3 jaar geleden

Lukas 8 vers 22-24

“… Laten wij oversteken naar de overkant van het meer. En zij staken van wal. Terwijl zij nu voeren, viel Hij (d.w.z. Jezus) in slaap. En er sloeg een windstorm neer op het meer, en zij liepen vol en verkeerden in nood. Zij nu gingen naar Hem toe, wekten Hem en zeiden: Meester, Meester, wij vergaan!”

 

Jezus heeft degenen die op Hem vertrouwen geen kalme reis door het leven beloofd, maar Hij verzekert hun een veilige aankomst in hun hemels huis.

Het meer van Genezareth (Galilea) in de Boven-Jordaanvallei ligt meer dan 182 m. onder de zeespiegel. De omringende bergen rijzen tot ongeveer 396 m. boven het meer. De diepe canyonachtige vallei veroorzaakt plotselinge neerwaartse winden en stormen.

Een dergelijke storm joeg het meer op en bracht de boot in gevaar toen Jezus met Zijn discipelen de oversteek maakte. Vermoeid na een lange dag waarop Hij niet alleen had gepredikt, maar ook veel zieken had genezen, was Jezus op de reis in slaap gevallen.

De discipelen waren goed op de hoogte van de gevaren van het meer; sommigen van hen waren vissers. Maar nu de storm heviger was geworden en het water in de boot stroomde, waren zij ten einde raad. Het was goed dat zij wisten tot wie zij zich in hun gevaar konden wenden!

Zij hadden een oprecht geloof in Christus. Daarom gingen zij naar Hem toe, maakten Hem wakker en beschreven hun hachelijke situatie. Uitroepend: “Meester, Meester, wij vergaan!” richtten zij zich tot de juiste Persoon, maar wat zij zeiden verraadde pure wanhoop en bezorgdheid.

De discipelen waren weliswaar aangeslagen door de hevigheid van de storm, maar elke indruk die zij tot dan toe hadden gehad van de grootheid van hun Meester was verdwenen. In hun angst kwamen zij tot Jezus. Zou Hij nog een wonder verrichten? 

Wordt DV vervolgd.

 

© The Good Seed

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW