1. De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben?
2. Toen kwaaddoeners op mij afkwamen, om mij levend te verslinden – mijn tegenstanders en mijn vijanden – struikelden zij zelf en vielen.
3. Al belegerde mij een leger, mijn hart zou niet vrezen; al brak er een oorlog tegen mij uit, toch vertrouw ik hierop.
Vast vertrouwen
In de prachtige Psalm 27 omarmt David in de eerste drie verzen het verleden, het heden en de toekomst en schept hij daaruit moed:
Heden: de Heer is mijn licht, mijn heil, mijn levenskracht. Dat is elke dag waar. Het is niet alleen licht, heil en levenskracht – maar Hij is ook voor mij. (vs. 1)
Verleden: David had boosdoeners, onderdrukkers en vijanden zien struikelen door de macht van God en dat zij niet in staat waren om hun slechte bedoelingen te realiseren. (vs. 2)
Toekomst: Zelfs als legers zich tegen hem zouden keren, zou David erop blijven vertrouwen, dat God hem zou beschermen en hem in Zijn onmiddellijke nabijheid zou brengen. (vs. 3)
In deze verzen schijnt Davids vertrouwen in God door. Dit vertrouwen werd versterkt en geïnspireerd, omdat hij niet op de moeilijkheden zag, maar op God en naar de gemeenschap met Hem.
Laten we ervan leren!
Gerrid Setzer; www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 28/01/2013.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW