16 jaar geleden

Psalm 22:4

Dit woord legt de Heilige Geest de psalmdichter in de mond met het oog op de Heer Jezus. Wij zien daarin Zijn volkomenheid die, toen ze tot het uiterste werd beproefd, des te heerlijker geopenbaard werd. Hoewel God in de drie uren van duisternis niet antwoordde op Zijn roepen, omdat Hij vanwege de zonde daar in onze plaats het oordeel droeg, erkent de Heer Jezus daarin toch alleen de volkomen heiligheid van God. Deze heiligheid maakte het God onmogelijk het oordeel over de zonde af te zwakken, zelfs toen het de eniggeboren, geliefde Zoon was Die daaronder leed. Mocht het ook zo lijken dat God onrechtvaardig was, toen Hij Zijn Zoon strafte, de ware Rechtvaardige hield eraan vast dat God volkomen is, wanneer Hij zo handelt. Niets kan de volmaaktheid van Christus als Mens vollediger tot uitdrukking brengen. Niets toont dieper hoe volkomen Hij de plaats van de gehoorzame, onderworpen Mens heeft ingenomen, hetgeen zijn hoogtepunt bereikt in het woord: “Mijn goedheid raakt niet tot U” (Psalm 16:2).

Ach, laten wij er meer over nadenken welk een ondoorgrondelijk lijden onze zonden de Heer aanbrachten! Hoe volmaakt toont Hij Zich in dit lijden! De verheerlijking van God was Zijn grote wens, Zijn enig doel. Wanneer God in waarheid onder de lofzangen van Israël zou kunnen wonen en wij ook lofzangen zouden kunnen aanheffen voor God, dan moest Hij door Zijn bittere lijden en Zijn dood daarvoor eerst de grondslag leggen. En Hij heeft dat gedaan, Hem zij daarvoor eeuwig dank! Nadat Hij volkomen had volgehouden en de zonde had weggedaan, werd Hij “verhoord van de hoornen der eenhoornen”, en nu stemt Hijzelf de lofzang in onze harten aan. Zijn wij bereidwillig om met Zijn lof in te stemmen?

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW