III
“Toen stonden de familiehoofden van Juda en Benjamin, en de priesters en de Levieten op, allen bij wie God de geest had opgewekt om op te trekken om het huis van de HEERE te bouwen, Die in Jeruzalem woont. En allen rondom hen ondersteunden hen met zilveren voorwerpen, met goud, met bezittingen, met vee en met kostbaarheden, naast alles wat vrijwillig gegeven was” (Ezra 1:5-6).
Het gaan en het geven
Cyrus, de koning van Perzië, had verklaard dat de HEERE, de God van Israël, hem geboden had om Hem een tempel te bouwen in Jeruzalem. Hij had Hem erkend als God. Hij gaf toestemming aan een ieder die tot het volk van God behoorde om de tempel te gaan herbouwen, en beval, dat degenen die niet niet gingen, hen die wel zouden gaan, helpen zouden met zilver, goud, goederen, vee en vrijwillige gaven voor het huis van God.
Deze leiders van het volk “bij wie God de geest had opgewekt” gingen aan de slag. Velen hadden zonder twijfel uitgekeken naar de dag wanneer zij konden terugkeren naar hun thuisland en de tempel herbouwen. Anderen van hun volksgenoten moedigden hen aan door van hun goederen vrijwillig de materialen en voorraden te verschaffen, die nodig zouden zijn voor deze enorme onderneming.
Terwijl aan de ene kant de hand van de Heer Zijn gemeente van levende stenen bouwt, gebruikt Hij ook mannen en vrouwen om te bouwen. We hoeven niet ver weg te gaan om bouwmaterialen te vinden waarmee te bouwen is op dat ene fundament, Jezus Christus, waarop de gemeente wordt gebouwd. Dank God voor een ieder die actief deelneemt in het werk van bouwen! Hij zal hen te zijner tijd rijkelijk belonen.
Een ieder van ons kan deelnemen aan dit geestelijk werk van bouwen. Niemand is vrijgesteld. Sommige arbeiden actief. Wij kunnen allen helpen door gebed. Er zijn er die gezegend zijn met financiële middelen. Ze zijn bevoorrecht om hun rijkdom te gebruiken om anderen die werken te steunen. Zelfs de twee kleine munten van de weduwe waren niet te klein voor de Heer om te complimenteren!
IV
“De hele gemeente bijeen: tweeënveertigduizend driehonderdzestig, afgezien van hun slaven en hun slavinnen: dat waren er zevenduizend driehonderdzevenendertig, en zij hadden tweehonderd zangers en zangeressen. Hun paarden: zevenhonderdzesendertig; hun muildieren: tweehonderdvijfenveertig. Hun kamelen: vierhonderdvijfendertig; hun ezels: zesduizend zevenhonderdtwintig” (Ezra 2:64-67).
Een groot deel van Ezra 2 registreert de families en geslachten die naar Jeruzalem terugkeerden uit de ballingschap in Babylon. Zowel grote als kleine groepen bevinden zich op deze lijst, variërend in aantal van 3630 nakomelingen van Senaä in vers 35 tot slechts 42 nakomelingen van Azmaweth in vers 24. Elk individu was kostbaar voor God en is opgenomen in Nehemia 7. Hun families, de steden waar ze vandaan kwamen en weer naar terugkeerden, wat ze deden en diverse andere details zijn alle genoteerd. De priesters, de levieten, de zangers, de poortwachters, de tempeldienaren – houthakkers en waterdragers – en de nakomelingen van de slaven van Salomo worden allen genoemd! Elke dienst die we onze geliefde Heer bewezen hebben wordt gepast genoteerd en gewaardeerd en zal na verloop van tijd worden beloond!
Hoe klein was dit gezelschap van 49.897 mensen in vergelijking met de 603.550 mannen die in staat waren om oorlog te voeren, plus de Levieten, vrouwen en kinderen die uit Egypte waren gekomen honderden jaren eerder! Niemand van hen werd strijder genoemd. Zij reisden vanwege de machtiging en het besluit van de koning van Perzië. De meesten moesten lopen omdat er niet eens voor elke zes personen één dier was, dat bereden kon worden! Maar zij waren het volk van de Heer dat op weg was om Zijn tempel te herbouwen in Jeruzalem!
Ook vandaag zijn degenen die willen aanbidden en leven in overeenstemming met de wil van God, zeer zwak in vergelijking met de velen die belijden christenen te zijn. Hun aantal loopt niet in de miljoenen, noch worden ze gekenmerkt door imposante kathedralen, grote culturele werken of andere kenmerken die indruk op de wereld maken. Zij onderwerpen zich rustig aan de autoriteiten die God gesteld heeft, in plaats van te pogen om de wereld te regeren. Hun doel en streven is om hun Heer te behagen.
Wordt DV vervolgd.
Geplaatst in: Christendom, Gemeente
© Frisse Wateren, FW