

7. “… en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen” (1:11), beloofde Hanna de Heere.

a) Hoe heet iemand, die zich voor een bepaalde tijd of voor het hele leven aan de Heere wil wijden (Num. 6:1-7)? ……………………………………………

b) Voor deze gelden drie verordeningen (betreffende de wijn, het haar en het aanraken van een dode). Wat zeggen de drie verordeningen precies?

1. ……………………………………………………………………………………

2. ……………………………………………………………………………………

3. ……………………………………………………………………………………

8. a) In Richteren 13 leest u ook van een man, die van zijn geboorte af een nazireeër van de Heere was. Hoe heet hij? ………………………………………..

De geschiedenis van deze man begint goed (hfdst. 13:24-25). Maar jammer genoeg leefde hij niet altijd tot eer van God. Toen hij in de huwbare leeftijd kwam, nam hij zich, tegen de raad van zijn ouders in, een vrouw uit de het volk van de Filistijnen. Dat bracht hem later een bittere ervaring. Oh, hoeveel jonge mensen hebben zich met een huwelijkspartner verbonden, dat “in hun ogen de juiste was” (hfdst. 14:3), maar zij hebben de Heere niet gevraagd, of het werkelijk Zijn wil was.

b) Er was slechts één mens, die in alles tot eer van God leefde.

Dat is …………………………………………………………

c) Wat kon Hij van Zichzelf zeggen (Joh. 8:29b): “……………………………………….………………

…………………………………………………………………………………………………………………….”

9. Wanneer brengt Hanna de jongen in het huis van de Heere (1 Sam. 1:24a)?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Vanaf dit ogenblik hoefde Hanna de jongen niet meer te verzorgen, aangezien hij niet meer thuis was. De nauwkeurige leeftijd van Samuël ten tijde van zijn verhuizing weten wij niet, het kan 3, 4 of 6 jaar geweest zijn. Wat was hij in elk geval nog? (vers 24b)

……………………………………………………………………………………………………………………….

10. Elkana was bepaald geen arme man! Waaraan kan men dat herkennen (vs. 24)?

……………………………………………………………………………………………………………………….

11. Nu is Samuël in de dienst van de Heere. Wie controleert hem (1 Sam. 2:11)?

……………………………………………………………………………………………………………………….

 

 

* * * * * * *

Uit het hoofd leren – in het hart bewaren

Herhaal: 1 Samuël 2 vers 1-2. Leer daarnaast: 1 Samuël 2 vers 3-4.

* * * * * * *

* De tekst-aanhalingen zijn uit de Herziene Staten Vertaling.

Wil je ook mee doen? Vul de bon onderaan les 1 in en mail dan de antwoorden van de lessen (maximaal 1 les per week) naar het volgende email-adres: frissewateren@ctmax.nl

Wil je ook mee doen? Vul de bon onderaan les 1 in en mail dan de antwoorden van de lessen (maximaal 1 les per week) naar het volgende email-adres: frissewateren@ctmax.nl
Vermeld wel duidelijk waar u de antwoorden vandaan hebt.

© Frisse Wateren – rm

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW