“Er was veel gemompel over Hem onder de menigten. Sommigen zeiden: Hij is goed, <maar> anderen zeiden: Nee, maar Hij misleidt de menigte.”
Dat was de situatie in de tijd dat Jezus Christus, de Zoon van God, predikte en tekenen en wonderen verrichtte onder het volk van Israël om Zijn Goddelijke missie te bewijzen. Er waren twee tegengestelde meningen onder de mensen. Sommigen zeiden: “Hij is goed”; anderen beschouwden Hem als een demagoog (volksmenner) die het volk op een dwaalspoor bracht.
Sommigen hadden zelfs een nog negatievere mening over Hem: “Hij heeft een demon” (Joh. 10:20). De Farizeeën hielden zelfs vol: “Door de overste van de demonen drijft Hij de demonen uit” (Matth. 9:34).
Christus verdroeg al deze haat en vijandschap geduldig. Het was voorspeld in het Oude Testament: “Voor mijn liefde klagen zij mij aan … Zij hebben kwaad over mij gebracht in plaats van goed …” (Ps. 109:4-5).
Toen hadden mensen twee meningen over de Persoon van Jezus Christus en dat is vandaag de dag niet anders. Voor sommigen is Hij de Heer en Verlosser. Die noemt Hij “de Zijnen”; zij kennen Hem, hebben Hem lief en volgen Hem. De anderen storen zich niet aan Hem, of hun onverschilligheid slaat om in minachting of haat.
Van deze twee meningen is er slechts één die ons mensen enig voordeel brengt. Wie Gods eeuwige heerlijkheid wil binnengaan, moet nu een gelukkige gemeenschap kennen met Jezus Christus, de Zoon van God.
Ieder levend mens moet hier en nu over zijn lot beslissen en kiezen wiens discipel hij wil zijn. Alleen geloof in Jezus Christus zal eeuwige vreugde brengen; anders zal het eeuwig oordeel zijn.
© The Good Seed
Geplaatst in: Evangelie, Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW