Normen en waarden van Balkenende: is het dat?
December 2004.
Een droevig bericht schokte het koninklijk huis en ons land. Zijne koninklijke hoogheid, Prins Bernhard, de prins der Nederlanden, is overleden. Zelfs de sterke prins was het gezet “eenmaal te sterven”. Een groot verlies voor ons land en volk, ongetwijfeld. Het koninklijk huis wordt dit jaar wel getroffen door verdriet. Geve de Heer dat zij allen hun troost en hulp bij Hem zullen zoeken en vinden. Dat ook deze gebeurtenis tot hun en onze zielen mogen spreken.
God, de hartenkenner
We weten dat elk mens een ziel heeft die gered kan worden en die verloren kan gaan. Wat de prins betreft wil en kan ik daar geen uitspraak over doen. Zoals de meesten van u, allen waarschijnlijk, kwam ik niet bij hem over de vloer om zo nu en dan een kopje koffie of thee te drinken, dus kende ik hem niet. Ook diegenen die dat voorrecht wel hadden zullen ook zeker hem niet gekend hebben. Wie doorgrondt het hart van de mens? Dat kan God alleen. Zegt de Bijbel niet:
- “HEERE! Gij doorgrondt en kent mij” (Psalm 139:1); en
- “De smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft de harten” (Spreuken 17:3).
De Heer kent het hart van u en mij, van ieder mens, dus kende Hij ook het hart van de prins. Of hij behouden of verloren is … dat moeten wij aan God overlaten. God kan gelukkig heel goed Zijn eigen boekhouding bijhouden. Wat het leven van de prins betreft onder ons volk, daarover gaat het nu in de media. Allerlei loftuitingen, allerlei kritiek ook. Daar wil ik nu hier niets aan toevoegen.
Een Bijbels advies
De Bijbel geeft ook een advies als het gaat om prinsen. Daar moeten we maar eens over nadenken.
- “Het is beter tot de HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen” (Psalm 118:9).
- “Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is” (Psalm 146:3).
Overigens moeten we dat niet alleen letterlijk toepassen op prinsen, dat begrijpen we wel. Ook daar is de Bijbel heel duidelijk over. “Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt …” (Jeremia 17:5).
Voor koningen en alle hooggeplaatsten
Graag wil ik bij dit overlijden van onze geliefde prins wijzen op iets, dat is dat wij als Christenen een dure plicht en taak hebben om voor hen die “hoog” gezeten zijn te bidden. Dat vergeten we misschien wel eens. De reden dat we dit moeten doen, vinden we ook in de Bijbel.
“Ik vermaan u dan vóór alle dingen, dat smekingen, gebeden, voorbiddingen en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten, opdat wij een rustig en stil leven mogen leiden in alle godsvrucht en eerbaarheid. Want dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil dat alle mensen behouden worden en tot de kennis van de waarheid komen” (1 Timotheüs 2:1-4).
Bij ons gebed is het zeker ook goed te denken aan het feit dat God wil dat alle mensen behouden worden, dus ook hooggeplaatsten. Moeten we dan maar “geestelijk infiltreren” in het koninklijk paleis of in de overheden? Nee, dat niet, maar wel dat we ernst maken met onze roeping als Christen om te “getuigen” in de breedste zin van het woord. Dat betekent dat we net als Abraham als een hemelburger door deze wereld trekken, niet als bezitters maar als “doortrekkers” die op weg zijn naar het beloofde land. Daar hoort zeker ook het gebed bij. Komen we daarin niet tekort?
De toestand van ons volk
Het is misschien nu ook wel een geschikt ogenblik om er eens over na te denken, hoe het toch komt dat het “zover” met ons land en volk gekomen is. Hoever? Tot de verschrikkelijke afval van het Woord van God! Wat een minachting voor God en Zijn gebod! Als gevolg daarvan een zedelijke verwildering die zijn weerga niet kent! Het is niet overdreven wanneer we zeggen dat ons land en ons volk de kenmerken vertoont van Sodom en Gomorra. We worden op vele wijzen hiermee geconfronteerd in de media, op straat, gewoon in de trein of in de winkel. Velen die zich Christen noemen, hebben zich in korte tijd op een schokkende wijze aan de wereldse “normen en waarden”1 aangepast. Men denke maar aan de vaak lasterlijke en grove taal die gebezigd wordt, aan de kleding die gedragen wordt (of beter die niet gedragen wordt), aan de reclameverwording, aan de opvattingen over abortus en euthanasie, aan de criminaliteit, aan de vele vormen van verslaving, aan de jongerenproblematiek, enzovoorts. Zelfs vele ware opnieuw geboren kinderen van God zijn bang geworden om te getuigen van de hoop die in hen is, omdat anders hun geestelijke of maatschappelijke positie misschien gevaar loopt en men bang is uit de gratie te vallen.
