In de vorige editie (16) – onder de titel: “Waarom staat God lijden toe?” – hebben we gekeken naar de vaak gestelde vraag “Waarom staat God lijden toe?”. In dat artikel noemde ik drie verschillende redenen voor lijden:
- Gods verlangen om er zegen uit voort te brengen.
- Christus heeft voor ons geleden, zodat wij gezegend kunnen worden.
- God gebruikt lijden als een waarschuwing.
Dit was geen volledige lijst en ik heb ook vermeld, dat ik zou terugkomen op Romeinen 8 vers 18.
Laten we dat eerst doen. Hier is het vers weer: “Want ik acht, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet waard is [vergeleken te worden met de toekomstige heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.” De apostel Paulus maakt een vergelijking tussen het lijden in dit leven en de heerlijkheid die in ons geopenbaard zal worden. Met andere woorden, hij vergelijkt iets nu met iets in de toekomst. Hij doet dat ook in 2 Thessalonicensen 1.
In vers 4 spreekt hij over het lijden van de Thessalonicenzen. In de volgende verzen wijst hij erop dat de tijd zal komen dat hun verdrukkers zullen lijden, en dat deze lijdenden rust zullen genieten (vs. 7). Maar dan zegt hij in vers 10: “Wanneer Hij komt om op die dag verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd; want ons getuigenis aan/bij u geloofd geworden.” Hier spreekt hij ook over heerlijkheid, net als in Romeinen 8:18!
Je zou kunnen denken, dat Paulus zoiets als dit zou zeggen: “We hebben nu lijden, maar als we eenmaal in de hemel zijn, zal het allemaal voorbij zijn, het zal allemaal een en al geluk zijn.” Dit is natuurlijk waar – er zijn geen problemen en moeilijkheden in de hemel. Maar hij gaat nog een stap verder. Hij zegt: “We hebben nu lijden, maar dat lijden zal veranderen in heerlijkheid, wanneer Jezus terugkeert naar deze aarde! Hij zal verheerlijkt worden in ons, die voor Hem geleden hebben!” Petrus zegt iets soortgelijks in 1 Petrus 1 vers 6-7: “Daarin verheugt u zich, zo nodig nu een korte tijd bedroefd door allerlei verzoekingen, opdat de beproefdheid van uw geloof, veel kostbaarder dan die van goud, dat vergankelijk is en door vuur beproefd wordt, blijkt te zijn tot lof en heerlijkheid en eer bij [de] openbaring van Jezus Christus.” Dus, zowel Paulus als Petrus vertellen ons, dat wat we nu lijden, en hoe we daarop reageren, zijn uitwerking zal hebben in de toekomst wanneer de Heer Jezus terugkomt! Als we nu lijden, zal dat ertoe bijdragen dat Christus verheerlijkt wordt bij Zijn terugkeer naar deze aarde. Kleine kanttekening: zowel Paulus als Petrus verbinden lijden nu met toekomstige heerlijkheid, maar nooit met dat we naar de hemel gaan zodat er een einde komt aan onze ellende. Zij hadden altijd dat heerlijke doel van het lijden voor ogen!
Nu wil ik graag kijken naar nog een paar redenen waarom we in dit leven kunnen lijden, en ze zijn heel praktisch. De afgelopen maanden heb ik veel over David gelezen en nagedacht. Toen we hem voor het eerst tegenkwamen in 1 Samuël 16, was hij een tienerherder, vergeten door zijn familie. Iemand zei: “Hij was een niemand, niemand merkte hem op”. Maar God had hem gezien! Gods beoordeling van diezelfde herdersjongen: Hij is een man naar Mijn hart (zie 1 Sam. 13:14). Deze ‘niemand’ wordt tot koning gezalfd en wordt ook hofmuzikant en wapendrager van de koning (1 Sam. 16:14-23). In het volgende hoofdstuk nadat hij door Eliab, zijn oudste broer, belachelijk was gemaakt, verslaat hij Goliath en wordt hij de nationale held. Maar … voordat je het weet wordt David vervolgd door Saul, wat er uiteindelijk toe leidt, dat hij in zijn eentje in de grot van Adullam zit. Alleen … Hij was zijn baan kwijt, zijn positie aan het hof, zijn rang in het leger, zijn vrienden, zijn vrouw, zijn huis, zijn familie … Hij zei daarover: “Er was niemand die naar mij omzag; voor mij was de mogelijkheid tot ontvluchten verloren; niemand zorgde voor mijn ziel … ik ben volkomen uitgeteerd” (verg. 1 Sam. 22:1; Ps. 142:5,7). Heb je je ooit zo gevoeld? Alsof niemand om je geeft en je er helemaal alleen voor staat? David heeft dat ook meegemaakt en hij is er doorheen gekomen! Hoe? Lees verder!
Als David op het dieptepunt is en in de grot leeft, schrijft hij drie psalmen: 142, 57, 34. Ik heb de omgekeerde volgorde gebruikt omdat ik geloof, dat dat de volgorde is waarin David ze schreef. Lees deze drie psalmen gewoon in deze volgorde door (doe dat alsjeblieft, en denk niet: ‘Wat heeft het voor zin?’ Ik weet het, je bent geneigd om die psalmen over te slaan en verder te lezen, want zo ben ik ook meestal …). Je zult ontdekken, dat David van het zich ellendig en alleen voelen overgaat naar het prijzen van Degene die altijd zorgt. “Ik heb de HEERE gezocht en Hij heeft mij geantwoord en mij gered uit al wat ik vrees” (Ps. 34:5). Hij leerde ook, dat dit niet alleen voor hem gold, maar voor alle rechtvaardigen: “De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem” (Ps. 34,19).
Misschien vraag je je nu af: “Wat was het doel van dit alles?” Ik geloof, dat er minstens twee redenen zijn voor Davids lijden. Ten eerste was hij in de school van God. God wilde hem voorbereiden op het koninkrijk. Als herdersjongen was hij al getraind in eenzaamheid, in het verzorgen van de schapen. Dat was de tijd dat God besloot, dat hij de “vorst over zijn volk” zou worden (1 Sam. 13:14). Maar het lijden van David maakte hem ook geschikt om een leider te zijn. God had besloten, dat hij vorst zou worden, maar toen hij al deze dingen leed, was hij nog geen vorst. Maar als we verder gaan met het verhaal van 1 Samuël 22, zien we dat hij daar een leider wordt. In verzen 1 en 2 sluiten mensen zich bij David aan: eerst zijn familie (die hem eerder vergeten en belachelijk gemaakt had), en daarna “ieder die in nood verkeerde, ieder die een schuldeiser had en ieder die verbitterd van gemoed was en hij werd hun leider.”
Deze mensen voelden zich tot David aangetrokken omdat hij leed en er doorheen was gekomen. Zij leden en hadden iemand nodig die hen hielp! Hij wist wat het was om ontmoedigd te zijn en door de HEER getroost te worden. Hij kon die ervaring gebruiken om anderen te bemoedigen. Paulus schreef eeuwen later: “Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader der ontfermingen en [de] God van alle vertroosting, die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij hen kunnen vertroosten die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting waarmee wijzelf door God vertroost worden” (2 Kor. 1:3-4). Met andere woorden, we kunnen de troost die God ons heeft gegeven gebruiken om anderen te troosten.
In dit deel van Davids leven vinden we dus nog minstens twee redenen om te lijden:
- In de school van God zijn, bereidt ons voor op een taak later in ons leven.
- Een vertrooster worden.
Trouwens, sommige van de mannen die zich bij David voegden in 1 Samuël 22, werden later teruggevonden onder zijn helden, zijn machtige mannen (2 Sam. 23:13). Over resultaten van lijden gesproken!
Er is nog een reden voor lijden waar ik jullie aandacht op wil vestigen. God staat lijden in ons leven toe om ons meer op Zijn Zoon te laten lijken. Als wij lijden, zijn we geneigd om te klagen, zoals David in Psalm 142 vers 2. Dat is op zich misschien niet verkeerd (lees de tweede helft van dat vers), maar vaak klagen we, omdat we denken dat we het beter weten dan God! We zeggen (of denken) dingen als “Ik verdien dit niet! Het leven is oneerlijk!” Of als iemand ons pijn doet of aanvalt, zijn we geneigd onszelf te verdedigen. Herken je dat? Goed als dat niet zo is! Maar ik ben zeker zo! Ondanks al het lijden, dat Job heeft doorstaan, lezen we over hem: “In dit alles zondigde Job met zijn lippen niet” (Job 2:10)! Maar laten we eens kijken naar wat Petrus over de Heer zei: “… als Hij leed, niet dreigde, maar [Zich] overgaf aan Hem die rechtvaardig oordeelt” (1 Petr. 2:23).
Als er ooit Iemand was die het recht had om Zichzelf te verdedigen, die het volste recht had om de beschuldigers te beschuldigen, dan was het de Heer Jezus wel, maar Hij zweeg! “Toen betaling geëist werd, werd Híj verdrukt,1 maar Hij deed Zijn mond niet open. Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open” (Jes. 53:7). De Heer Jezus verdedigde Zichzelf nooit tegenover Zijn aanklagers of aanvallers. Ik weet zeker, dat we daar allemaal nog veel van kunnen leren … Om meer op Hem te lijken, moeten we nederig worden (of “zachtmoedig” in andere vertalingen). De Heer Jezus zei: “Leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en u zult rust vinden voor uw zielen” (Matth. 11:29). Zie je, als we van Hem leren, als we meer op Hem gaan lijken in zachtmoedigheid en nederigheid, dan is het resultaat geweldig! We zullen rust vinden voor onze zielen! Rust, niet omdat de omstandigheden veranderd zijn, maar omdat we op Hem vertrouwen en van Hem geleerd hebben!’
Om af te ronden: lijden is nooit zonder reden. Wanneer de God van vertroosting ongemak in je leven toelaat, heeft Hij iets beters op het oog! Hij kent immers het einde van het begin (zie Jes. 46:10)! Vertrouw op Hem, “… terwijl u al uw bezorgdheid op Hem werpt, want Hij zorgt voor u” (1 Petr. 5:7).
Paul Meijer
_______________
De zachtmoedigheid van de Heer Jezus is een onderwerp op zich. We hebben een nieuw boek over dit onderwerp: In de voetsporen van de Meester, hoe de zachtmoedigheid van Jezus je leven verandert, van Jan Philip Svetlik, dat mij enorm heeft geholpen! Je kunt dit boek bestellen via de contactgegevens op pagina 2 van The Christian Explorer.
© The Christian Explorer
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW