3 jaar geleden

Petrus – Val en herstel (13)

Bijbelverzen: Johannes 21 vers 9-17

Stap 6: Openbaar herstel bij het kolenvuur van de Heer

 

Na Petrus hersteld te hebben in een persoonlijk en zeer vertrouwelijk gesprek, herstelt de Heer Petrus nu in het openbaar, ten overstaan van Zijn discipelen. We zijn nu terug bij een kolenvuur, maar het kolenvuur van de Heer, waar Hij openlijk Zijn liefde en zorg voor Petrus toont. We lezen Johannes 21 vers 15:

“Toen zij dan hadden ontbeten, zei Jezus tot Simon Petrus: Simon, [zoon] van Johannes1, hebt je Mij meer lief dan dezen? Hij zei tot Hem: Ja, Heer, U weet dat ik van U houd2. Hij zei tot hem: Weid mijn lammeren.”

De discipelen waren gaan vissen, maar de hele nacht hadden ze niets gevangen. Op het woord van de Heer lieten zij de netten aan de andere kant neer en zij vingen een grote hoeveelheid vis. Daarna nodigt de Heer hen uit om met Hem te ontbijten bij het houtskoolvuur en om dan Petrus aan het eind drie vragen te stellen. Drie vragen van grote diepte die het hart en het geweten van Petrus raakten.

De Heer wendt zich tot Petrus met de eerste vraag en vraagt hem of hij Hem meer liefheeft dan de andere discipelen. Hiermee komt de Heer terug op wat Petrus op dat moment in het openbaar had gezegd over zijn liefde in vergelijking met de andere discipelen. Hier gebruikt Hij het Griekse woord “agapao.” Dit woord wordt vooral in het NT gebruikt wanneer God de onvoorwaardelijkheid van Zijn liefde wil uitdrukken. Dus vraagt Hij Petrus of hij Hem onvoorwaardelijk liefheeft.

Petrus antwoordt dat hij de Heer liefheeft, maar gebruikt het Griekse woord “phileo,” een wat zwakkere uitdrukking van liefde. Hij drukt daarmee een meer emotionele liefde uit, dat wil zeggen, een liefde die iets aantrekkelijks vindt in haar voorwerp. Hoezeer moet Petrus zijn onvermogen gevoeld hebben dat hij deze onvoorwaardelijke liefde niet in de verzoeking heeft gehad. Petrus had geleerd, dat hij zichzelf niet kon vertrouwen.

Dan vraagt de Heer een tweede maal: “Heb je Mij lief?” Nu gebruikt hij opnieuw het woord “agapao,” maar laat de verwijzing naar de andere discipelen weg. De eis aan de liefde van Petrus is lager geworden, en opnieuw antwoordt Petrus met dezelfde woorden als in zijn eerste vraag, waarbij hij “phileo” gebruikt voor liefde.  Het is een duidelijke belijdenis van Petrus aan zijn Heer.

Maar de Heer gaat nog een stap verder: Hij gebruikt het woord van de belijdenis van Petrus liefde, het Griekse phileo, waarmee hij de Heer tweemaal heeft geantwoord, en stelt nu deze belijdenis op de proef. Geen woord van vermaning, geen verwijt, maar de derde vraag maakt Petrus bedroefd. Petrus laat het aan de Heer over om te beoordelen of zijn belijdenis oprecht is.

Er is geen (zelf)vertrouwen meer in zijn liefde en de kracht van zijn liefde. Dit is de houding die de Heer verlangt en daarmee heeft Hij zijn doel bereikt. Drie keer heeft Petrus de Heer verloochend, drie keer vraagt de Heer aan Petrus naar zijn liefde en herstelt Petrus zo in het openbaar. De discipelen moeten weten dat Petrus weer in de juiste relatie met de Heer staat en dat alles is opgehelderd.

Als een extra bewijs van volledig herstel, geeft de Heer Petrus een opdracht. Hij moest niet alleen een visser van mensen zijn, maar ook een herder van de hele kudde, van lammeren en schapen, met alle herdersactiviteiten die daarbij horen: Herderswerk, dat ons doet denken aan het weren van gevaar, weiden, dat verband houdt met voeden en dus met (geestelijke) gezondheid en welzijn.

Wanneer wij zo de wonderbare, herstellende genade van God voor ogen hebben, dan mogen wij weten dat deze genade ook vandaag nog voor ons werkzaam is. De Heer in Zijn grote, onbegrensde liefde wendt Zich tot ons, herstelt ons en wil ons gebruiken voor Zijn werk. Dit vervult onze harten met dankzegging en aanbidding voor deze unieke liefde!

 

NOOT:
1. Anderen lezen ‘Jona.’
2. Simon gebruikt telkens een ander woord voor liefhebben (phileo) dan de Heer gebruikt; dat de Heer echter de derde maal overneemt. Dit woord, vertaald door ‘houden van,’ heeft meer de betekenis van: gehechtheid, genegenheid (het komt o.a. nog voor in Joh. 5:20; 11:3; 16:27; 20:2); terwijl het andere Griekse woord (agapao) gebruikt wordt voor de Goddelijke liefde (het komt o.a. nog voor in Joh. 3:16,35; 11:5; 13:1,23,24; 14:21,23).

Wordt DV vervolgd.

 

Manuel Dietermann; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 05.07.2021.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW