17 jaar geleden

Pasen – De Man van smarten

Enkele gedachten over een Man, die de bijbel noemt “de Man van smarten”. Als wij deze man van smarten meer zouden begrijpen, meer zouden volgen ook in Zijn lijden en sterven op Golgotha, zou ons dat zeker dichter bij Hem brengen. Hoe groot is deze Persoon, dat zelfs na zoveel eeuwen Hij nog steeds actueel is en er niemand in deze wereld is die aan Hem voorbij kan gaan. Vroeg of laat krijgt u met Hem te maken. Ik hoop van vroeg opdat u Hem dan als Redder zult ontmoeten. Er is niemand als Hij …

“Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en [een] [ieder] was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was” (Jesaja 53:3-4).

De Man van smarten

Enkele vragen die op kunnen komen en … enkele antwoorden.

Wie is dat toch, die Man van smarten? En wat heb ik met Hem van doen? Wat moet ik anno 2008 toch met zo’n Man? En waarom was Hij de onwaardigste onder de mensen? Hij heeft er toch alles aan gedaan om de mens weer tot God terug te brengen? Is Hij niet die timmerman die naar een kruis verwezen werd en Die gekroond werd met doornen in plaats van met een koningskroon? Dan zal er wel iets mis met Hem zijn geweest. Je wordt immers toch niet zomaar naar een kruis gebracht om daar te sterven? En zeker niet onder de Romeinse overheersing van die dagen. Daar werd toch eerlijk recht gesproken?

Zo kunnen we nog een heleboel vragen stellen. Maar laten we alvast een paar antwoorden geven. Die “Man van smarten” is de Heer Jezus Christus, de Zoon van God, Die mijn smarten heeft gedragen. De joden en de volkeren moesten Hem niet. Zijn eigen volk heeft zelfs geroepen: Weg met Hem! Weg met Hem! Dat kun je allemaal in de bijbel lezen. En geloof het: zo is het gegaan!

Maar nu kom ik alweer tot een vraag: waarom ging Hij dan helemaal dat traject afleggen van de kribbe tot het kruis? Dat had toch ook wel anders gekund? Daar wil ik twee dingen van zeggen:

  1. Wel, dat deed Hij in de eerste plaats om God te verheerlijken ten opzichte van uw en mijn zonde(n).
  2. Ten tweede deed Hij dat om u en mij te redden van het eeuwige oordeel van God.

De mens, u en ik, wij hadden de eer van God geroofd en waren in opstand tegen Hem gekomen. Dat kennen we toch wel, opstand tegen God? Wij kunnen toch zeker wel onze eigen boontjes doppen? Ik ben toch niet zo slecht als de bijbel dat voorschildert? Ik weet het toch veel beter dan God? God kent mij helemaal niet? Hij zou er nog raar van opkijken als Hij eens zag hoe ik werkelijk ben? Wees maar gerust hoor, God kent u echt en nog veel beter dan u en ik onszelf kennen. Daarom is het oordeel van God over de mens ook volkomen rechtvaardig. De mens is van nature uit totaal slecht en verdorven. Beste meneer van Frisse Wateren, wat bent u toch zwartgallig? Ho, wacht even, dat ben ik niet, want van nature uit zeg ik hetzelfde als u. Het punt is echter dat God een ander oordeel heeft en als wij in Zijn licht komen dan zien we ook dat Hij volkomen gelijk heeft. Wees eens eerlijk: evoleert de mens richting het goede? Is het vandaag dan beter als laten we zeggen 200 jaar of 60 jaar geleden? Gaan we als wereldburgers beter met elkaar om? Beter dan die domme Kaïn, zegt u misschien. Die vermoordde zijn eigen broer. Dat zou ik niet doen! Maar laten we nu God eens het woord geven. Wat zegt Hij daar nu van?

Dan neem ik u even mee naar Romeinen 3: “Er is geen rechtvaardige …”. Ho, wacht even, zegt u, maar ik dan? En ik ken nog iemand die mijns inziens volkomen eerlijk en rechtvaardig is. Maar God voegt eraan toe: “ook niet één” (Romeinen 3:10). Zo, dat is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Dat is toch duidelijk! Punt uit! “Want allen hebben gezondigd en bereiken de heerlijkheid van God niet” (Romeinen 3:23). Allen dus!

En voor hen die dit toegeven, dit erkennen, wat God daar zegt, is er hoop. Zij die geloven dus! En zij die niet geloven, hoe edel zij in de ogen van de mensen ook zijn of geweest zijn, zij zullen in het oordeel van God komen. Hun deel is met de duivel in de poel van het vuur. Zij staan namelijk niet gescheven in het boek van het leven (zie Openbaring 20:15).

Het oordeel van God

Is God dan zó hard? Hij is toch de God van liefde? Ja, dat is Hij en hoe!!! Hij gaf zelfs Zijn eigen Zoon om in uw en mijn plaats het oordeel over onze zonden te dragen. “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Johannes 3:16). En deze Zoon van God is nu die “Man van smarten”.

Dat oordeel had ik eigenlijk verdiend omdat dat het loon van de zonde is (Romeinen 6:23a). Niet Híj had dat verdiend. Dat moge duidelijk zijn! Hij heeft geen zonde gekend noch gedaan (2 Korinthe 5:21; 1 Petrus 2:24). Hij was volkomen rein en onberispelijk (1 Petrus 1:19). Toch is Hij gekomen om die verschrikkelijke plaats aan het kruis van Golgotha in te nemen. Uw en mijn plaats. Hier op aarde was er tijdens Zijn leven al geen plaats om Zijn hoofd neer te leggen. Zelfs de vogels van de hemel hebben nesten en de vossen hebben holen, zo zegt de bijbel. Voor Hem was er maar één plaats: Golgotha! En hoe heeft Hij daar geleden!!! Hij, die de verschrikking van al mijn zonden en zondigheid ondervond toen Hij daar leed aan het kruis. Eerst werd Hij al door de mensen verlaten. Van hun zijde ondervond Hij niets anders dan smaad en hoon en werd Hij gekroond met doornen. Let wel: Hij liet Zich zo behandelen, omdat Hij u en mij zag … en aan u en mij de weg wilde openen tot het hart van God de Vader. Dat kon alleen als het probleem van de zonde opgelost was. Daartoe liet Hij zich kruisigen. Daartoe droeg Hij al mijn zonden in Zijn heilig lichaam (1 Petrus 2:24). Hij had alle macht in hemel en op aarde. Hij had door één woord al Zijn vijanden kunnen wegvagen. Dat bewijst Hij duidelijk in Johannes 18. Hij zei alleen maar: “Ik ben het”. Toen deinsden zij allen achteruit en vielen op de grond. Wat een macht! Maar Hij had een missie en gebruikte daarvoor alleen de macht van Zijn liefde. Hij zegt daar even verder: “… als gij dan Mij zoekt, laat dezen heengaan” (zie Johannes 18:4-11). Zo kunnen wij heengaan!!! Dat wil zeggen dat wij Iemand hebben die in onze plaats wilde staan.

Een oud lied zegt terecht:

Ja, ik kost Hem die slagen,
die smarten en die hoon;
ik doe dat kleed Hem dragen,
dat riet, die doornenkroon;
ik sloeg Hem al die wonden,
voor mij moet hij daar staan;
ik deed door mijne zonden,
Hem al die jamm’ren aan.

Zijn wij ons dit bewust?

Zijn Lijden

Maar als wij Hem dan zien lijden van de zijde van de mensen is dat nog niet het einde. Nee, het zou nog veel erger worden. Hoe verschrikkelijk is eenzaamheid voor een mens. Wat is er veel eenzaamheid onder de mensen. Maar als er één persoon eenzaam geweest is, dan is dat wel de Man van smarten. In de Psalmen lezen we er profetisch al over. “Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis” (Psalm 88:19). Maar het zou nog veel erger voor Hem worden. En we moeten niet vergeten dat wij, wat Zijn lijden betreft, veraf staan. Wij zijn door de zonde zo afgestompt, dat het helemaal niet mogelijk is om in te voelen wat Hij gevoeld heeft toen Hij verlaten werd. Zoals gezegd, het zou nog veel erger worden want God moest Zijn hand uitstrekken naar Zijn Zoon. God moest Hem treffen, Hem de reine. God moest Hem slaan. “Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen de Man, Die Mijn Metgezel is”, zo zegt Zacharia 13:7 het. Wat zei Hijzelf aan het eind van die drie uren van duistenis? “Eli, Eli, lama sabachthani? Dat is: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Mattheüs 27:46). Ook dat vinden we profetisch in de Psalmen (Psalm 22:2). Wat een verschrikkelijke eenzaamheid moet dat voor Hem geweest zijn!!!

Zo droeg Hij onze smarten. Uw en mijn smarten. Hij was uw en mijn Plaatsvervanger in het rechtvaardig oordeel van God. En als wij Hem aangenomen hebben als Heer en Heiland, dan weten we het: “Het is volbracht!” (Johannes 19:30). En wij hebben de genadegave van God ontvangen, namelijk het eeuwige leven! (Romeinen 6:23b).

Elke zondag Pasen

“Want ook ons Pascha, Christus, is geslacht” (1 Korinthe 5:7b). Als wij als gemeente vandaag samenkomen dan mogen we ons op de eerste dag van de week bezig houden met deze Man van smarten. Elke zondag mogen wij het brood breken en aan Hem denken en voldoen aan de wens van Zijn liefdevolle hart: “Doet dit tot Mijn gedachtenis” (Lukas 22:19-20). Dan is het elke zondag Pasen! Waarom doen we dat niet meer of zo weinig? Komt dat misschien omdat wij ver verwijderd zijn geraakt van het bewustzijn van Zijn noodzakelijk lijden en sterven voor ons? Hij verlangt ernaar door Zijn volk genaderd te worden met offers van lof en dank en aanbidding. Deze offers kunnen alleen gebracht worden, als wij zien op het Volmaakte Offer, onze Heer en Heiland Jezus Christus. Wij zijn een geestelijk huis, een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden te offeren, die aangenaam zijn door Jezus Christus (zie 1 Petrus 2:5). Dit moeten we toch niet beperken tot Pasen. Dat is tenslotte maar één keer per jaar. Ook moeten we dat niet overlaten aan hen die door menselijke instellingen zijn aangesteld als priester. Nee, u en ik zijn allen priesters geworden. Wij mogen nu vrij naar binnen gaan in het heilgdom (zie Hebreeën 10:19) met offers van lof en dank en aanbidding. Dat is Hij, onze Man van smarten, toch zeker meer dan waard?

Zou het dan misschien niet tijd worden dat ook alle kerkelijke tradities m.b.t. o.a. Pasen eens goed ‘doorgelicht’ worden aan de hand van de bijbel? Als wij ons willen buigen voor de bijbel, het Woord van God, alleen, dan zullen er ongetwijfeld dingen veranderen in ons leven maar ook in ons gemeenschappelijk samenkomen als gemeente van God in deze tijd!!! Misschien gaan we dan wel elke eerste dag van de week het brood breken en onze Heer en Heiland gedenken aan Zijn tafel. Elke zondag Pasen, elke zondag avondmaal! Als er een predikant of voorganger is die dit leest, roep ik hen daar in het bjzonder toe op. Wat zal Hij verheerlijkt worden als Hij – die we in dit artikel als de Man van smarten overdacht hebben – weer de plaats ontvangt in het midden van Zijn volk die Hem alleen toekomt, ontdaan van alle ‘vleselijke’ inbreng van de kant van ons. Wanneer wij opnieuw de ‘stilte van de aanbidding’ ontdekken, zonder gestoord te worden door allerlei meer of minder mooie instrumenten. Alleen het instrument dat de Heilige Geest bedient, ons hart, zal overstromen van bewondering voor de Man van smarten. Ja, dan kunnen we heerlijke dingen verwachten die de Heilige Geest bewerkt in het midden van de gemeente. We hoeven dan ook niet meer bang te zijn dat het niet goed, gaat want de Heer Zelf werkt door Zijn Geest in ons midden. Hijzelf zal de lofzang aanheffen in het midden van de gemeente (zie Hebreeën 2:12).

Kan dit dan nog vandaag? Ja, dit kan vandaag nog en het gebeurt zelfs ook nog hier en daar, en wel over de gehele wereld. En weliswaar – ik haast mij om dat eraan toe te voegen – in grote zwakheid. Echter als wij deze zwakheid erkennen en Hem belijden, zal Hij ons daarin ook helpen. Dan zal ons hart en oog getrokken worden naar Hem Die het Middelpunt is van de Zijnen. In het kader van dit artikel hebben we alleen over het avondmaal (Pasen) maar de gemeente komt niet alleen samen om het avondmaal te hebben. Nee, ook is daar het Woord van God dat gebracht wordt en het gebed (de bidstond) en door dit alles heen de gemeenschap die er is onder hen die gekocht zijn door het kostbare bloed van het Lam (zie onder andere Handelingen 2:42; 1 Korinthe 11-14). Op deze aspecten – en er zijn er nog wel meer – gaan we hier nu niet verder in. Nu gaat het om Hem Die Zijn kostbaar bloed vergoot op het kruis van Golgotha waaraan we in onze stille tijden én tijdens onze samenkomsten rondom Hem mogen denken. Hoe meer we aan Hem denken, hoe groter Hij voor ons wordt; hoe groter ook het verlangen om Hem te dienen en Hem te gehoorzamen en Zijn liefde te beantwoorden! “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19).

Ter herinnering aan Hem, de Man van smarten tot slot nog het volgende lied:

Hoeveel smart hebt U verdragen,
hoeveel tranen hier geweend.
Alles wat wij moesten dragen,
lag op U, o Heer, vereend.
Door Uw bloed zijn wij beveiligd,
tot Uw zaal’ge dienst geheiligd.
Uwe liefde wankelt niet,
Uwe liefde wankelt niet.

Kunt u, kun jij dit lied ook van harte meezingen?

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW