20 jaar geleden

Israël en tijd van aartsvaders (14)

Les 14

Beste cursist(e),

In de vorige les hebben we gezien dat Jakob zijn beloften aan God had vergeten. Maar nu in Genesis 35 herinnert God hem daar als het ware aan. “Maak u op en trek op naar Beth-El”.

Hoe is dat met ons? Hebben wij ook beloften aan de Heere gedaan en zijn ze vergeten? Of gaan we naar plaatsen, waar we niet horen? Doe dan als Jakob! Luister naar de stem van de Heere en keer terug naar het begin (Openbaring 2 vers 5).

Vraag 1. Jakob voelt de verantwoordelijkheid voor zijn gezin en neemt een heel goed besluit. Wat moeten zijn huisgenoten doen?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Beth-El betekent: Huis van God. Daar, op die heilige plaats, wil de Heer Zijn volk ontmoeten. Maar voordat Jakob daar naar toe kan gaan, moet alles wat niet past in de heilige tegenwoordigheid van de Heer weggedaan worden! God wil dat Zijn kinderen op eerbiedige en waardige wijze tot Hem naderen. Vrij van alles wat niet in overeenstemming met de Heer is! Daarin ligt een hele belangrijke les voor ons. Hoe naderen wij tot God? Wat is er nog in ons hart aanwezig als wij bijvoorbeeld naar een kerk of samenkomst gaan? Is ons hart helemaal voor de Heer, of zijn er dingen die ook wij nog weg moeten doen?

In het Oude Testament wijst God plaatsen aan, waar men Hem kan dienen. Denk maar aan: Beth-El, tabernakel, Jeruzalem, tempel.

Maar in het Nieuwe Testament is dat heel anders geworden. In Johannes 4 lezen we over de ontmoeting van de Heer Jezus en de Samaritaanse vrouw. Als zij de Heer Jezus vraagt, waar men God moet aanbidden, krijgt zij een heel duidelijk antwoord. Dat antwoord, die belangrijke waarheid, geldt ook voor ons.

Vraag 2. Wat zegt de Heere Jezus tegen haar?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Israëls godsdienst was verbonden met zichtbare dingen, met uiterlijke pracht. Maar voor ons gelden de woorden uit Hebreeën 13 vers 15 en 16.

Toch zijn er veel mensen die dit niet begrijpen. Men bouwt prachtige kathedralen en kerken en zegt: “Dat is Gods huis”. Ook al kán God daar aanwezig zijn, toch is het niet Zijn woning. De Heere woont hier op aarde in een geestelijk huis. Lees maar eens Efeze 2 vers 18 tot en met 22.

Vraag 3. Wie wordt met de hoeksteen van het gebouw bedoeld?

………………………………………………………………………………………………………………………..

Welke twee benamingen lezen we in dit gedeelte voor dit huis?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vraag 4. Lees eerst 1 Petrus 2 vers 5. Waaruit wordt het huis opgebouwd?

………………………………………………………………………………………………………………………..

Wie woont er in dat huis? (1 Korinthe 3 vers 16)

………………………………………………………………………………………………………………………..

Uit deze Schriftgedeelten blijkt dus, dat er nü een geestelijk huis op aarde is. Een gebouw, bestaande uit de gelovigen.

Maar nu terug naar Genesis 35.

Jakob heeft een altaar gebouwd te Beth-El. En dan verschijnt God aan hem en zegent hem. Weer noemt de Heere hem zijn nieuwe naam.

Vraag 5. Welke heerlijke belofte krijgt Jakob?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vervolgens lezen we dat Debora, de voedster van Rebekka, sterft. Dat er over haar dood wordt gesproken, (en niet over Rebekka’s dood) heeft een bijzondere betekenis. Zij moet wel zeer geliefd zijn geweest. Dat blijkt ook uit het verdriet over haar dood. Want ze wordt begraven bij een eik met de naam “Eik van het geween”. Dan lezen we over Rachel. O, wat heeft ze naar kinderen verlangd. in Genesis 30 hebben we gelezen dat ze Lea benijdde, omdat zij meer kinderen had. Toen is Rachel’s eerste zoon geboren.

Vraag 6. Waarom noemde zij haar eerste zoon Jozef? (kijk dus in Genesis 30)

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

En nu de tweede geboren wordt, noemt ze hem Benoni, dat betekent: zoon van mijn smart. Die naam herinnert ons aan de Heer Jezus als de Man van smarten (Jesaja 53 vers 3). Maar ook de tweede naam, die de jongen krijgt, herinnert ons aan de Heer Jezus. Benjamin betekent: zoon van de rechterhand. De Heer Jezus is de ware Benjamin. Hij zit nu aan de rechterhand van God in de Hoge (Psalm 110 vers 1).

De beide namen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze herinneren aan één Persoon. Ook daarin mogen we de Heer Jezus herkennen. De eerste naam is verbonden met lijden en de tweede met heerlijkheid. Zo is het ook bij de Heer Jezus: Zijn lijden en Zijn heerlijkheid zijn ook eng met elkaar verbonden (1 Petrus 1 vers 11).
Na de dood van Rachel maakt Jakob weer iets heel ergs mee. Zijn zoon Ruben is de aanleiding, dat Jakob’s gezin tot schande wordt gemaakt. De woorden: “… en Israël hoorde het” (vers 22) maken dit duidelijk.
Later in Genesis 49 zegent Jakob, op zijn sterfbed, zijn zonen. Maar … voor Ruben (en Simeon en Levi) is er geen zegen. Voor de volgende vraag even dat hoofdstuk opzoeken.

Vraag 7. Met welke woorden ontneemt Jakob daar het eerstgeboorterecht aan Ruben?

………………………………………………………………………………………………………………………..

In Genesis 35 vers 23 tot en met 26 worden de twaalf zonen van Jakob genoemd. De twaalf stamhoofden. Toch is het wel bedroevend dat deze twaalf zonen geboren zijn uit vier vrouwen. Toch blijkt hieruit ook het grote geduld dat God met Zijn volk heeft.
Psalm 105 spreekt van Zijn goedertierenheid en lankmoedigheid. Lees van deze Psalm de eerste tien verzen, om het antwoord op de volgende vraag te vinden.

Vraag 8. Waarom had de Heer zoveel geduld met Zijn volk?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Dat betrof Israël. Maar nu naar ons. Lees daarom eerst Efeze 2 vers 10 tot en met 15.

Vraag 9. Hadden wij ook recht op de verbonden met Israël?

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………………………………………………………..

Vraag 10. Hoe kunnen wij vrede in onze harten hebben?

………………………………………………………………………………………………………………………..

 

O, liefde Gods, oneindig groot,
ver boven ons verstand,
Die zondaars weer de weg ontsloot
naar ’t hemels Vaderland!
Daartoe zond God van ’s hemel troon
Tot ’s mensen heil, Zijn een’ge Zoon.
Ja! amen, ja! op Golgotha
vond ’t mensdom weer genâ.

O, welk een vreugde, vreugde, vreugde;
O, welk een vreugde, een kind van God te zijn.

Welzalig, die zich is bewust,
Dat Jezus vrede geeft en rust.
Halleluja! Halleluja!
Prijst God voor Zijn genâ!

Met een hartelijke groet en zo de Heer wil: tot de volgende keer!

Als je per email meedoet, mail dan naar het volgende emailadres: frissewateren@ctmax.nl

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW