Knelpunten – over abortus (3 – slot)
De vraag – een poging om te antwoorden
Abortus
Met alle voorzichtigheid moet een thema kort ter sprake komen, waarmee in de huidige maatschappij steeds weer geconfronteerd worden: abortus, ook afbreken van een zwangerschap genoemd. Bij het tweede begrip wordt echter niet duidelijk, dast een mens – een werkelijk levend wezen, dat God geschapen heeft – door een opzettelijke ingreep van de mensen sterven moet. Dat is moord op een mens.
In de bijbel wordt het leven voor de geboorte en na de geboorte niet principieel onderscheiden. De bijbelse schrijvers gebruiken steeds dezelfde woorden voor ongeboren en geboren mensen. En in Hoséa 9 vers 11 staat er (daar in negatief opzicht): “… van de geboorte, van de moederschoot en van de bevruchting af”. Dat betekent dat voor God het menselijk leven al met de bevruchting begint. Wie daarom dit leven vernietigt, maakt zich aan moord schuldig. En bij abortus gaat het om een probleem, wat juist jonge mensen aangaat. Van een meer dan miljoen Amerikaanse teenagers, die elk jaar zwanger worden, wordt ongeveer de helft de vrucht afgedreven (dat zijn getallen uit het jaar 1996). En bij meer dan een derde van de voorgenomen vruchtafdrijvingen gaat het om teenagers – ongeveer 1,5 miljoen.
Ook christenen hebben met dit probleem te maken. Jonge mensen, die buitenechtelijke geslachtsgemeenschap hebben – de bijbel noemt dat hoererij – en zwanger worden, zien voor zichzelf vaak geen andere weg dan vruchtafdrijving {abortus – vertaler}. Gedeeltelijk zelfs door hun naaste bloedverwanten en bekenden onopgemerkt drijven zij de vrucht af. En ook jonge (of oudere) echtparen, die menen niet opgewassen te zijn tegen de ouderlijke opgave, drijven de vrucht af. De gevolgen zijn tragisch. Niet alleen moet een klein, ongeboren kind sterven, dat al gevoelens heeft. Ook de aborterende moeder heeft vaak een levenslange nachtmerrie en psychische nood. Niet zelden hebben zulke ingrepen tot meerdere miskramen en andere psychische problemen geleid, wanneer later kinderen gewenst werden. Het kind sterft, maar ook de moeder lijdt grote schade.
Ook voor iemand die abortus gepleegd heeft, is er vergeving. God neemt elke oprechte belijdenis aan! Want Hij is een God van vergeving: “Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de Heere, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig” (Jes. 55:7). “Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt” (Ps. 130:4). Het behoeft zeker zeer veel inlevingsvermogen, wanneer met met personen te doen heeft, die met de gevolgen van abortus te maken hebben. Zeker geldt dat hetzelfde voor de omgang met hen, van wie wij meemaken, dat zij “ongewenst” zwanger geworden zijn.
Kindermisbruik
Waarschijnlijk verbaast zich menigeen, dat ook dit thema op de lijst staat. Het gaat daadwerkelijk om een probleem, waar men echter niet graag over spreekt. Maar omdat er vandaag ook onder gelovigen kindermisbruik is, moet het niet helemaal uitgesloten worden. De Schrift gaat niet expliciet op het geval van kindermisbruik in. En toch maakt zij duidelijk, dat het hierbij om een zonde van bijzondere omvang gaat. In het oude testament vind je in Leviticus 18 een heel hoofdstuk, dat zich met verkeerd seksueel verkeer binnen een gezin bezig houdt. Dit verkeer was principieel verboden en werd met de doodstraf bestraft. Ook het nieuwe testament spreekt een duidelijke taal. In 1 Korinthe 5 vers 1 is er sprake van, dat een man geslachtsverkeer met zijn stiefmoeder* heeft – en dat dit een handeling was, die zelfs in de toenmalige heidense wereld niet plaatsvond. In het verdere verloop van het hoofdstuk wordt dan evenzo duidelijk gezegd, dat elke vorm van ontucht (vers 9-11) – en kindermisbruik kis een verschrikkelijke vorm van deze ontucht – zonde is en de tucht van de gemeente tot gevolg hebben moet.
Het gaat bij (seksueel) kindermisbruik ook om een erge morele zonde, die tenslotte een zonde is tegen het eigen lichaam (1 Kor. 6:18), tegen een andere persoon (in dit geval tegen een kind), en – tegen God, de Schepper en onderhouder van alle dingen. Afgezien daarvan handelt iemand, die kinderen misbruikt, ook tegen de bestaande burgerlijke wetten. Deze zonde voert altijd tot psychische schade aan de kinderen, omdat deze niet in staat zijn, het aan hen gebeurde te verwerken. Omdat er zich bij de daders dikwijls gaat om naaste verwanten gaat, die met beloningen lokken en met straffen dreigen, durven de kinderen zich niet tegen deze verschrikkelijke behandeling te verzetten, maar bergen hun angsten en noden in zichzelf op. Blijvende schade zijn daarom bijna altijd het gevolg. Slachtoffers spreken er vaak van, dat zij innerlijk regelrecht afsterven. Daarbij willen wij vasthouden, dat de misbruikte kinderen niet van zulk misbruik de schuld hebben.
De slachtoffer kan men alleen raden, zich toe te vertrouwen aan een vertrouwenspersoon buiten het gezin. Daartoe is moed nodig, maar zonder dit ontkomt men aan de dader en aan de innerlijke gevolgen niet. Het heeft geen zin om misbruik in jezelf “op te kroppen”. Dan is men niet in staat deze indrukken bijbels en psychisch te verwerken.
Wanneer men kindermisbruik ervaart, vervalt men gemakkelijk in de fout, te eenvoudig naar de Heer als Hulp te verwijzen. “De Heer zal het maken, je moet Hem alleen alles vertellen en vertrouwen”. Men vergist zich gemakkelijk, dat het slachtoffer misschien al honderd maal tot de Heer Jezus gebeden heeft – maar geen direcht antwoord kreeg, want het misbruik werd niet verhinderd. Maar men kan zeker met het slachtoffer bidden. Luisteren en het ingaan op de gevoelens van de betroffenen zijn hierbij zeer belangrijk. Dat alles toont, hoe moeilijk de omgang met betroffenen is. Met heeft de duidelijke leiding van de Heer nodig om zich juist te gedragen.
Wat er zich ook in onze huwelijken en gezinnen gebeuren mag, we mogen vasthouden, dat de Heer boven alles staat. Aan Hem mogen we ons toevertrouwen – en Hij zal ons oplossingen laten zien, die wij eerst misschien niet gezien hebben. En wanneer het om zonden gaat, die we in ons leven toegelaten hebben: Er is altijd een weg terug tot de Heer, wanneer we Hem onze zonden belijden.
Slot.
Manuel Seibel, © Folge mir nach