Job 42 vers 2:
“Ik weet dat U alles vermag, en geen plan is onmogelijk voor U.”Handelingen 26 vers 8:
“Waarom wordt het bij u [allen] ongelooflijk geoordeeld als God doden opwekt?”
Met betrekking tot wonderen
In 1937 durfde de briljante natuurkundige Max Planck te beweren: <<Het geloof in wonderen moet wijken voor de voortdurende vooruitgang en de onomkeerbare krachten van de wetenschap.>> Velen delen dit standpunt vandaag de dag en denken, dat als iemand in wonderen gelooft, dit komt omdat hij onwetend is over de natuurwetten.
In feite is precies het tegenovergestelde waar: de eerste christenen wisten heel goed, dat wanneer iemand is gestorven, hij niet weer tot leven komt. Ze waren zich bewust van de natuurlijke wet van de biologische dood. Maar ze zagen en hoorden Jezus Christus die was opgestaan. Zo bevestigden ze het fundamentele wonder van het christendom.
Is het eerlijk om de vraag te stellen: “Bestaat er een God?” wanneer de vooruitgang van het wetenschappelijk onderzoek alleen maar meer en meer de buitengewone, bewonderenswaardige complexiteit van alles wat bestaat, bewijst? Dit alles heeft noodzakelijkerwijs een Schepper die de geheimen van zijn samenhang achterhoudt (verg. Rom. 1:20). En als er een God is Die alles geschapen heeft: materie, verstand, tijd, ruimte en alle natuurwetten, dan zijn wonderen mogelijk. God is vrij om in Zijn schepping in te grijpen. Hij doet dat door middel van de natuurwetten en, in uitzonderlijke gevallen, door wonderen. Alles is onderworpen aan Zijn autoriteit.
Wat was het grootste wonder? Het was het wonder van de liefde. God werd Mens in Jezus Christus, Die stierf aan het kruis om iedereen die in Hem geloofde te redden van dood en oordeel. Maar Hij stond op en leeft nu voor eeuwig. En Hij verhoort de gebeden van hen die op Hem vertrouwen.
© The Good Seed
Geplaatst in: Christendom, Overdenking bijbeltekst, Schepping
© Frisse Wateren, FW