We zijn echt terecht gekomen in een wereld waarvan de apostel Paulus zegt: “Maar weet dit, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen zijn; want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedigen, lasteraars, de ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijk, kwaadsprekend, losbandig, wreed, zonder liefde tot het goede, verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers van genot dan liefhebbers van God. Ogenschijnlijk bezitten zij godsvrucht, maar de kracht daarvan verloochenen zij” (2 Timotheüs 3:1-5).
Is dat niet wat overdreven? Kijk je nu niet wat zwartgallig in de toekomst? Absoluut niet! Het was trouwens ook de Geest van God die de apostel inspireerde bij deze woorden, het is het Woord van God! Zijn wij dat misschien vergeten? Zijn er ook niet wereldrijken ten onder gegaan aan soortgelijke dingen die we vandaag in ons land tegenkomen en waarvan ik hierboven een korte schets gaf? Iemand die het Woord van God los heeft gelaten, zal zeker de gevolgen daarvan ondervinden. Dat geldt ook voor een land, voor een volk. En Nederland is in haar geheel gezien zulk een land. Maar niet alleen Nederland; we moeten misschien wel het gehele Westen daaronder rekenen. Is er dan geen remedie? Moeten we dan toch maar terug naar de normen en waarden van premier Balkenende?
Terug naar de Bron
“Zo zegt de HEERE: Staat op de wegen, en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin; zo zult gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij zullen [daarin] niet wandelen. Ik heb ook wachters over ulieden gesteld, [zeggende]: Luistert naar het geluid der bazuin; maar zij zeggen: Wij zullen niet luisteren” (Jeremia 6:16-17).
Het vragen naar de oude paden
Klinkt dat niet wat conversatief. Is dat niet “uit” de tijd? Ja, helaas wel. Dat is uit de tijd. Maar het wordt hoog tijd dat het weer “in” de tijd komt, tot zegen voor elk. Dat is dus toch een goed begin. Ook ons volk heeft in vorige eeuwen kennis gehad van de Heer en Zijn Woord. Velen, uit alle volken overigens,2 hebben dit moeten bezegelen met hun bloed. Het kostte hun het leven. Terug naar de Bijbel, terug naar God, naar de levende God, de Bron van licht en leven. Dat is niet Allah, maar dat is de God die zelfs Zijn Zoon niet spaarde maar Hem voor ons heeft overgegeven. De God die deze wereld zo lief had, dat Hij Zijn eigen Zoon gaf, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft (Romeinen 8:32 en Johannes 3:16).
Een levende relatie met de God van de Bijbel en met Zijn Zoon is de weg tot waar geluk en zegen. Dat is voor ieder mens te bereiken, zelfs voor terroristen. Deze God dienen betekent ook niet dat je aan allerlei regels moet voldoen om in het paradijs, in de hemel te komen. Daar kom je alleen wanneer je “gelooft” in de Zoon van God die ruim 2000 jaar geleden stierf aan het kruis van Golgotha om dat te doen, waartoe de mens niet in staat was, noch is, noch zal zijn, namelijk de straf op de zonde(n) dragen. Uw en mijn zonden. “Het loon van de zonde is de dood maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer” (Romeinen 6:23). Daar hoef je niets voor te doen, alleen geloven in Hem die “het gedaan heeft”, namelijk het dragen van het oordeel van God op het kruis van Golgotha. Hij is de weg, niemand anders. Ook Mohammed niet!!!
Luister alstublieft naar dit geluid!!! Dan kun je ook met verlangen uitzien naar die andere bazuin die eens klinken zal wanneer de Heer Jezus zal neerdalen van de hemel om de levenden en de doden die Hem toebehoren op te nemen. Dit gebeurt nadat eerst de doden in Christus uit de dood zijn opgestaan (zie 1 Thessalonica 4:13-18). Oh, wat een dag zal dat zijn!
Opmerking:
Enkele Bijbelteksten die mij tijdens dit schrijven bezig hielden en die duidelijk aantonen dat God de grote hartenkenner (zie Handelingen 1:24) is:
- “Het hart van de koning is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil” (Spreuken 21:1).
- “De hel en het verderf zijn voor de HEERE; hoeveel te meer de harten van de mensenkinderen?” (Spreuken 15:11).
- “Alle wegen van de man zijn zuiver in zijn ogen; maar de HEERE weegt de geesten” (Spreuken 16:2).
Geplaatst in: Maatschappij
© Frisse Wateren, FW