“Gaan zij door het dorre dal van de moerbeibomen, dan maken zij God tot hun bron; ook zal de regen hen overvloedig bedekken”.
Geliefde medepelgrim, bent u misschien in droefheid, vullen tranen uw ogen? “Ween niet!”, zo wordt u toegeroepen. Zie op Jezus en u zult tot uw zegen ervaren wat een verandering zulk een zien in het geloof teweeg brengt. Het brengt licht in de duisternis, het verzacht de smart, droogt de tranen, wekt de hoop op en schenkt volharding om door alles heen voort te kunnen gaan. Zie op Hem en u zult verblijdt worden (verg. Ps. 34:5).
Evenals de weduwe van Naïn of de overste van de tempel, Jaïrus, zult u ervaren dat de Heer Jezus op de plaats van dood, wenen en weeklacht leven vreugde en dankzegging kan brengen. Hij is Dezelfde, gisteren en heden. Hij neemt kennis van uw omstandigheden, uw smarten en uw verlies. En hoe Hij eens tot helpen bereid was voordat de weduwe Hem vroeg, zo is Hij ook u vandaag nabij met Zijn kracht. Helpt Hij niet altijd zo als wij wensen, toch helpt Hij zo zoals het voor ons nuttig en heilzaam is, zodat ons niets anders over blijft dan de ene Eben-Haëzer (= steen van hulp) na de andere op te richten tot Zijn verheerlijking.
Beginnen we ermee om de wegen van God te willen doorgronden, dan zal dat een moeitevolle arbeid zijn waarmee we nooit tot een einde zullen komen. Vinden we daarentegen rust in de gedachte dat Zijn doen volkomen is, dan zijn we op de weg waar Hij ons troosten en vormen kan, zodat uit de droefheid zegen voortkomt.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW