18 jaar geleden

Petrus en Johannes (7)

De opening van Uw woorden geeft licht

(Psalm 119 vers 130a)

Les 7

 

Enkele praktische tips:
• Neem alle gevraagde Bijbelverzen over – schrijf ze op in een speciaal Bijbelstudie-schrift – maar óók de plaats waar ze staan. Dit is om zelf te leren en te onthouden, alsmede voor eigen gemak en de duidelijkheid.
• Leer bij elke les een Bijbeltekst en stuur de les niet eerder op voordat u de tekst kent. Als u het mocht overkomen dat u – net als vele van onze medebroeders- en zusters in China en Noord-Korea – door vervolging niet meer de beschikking hebt over een Bijbel, dan hebt u toch het Woord “paraat”.
• U/je mag altijd vragen stellen, ook over andere onderwerpen dan in deze lessen. Uw/jouw vragen worden discreet behandeld.
• bepaal zelf het tempo maar maximaal één les per 14 dagen mailen.
• Hoe kan ik deelnemen aan deze cursus? Zie onderaan les 1.

Beste cursist(e),

Je hebt gezien dat ieder mens een keuze moet maken: voor òf tegen de Heer. Dat is nu zo, maar dat was in de tijd van Petrus en Johannes óók zo. In Handelingen 4 lezen we, dat ze deden wat de Heer tegen hen gezegd had: “… u zult Mijn getuigen zijn”. Geld hebben ze niet, maar wat ze hebben, dat geven ze. De kreupele man wordt genezen. Natuurlijk willen veel mensen dat zien en ook luisteren ze naar Petrus en Johannes. Zij vertellen al die mensen over de Heer Jezus. Het gevolg is:

Veel mensen zijn in de Heer gaan geloven.Maar er zijn ook mensen, die dat juist niet willen. We lezen dat er belangrijke Joden zijn, die helemaal niets van de Heer Jezus willen weten. Zij laten Petrus en Johannes zelfs in de gevangenis opsluiten …

Misschien zijn ze nu wel teleurgesteld. Wat moeten ze nu in de gevangenis? Maar ook hiermee heeft de Heer een plan. Bij God is er géén toeval.

Vraag 1

Wat staat er in Romeinen 8:28?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Dat hebben ook Petrus en Johannes gemerkt. Want de volgende dag worden ze verhoord door de hogepriester en andere belangrijke Joden. Ze moeten precies aan hen vertellen wat er gebeurd is en wat ze tegen het volk zeggen. Nu kan Petrus ook aan hèn over de Heer Jezus vertellen. Als zij hen niet gevangen hadden gezet, dan hadden Petrus en Johannes hen niet over de Heer kunnen vertellen. Hoe Hij geleefd heeft op aarde en dat Hij gekruisigd en opgestaan is. En ook, dat de kreupele man door de Heer genezen is.

Ja, dat hebben zij ook wel gezien, die man is weer helemaal beter. Ook al snappen ze er eigenlijk niets van. Ze zien ook dat Petrus helemaal niet bang is om tegen deze geleerde mannen over de Heer te spreken. Terwijl Petrus en Johannes toch maar eenvoudige vissersmensen zijn, die misschien nooit naar school zijn geweest. Weet je hoe het komt, dat ze het niet snappen? Zij weten niet, dat dit het werk van de Heilige Geest is. Wèl weten ze, dat die Petrus en Johannes altijd bij de Heer Jezus waren.
Wat is dat fijn, als dát van je gezegd kan worden. Je hoeft niet geleerd te zijn. Je hoeft geen geweldige baan te hebben. Nee, als de mensen maar kunnen merken, dat je een èchte Christen bent. Als je door wat je doet of zegt, maar laat zien dat je bij de Heer hoort.

Vraag 2

Wat staat er in Matthéüs 5:16?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Na het verhoor worden Petrus en Johannes weer terug gebracht naar de gevangenis, zodat ze kunnen overleggen wat ze met hen moeten doen. Ze willen hen niet zonder straf vrijlaten. Maar ze willen ook niet dat de apostelen steeds weer over die Jezus vertellen. Ze laten hen weer uit de gevangenis halen en verbieden hen om nog meer aan het volk te vertellen over de Heer Jezus. Die Naam mogen ze tegen niemand meer uitspreken.

Maar daar zijn Petrus en Johannes het niet mee eens.

Vraag 3

Wat antwoorden zij?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Ze zijn zo vol van alles wat ze van de Heer gezien en gehoord hebben, dat ze er niet over kunnen zwijgen!

Tenslotte laat men hen vrij, omdat ze bang zijn voor het ‘gewone’ volk. Want die “verheerlijkten allen God over hetgeen er geschied was”, lezen we in Handelingen 4:21.
Petrus en Johannes gaan direct naar hun vrienden en vertellen hen alles wat er gebeurd is. Dan danken ze samen de Heer en vragen of Hij hen verder wil helpen.

De Heer heeft nog meer plannen met Petrus. Petrus dacht eerst, dat hij alleen maar aan Joden van de Heer mocht vertellen. Maar de Heer wil dat hij ook aan andere mensen over Hem gaat vertellen.
Op een dag heeft de Heer dat ook tegen Petrus gezegd, in een droom. Dat was toen Petrus bij iemand in Joppe logeerde (daarvan lezen we in Handelingen 10). Terwijl hij daar is, komen er mensen uit Ceasaréa hem bezoeken. Het zijn twee knechten en een soldaat. De Romeinse hoofdman Cornelius, die in de Heer gelooft, heeft hen gestuurd en ze vragen of Petrus mee wil gaan.

Vraag 4

We lezen dat in Handelingen 10:5. Wil je dat vers hier opschrijven?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Een engel van de Heer heeft hem verteld dat hij Petrus moet laten halen, om meer over de Heer te horen. De Heer zorgde er dus Zèlf voor, dat ook aan Romeinen over Hem verteld kon worden. Want als De Heer dat niet tegen Petrus gezegd had, was hij natuurlijk nooit met die mannen meegegaan, want het waren immers geen Joden. De volgende dag gaan ze met z’n allen op reis naar Cesaréa. Als ze het huis van Cornelius binnengaan, ziet Petrus dat er al een heleboel mensen op hem zitten te wachten.

Vraag 5

Uit eerbied voor hem, knielt Cornelius voor Petrus neer. Maar Petrus vindt dit niet goed. Wat zegt hij?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Petrus wil geen eer van mensen. Het gaat niet om hemzelf, maar om de Heer. En Petrus vertelt hoe de Heer hem duidelijk gemaakt heeft, toch mee te gaan naar een Romein.

Helaas zijn er nog wel eens Christenen, die het fijn vinden dat men hen verheerlijkt. Als dit een ‘chronisch’ verlangen van hen is, en er wordt aan voldaan door hun medegelovigen, zal dit veel schade veroorzaken voor hun zielen en een ernstige val kunnen veroorzaken. Daarbij hebben hun medegelovigen ook hun verantwoording en behoren hem (of haar) niet in zo’n ‘verleiding’ te brengen. ‘Til je medechristen niet over het paard’, is een goed devies. Dat betekent natuurlijk niet dat je niet iemand mag ‘eren’ om iets wat hij of zij gezegd of gedaan heeft. Maar het moet altijd zo zijn: “Wie roemt, laat hij roemen in de Heer” (1 Korinthe 1:31 – Telos). Wel is de Bijbel er duidelijk over om iemand te roemen als hij er niet bij is (hoewel er ook enkele voorbeelden zijn, dat iemand rechtstreeks geroemd wordt). Het goede in iemand roemen, is dus op zichzelf niet verkeerd maar we moeten er wel ‘voorzichtig’ mee om gaan.

Vraag 6

Lees eens vers 28. Wat mag Petrus van de Heer van geen mens zeggen?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Vraag 7

Als ook Cornelius vertelt heeft, hoe alles gegaan is, wat zegt Petrus dan in vers 34 en 35?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Dat betekent dat God geen onderscheid maakt. Iedereen is voor Hem gelijk. En Hij houdt van iedereen die bij Hem wil horen en doet wat Hij zegt. En het maakt niet uit tot welk volk (welk ras) iemand behoort.

Dat is ook heel erg belangrijk voor ons om te weten. Wij denken soms wel eens dat we beter zijn dan iemand anders: dan je klasgenoten, collega’s of misschien wel de buitenlandse buren. Maar voor God maakt het helemaal niets uit, hoe, wie of wat je bent. Voor God is iedereen gelijk! Dit heeft Petrus moeten leren. Voor ons geldt dat ook. Of je nu blank bent of bruin of zwart. Of je nu goed kunt lopen of niet. Of je goed bent in rekenen of niet. Voor de Heer maakt dat niet uit, Hij kijkt alleen naar je hart!
Denk dus maar niet, dat je beter bent dan een ander. Als je niet met heel je hart in de Heer gelooft, heeft Hij niets aan jou!
Voor Hem is het alleen maar belangrijk of je bij Hem wilt horen en wilt doen wat Hij zegt. Of je leven tot eer van Hem is. Hebben we niet allemaal soms moeite hiermee?

Vraag 8

Wat zegt Petrus in 1 Petrus 4:11?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Dus wat wij zeggen of doen, moet tot eer van God zijn. Het gaat niet om ons, maar om Hem!

Daarvan is Petrus een duidelijk voorbeeld voor ons. Hij wil graag dat de Heer steeds groter, steeds belangrijker wordt voor ons.

Vraag 9

Wat zegt hij in het eerste stukje van 2 Petrus 3:18?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Hij wil dus graag dat we ‘opwassen’, dat betekent groeien in de genade en kennis van onze Heer. Dus dat we de Heer steeds beter leren kennen.

Ook geeft Petrus nog een prachtige belofte aan ons. Want soms kun je het best eens moeilijk hebben.

Vraag 10

Wat staat er in 1 Petrus 5:7 en wat spreekt jou ‘het meest’ aan?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Het woord ‘werpen’ in deze tekst, betekent ‘met kracht van je afgooien’. Ook wil ik je wijzen op het woordje ‘want’. De Heer zorgt voor ons – dat is een feit, zegt hier de apostel eigenlijk – en dáárom behoren wij onze zorgen op Hem te werpen. En Hij kan heel goed ‘vangen’!!! Wat Hij van ons opvangt, laat Hij ook niet meer los. Wat een troost!!!

Met hartelijke frisse groet en … D.V. heel graag tot de volgende keer.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW