“’s Morgens hoort U mijn stem, HEERE; ’s morgens leg ik mijn gebed voor U neer en zie ik naar U uit.”
Het einde van de vorige psalm laat zien, dat de gelovige in vrede kan slapen nadat hij tot God heeft geroepen. In de Psalm die we nu voor ons hebben, zien we de gelovige als hij ontwaakt. Als hij de dag tegemoet ziet, voelt hij zich zwak. Wat brengt deze dag hem weer? Hij weet het niet. Gelukkig weet de gelovige, dat er iemand is voor wie de komende dag geen verrassingsaanval in petto heeft. Daarom begint hij ’s ochtends vroeg weer met God te spreken. En de Heer is er om te luisteren. Dat mag de gelovige ook weten. Daarom spreekt hij niet eenvoudig in de lucht, maar weet hij ook tot Wie hij zich richt.
Hij vraagt ook in vertrouwen dat de Heer zijn gebed zal beantwoorden. Daarom zegt hij: “Let op” (vs. 2). Wat vraagt hij dan? Wel, hij weet dat hij de dag moet doorbrengen onder degenen die goddeloos zijn, onder mensen op wie vers 10 van toepassing is. Daarom vraagt hij om leiding voor de komende dag. “HEERE, leid mij in Uw gerechtigheid” (vs. 10). Dit is geen vaag en algemeen gebed, maar zeer gericht. De Heer nodigt ons uit om het voorbeeld van de psalmist te volgen. We mogen al onze wensen aan God bekend maken door gebed en smeking met dankzegging (Fil. 4:6).
In de laatste verzen van deze psalm blijkt, dat de bidder al tijdens zijn gebed een antwoordt krijgt. Gaat het u ook soms zo op dezelfde manier? U spreekt met God over een probleem en door er met Hem over te spreken, heb u al een oplossing in gedachten. Zo kan een gebed werken. Wat een krachtig hulpmiddel is het en hoe weinig gebruiken we het. Gebed bewaart ons bij God en geeft ons het bewustzijn van Zijn bescherming. Dan zullen we temidden van alle goddeloosheid gelukkig zijn, juichen en ons verblijden.
© www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 07/07/2011.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW