“En dit huis werd voltooid op de derde dag van de maand Adar; het was het zesde regeringsjaar van koning Darius. En de Israëlieten, de priesters, de Levieten en de overige ballingen verrichtten de inwijding van dit huis van God met vreugde. Zij offerden ter inwijding van dit huis van God honderd runderen, tweehonderd rammen, vierhonderd lammeren en als zondoffer voor heel Israël twaalf geitenbokken, naar het aantal stammen van Israël” (Ezra 6:15-17).
IX
Vreugde bij de inwijding
Het bevel van koning Darius om de tempel te herbouwen heeft het beoogde effect. De vijanden van de Joden gehoorzaamden ijverig het bevel om het werk door te laten gaan, en gedurende de volgende vier jaren bouwden de Joden voorspoedig en voltooiden de bouw van tempel.
Het volgende was de inwijding van dit huis van God, een term die in het Oude Testament gebruikt wordt om te verwijzen naar een materieel gebouw. Het Nieuwe Testament noemt zo’n gebouw niet “een huis van God”. In Handelingen 17 vers 24 zegt God juist: “… Hij Die Heer is van hemel en aarde, woont niet in met handen gemaakte tempels …”. Allen die geloven in de Heer Jezus Christus worden gezien als het huis van God, “de gemeente van de levende God, de pilaar en grondslag van de waarheid” (1 Tim. 3:15). Dit geestelijke gebouw “groeit op tot een heilige tempel in [de] Heer … een woonplaats van God in [de] Geest” (Ef. 2:21-22).
Het aantal offers was klein in vergelijking met de 22.000 runderen en 120.000 schapen die geofferd werden bij de inwijding van de tempel van Salomo. Maar er was een echte vreugde onder het volk, en de dingen werden gedaan “overeenkomstig het voorschrift in het boek van Mozes” (Ezra 6:18). Zij offerden ook “als zondoffer voor heel Israël twaalf geitenbokken, naar het aantal stammen van Israël”. Ze offerden namens zichzelf, voor hen die nog steeds in Babylon waren, en zelfs voor de tien stammen die lang daarvoor in ballingschap waren weggevoerd. Hoe belangrijk ook voor ons, om niet alleen maar te denken aan en te bidden voor onze eigen kleine groep, maar voor de hele gemeente, het Huis van God!
X
“Toen die dagen voorbij waren, richtte de koning een maaltijd aan voor heel het volk dat zich in de burcht Susan bevond, van de hoogste tot de laagste, zeven dagen lang in de voorhof van de tuin van het koninklijk paleis.
Men gaf te drinken uit gouden bekers, en alle bekers verschilden van elkaar. Er was veel koninklijke wijn, naar het vermogen van de koning. Het drinken nu gebeurde volgens de regel dat er geen dwang mocht zijn, want dit had de koning bevolen aan alle opperdienaren in zijn huis, dat zij moesten handelen naar de wens van iedereen” (Esther 1:5,7,8).
Een schitterend feest
Historisch gezien past het Boek van Esther in het tijdsbestek van ongeveer veertig jaar tussen Ezra 6 en 7. De in Esther beschreven dingen gebeurden onder de Joden die niet terugkeerden naar Jeruzalem. Sommigen hadden voorspoed, zelfs het bereiken van een hoge positie in het rijk. Veel Christenen vandaag leven ook in onwetendheid of onverschilligheid ten opzichte van Gods instructies voor de wijze waarop Zijn volk bijeen zou moeten komen.
In Esther vinden we gelovigen in de wereld, maar niet van de wereld, een wereld van vertier en van macht, waar God noch gebed zelfs wordt genoemd. Het is een wereld van gevaar, ook wanneer een gelovige doet wat hij juist vindt in zijn door gevaar bedreigde leven. God is achter de schermen, onzichtbaar, maar heeft toch alles onder controle. Hij beschermt Zijn volk, en Hij zal de mens in wie Hij vreugde heeft om hem of haar te eren, brengen naar de plaats van de hoogste waardigheid en gezag, en van vreugde en zegen voor Zijn volk.
Onze wereld van vandaag lijkt in veel opzichten op de wereld van het Medo-Perzische Rijk. In geen ander boek van de Bijbel heeft het drinken zo’n prominente plaats. Koning Ahosveros – de Xerxes I van de wereldlijke geschiedenis – houdt zes maanden lang feesten voor zijn edelen en vorsten, terwijl hij een groot leger bijeenbrengt om Griekenland binnen te vallen en Europa in zijn macht te brengen. In ons hoofdstuk zien we dit weelderige feest verlengd met een luxe feest voor allen in Susan, de hoofdstad, dat een week lang duurde. De prachtige versieringen zijn beschreven. De wijn vloeit rijkelijk. Alles dient om de rijkdom, pracht en glorie van de koning weer te geven en om van de sensuele genoegens van zijn volk te genieten. Hoe ver was dit verwijderd van de wegen van God!
Geplaatst in: Christendom, Gemeente
© Frisse Wateren, FW