Numeri 13:16
Jozua was al ongeveer 80 jaar oud, toen hij van God, door middel van Mozes, een andere naam kreeg. Hij was geen gewone man. Integendeel, hij, de dienstknecht van Mozes, zou na diens dood het volk Israël in het land Kanaän brengen. De eerste keer dat wij van hem lezen, is hij aanvoerder van het leger in de strijd tegen Amalek. “Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards” (Exodus 17:13). We lezen ook van hem dat hij vervuld was met “de Geest der wijsheid” (Deuteronomium 34:9). Zijn leven was rijk aan ervaringen. Hij had de redding van God door het bloed van het paaslam meegemaakt, maar ook de bevrijding door de Rode Zee. Eveneens had hij de goedheid en lankmoedigheid van God gezien, doordat Hij het volk veertig jaar lang in de woestijn van eten en drinken voorzag. Zijn naam “Hoséa” betekent ‘Redding’; maar hij moest hoe langer hoe meer vaststellen: ‘De HEERE is Redder’. Dit werd aan het eind van zijn leven in zijn nieuwe naam tot uitdrukking gebracht.
Ja, beste gelovige, hoe ouder we worden, hoe meer we leren inzien dat de redding niet bij ons, maar bij en in onze Heer Jezus te vinden is. Hij is de ware Jozua. Onze macht is van generlei waarde. We mogen met grote dankbaarheid vaststellen: “Gij zijt mijn Hulp en mijn Bevrijder”. Alleen in Hem ligt onze vreugde en kracht. Johannes schrijft van de vaders in Christus: “Ik schrijf u, vaders, omdat gij Hem kent, Die van het begin af is” (1 Johannes 2:13). Als ons hart in Hem rust en onze blikken op Hem gericht zijn, hebben wij genoeg aan Hem. In dezelfde mate waarin Hij in waarde voor ons toeneemt, daalt het belang van ons eigen ‘ik’.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW