11 jaar geleden

Pasen

18.04.2014

In deze dagen zullen weer miljoenen christenen “hun” Paasfeest vieren. Velen verbergen kleurrijke beschilderde paaseieren en in de loop der jaren is Pasen voor de Kerst, als het gaat om het geven van geschenken, een grote concurrent geworden, enz. Maar wat heeft Pasen met de Bijbel te maken?

Oorsprong

Het is niet eenvoudig om de oorsprong van het woord “Pasen” te verklaren (etymologie). Terwijl bijvoorbeeld Wikipedia Pasen van het Oud-Germaanse afleidt (Ausro, Ausro) en van de dageraad uit het oosten spreekt, van waaruit het volk van Israël hun Messias verwacht, denken vele anderen aan de vruchtbaarheidsgodin Astarte.

Astarte was een belangrijke godin in heidense afgoderij en komt al heel vroeg als een afgod in het leven van het volk Israël, die het volk wegvoerden van God naar heidense afgoden. Astarte was een godin van de Sidoniërs. Salomo viel ten prooi aan haar (vgl. 1 Kon. 11:5; 2 Kon. 23:13), en ook de steeds weer genoemde Asherah schijnt terug te gaan op Astarte.

Pasen – Pascha?

Pasen valt op de tijd van het Pascha en houdt qua inhoud hiermee verband. Paaszondag herdenkt de opstanding van Jezus Christus. Vergelijkbaar met het zogenaamde Kerstfeest lijkt dan ook Pasen een mix van de christelijke traditie en heidense afgoderij zijn. Blijkbaar werd het Paasfeest in het jaar 325 op het Concilie van Nicea vastgesteld. Het zogenaamde Paaslam gaat ongetwijfeld terug naar het Pascha-lam, dat op de 14e dag van de eerste maand in Israël geslacht moest worden (Ex. 12).

Het feit dat Pasen eigenlijk teruggaat naar een heidense afgoderij, blijkt uit de zo graag gebruikte zogenaamde paaseieren. De traditie van het verven van eieren is sinds de 12e eeuw bekend. Al in de Sumerische en later in de Romeinse graven werden, zoals men kan nalezen, gekleurde eieren als grafgiften gebruikt. Het ei is een gemeenschappelijk symbool van leven en vruchtbaarheid. Alleen dat past bij de vruchtbaarheidsgodin Astarte – overigens ook bij de symbolen van Kerstmis. Het ei speelt in veel mythen over de oorsprong van de wereld een belangrijke rol. Het “wereld-ei” wordt in de hindoeïstische, Egyptische, Chinese en Griekse mythen ook genoemd, zoals in Japan, Finland en de Fiji-eilanden.

Paasei – Paashaas

Niet alleen dat, maar ook de zogenaamde paashaas heeft met de Bijbel niets te maken, en met de dood en opstanding van onze Heer Jezus Christus natuurlijk helemaal niets. In de Noord-Amerikaanse mythologie worden hazen beschouwd als dragers van cultuur en de oude Slavische religie kende waarschijnlijk de hazen-god “Medein”. Het bestaan ​​van de hazenkop-achtige Germaanse vruchtbaarheidsgodin Oestra of Eostrens, die de naamgever van Pasen moet worden genoemd, wordt alleen erkend door sommige onderzoekers erkend. Het is duidelijk dat de haas tot de groep van de vruchtbaarheidssymbolen behoort.

Christenen en Pasen

Wat  hebben wij christenen nu te maken met dit zogenaamde Paasfeest? Volgens deze relaties van Pasen met heidense feesten hebben wij christenen met “Pasen” niets te maken. Waarschijnlijk zullen velen zeggen dat ze Pasen helemaal niet vieren. Het enige wat ze zouden doen, is chocolade paashazen en gekleurde eieren verstoppen voor de kinderen. Nu is er natuurlijk niets tegen kleurrijke eieren en chocoladehazen in te brengen. Maar het is toch vreemd, dat we het belangrijk vinden om ons volgens de Schrift van de wereld af te zonderen en aan deze (niet-bijbelse) feesten, die door de zogenaamde kerken uit het heidendom in het Christendom werden overgenomen om de kerk ook voor zulke mensen aantrekkelijk te maken, maar deel te nemen. Wat is dan eigenlijk de viering van Pasen?

Paulus schreef aan de Galaten: “U houdt zich aan dagen, maanden, tijden en jaren. Ik vrees voor u dat ik mij misschien tevergeefs voor u heb ingespannen” (Gal. 4:10,11). Aan de Kolossenzen schrijft hij: “Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus”.

Wie zich zo vastklampt aan een dergelijk feest of een nieuwe maan of sabbat, verbindt zich met een schaduw. Ook degenen die Pasen als een christelijke achtergrond vieren, houden aan een schaduw vast. Een schaduw echter vertoont geen contouren en details. Deze kunnen we volgens de Schrift alleen bij Christus zelf vinden. De vermenging van christelijke traditie en heidense gewoonten (in dit geval zelfs afgoderij) moet ons met het oog op dergelijke “feestdagen” te denken geven.

Zwak – sterk?

Nu kun men stellen, dat noch het paasei noch de chocoladehaas “aan een afgod is opgeofferd” (vgl. 1 Kor. 10:28). Is het dan gewoon een kwestie van het geweten, een kwestie van “zwakke” en “sterke” gelovigen? Het is belangrijk te bedenken dat het in het geval van Romeinen 14 en 1 Korinthe 8 vers 10 ging om het eten van vlees, dat God in het Oude Testament als “onrein” verboden had, maar dat Hij dat nu expliciet toestond. De “zwakke” hield zich dan aan de door God gegeven wet, de “sterke” leefde in de christelijke vrijheid, die het eten van alle vlees was toegestaan. In die tijd was het gebruikelijk dat het vlees eerst aan afgoden werd geofferd. Als men nu wist, dat een broeder daarmee problemen had en dreigde toe te treden tot de cultus van de afgoden, moest men van dit (voorheen onreine) vlees niet eten. Persoonlijk echter waren ze vrij om ervan te eten, als er geen (zwakke) broeder aanwezig was (vgl. 1 Kor. 10:28,29).

Zijn Kerstmis en Pasen nu met dit probleem vergelijkbaar? Daarbij moeten we ermee rekening houden dat het bij de kwestie van het vlees om iets ging, dat God in de oudtestamentische eredienst anders geregeld had, dan het in het onderwijs van het Nieuwe Testament behandeld wordt. Maar dat heeft met deze zogenaamde christelijke feesten niets te maken. We moeten evenwel vandaag niet de afgodendienst zien in het verbergen van paaseieren, zoals het oorspronkelijk daarin lag. Maar het gaat om iets, dat ten dele op de verkeerde tijd en inhoudelijk op een absurde wijze met christelijke inhoud verbonden wordt. Daarbij is het een gedrag van het vlees, uiterlijke dingen – zoals we het in het jodendom vinden – met innerlijke waarheid (dat hier nog niet eens een rol speelt) te verbinden.

Afgoderij

God had een afschuw van het gouden kalf, dat Aaron gebouwd had. het volk wilde niet de afgoden aanbidden, maar God zelf in dit kalf aanbidden. Maar God kan niet met deze vorm van aanbidding instemmen. Voor Hem was het afgoderij. Want God kan men niet eren, zoals men het zelf voor juist houdt, maar alleen zo, zoals God het ons heeft geopenbaard in Zijn Woord. Kunnen we ons met deze achtergrond met een Paasfeest identificeren? We willen ons steeds weer afvragen, of dat, wat we doen, Gods goedkeuring vinden kan. Of wij dat, wat we doen, ook aan Zijn hand doen kunnen.

Maar om niet weer verkeerd begrepen te worden: Natuurlijk kan men de paastijd zeer goed als aanleiding voor evangelisatie gebruiken. Maar dat is een heel andere zaak en zou ons allen moeten activeren …

© bibelpraxis.de, Manuel Seibel

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW