Leidend vers: Titus 1 vers 15
Inhoud
- Inleiding
- 1. De Bijbel uitleggen aan de hand van de Bijbel
- 2. Bijbelverzen niet uit hun verband rukken
- Samenvatting
Inleiding
Kan een christen onzuivere literatuur lezen en rein blijven in zijn denken? Kan een christen naar films vol geweld en morele vuiligheid kijken en daarbij rein blijven in zijn gedachten?
Titus 1 vers 15 zegt: “Voor de reinen is alles rein.” Sommige christenen citeren dit vers om deze vragen bevestigend te beantwoorden. Zij geloven dat christenen met zuivere motieven rein en onbesmet kunnen blijven – ongeacht wat ze lezen of bekijken. Alleen mensen met onreine gedachten zouden door zulke dingen verontreinigd worden.
Maar betekent ons vers dat echt? Betekent dit vers, dat christenen bijvoorbeeld pornografische voorstellingen slechts als een neutrale vorm van “kunst” kunnen beschouwen? Betekent dit vers, dat Godvrezende gelovigen zich geen zorgen hoeven te maken over de verderfelijke invloeden van sommige films of websites?
Nee. Titus 1 vers 15 betekent niet, dat christenen alles kunnen bekijken of lezen omdat ze er immuun voor zijn. “Voor de reinen is alles rein” – dit vers betekent niet, dat pornografie of vunzigheid op miraculeuze wijze onschadelijk wordt wanneer “volwassen” Christenen zulke dingen bekijken of lezen. Dit vers betekent niet, dat christenen nietsvermoedend en onbewust zulke dingen kunnen uitproberen en er ongeschonden vanaf komen – zelfs als ze dat doen om in de ogen van ongelovigen als “geïnformeerd” te worden beschouwd!
Valse uitleggingen van Titus 1 vers 15 zijn niets meer dan ingewikkelde pogingen om de zondige verlangens van onze gevallen menselijke natuur te rechtvaardigen. Wanneer dit vers verkeerd wordt uitgelegd, worden twee fundamentele regels voor de uitleg van de Bijbel overtreden:
- Ten eerste moet de Bijbel altijd worden uitgelegd op basis van de Bijbel.
- Ten tweede mag een Bijbelvers nooit uit zijn verband worden gerukt.
Als deze twee principes niet worden nageleefd, gebruiken zelfs christenen Titus 1 vers 15 als excuus voor immoreel gedrag!
1. De Bijbel uitleggen aan de hand van de Bijbel
“Voor de reinen is alles rein” – dit kan niet betekenen, dat christenen alles kunnen lezen of kijken wat ze maar willen, want de overweldigende teneur van de Bijbel, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament luidt: gelovigen moeten zich verre houden van alle verderfelijke invloeden. En de Bijbel moet aan de hand van de Bijbel uitgelegd worden.
Toen de Israëlieten Kanaän binnentrokken, mochten ze niet eens navraag doen naar de gebruiken van de heidense religies, opdat ze niet in de verleiding zouden komen om zich in hun immorele praktijken te laten meeslepen (zie Deut. 12:30: “wees dan op uw hoede … dat u niet vraagt naar hun goden, door te zeggen: Zoals deze volken hun goden gediend hebben, zo zal ik het ook doen.”). Archeologie heeft aangetoond, dat de religieuze rituelen van de Kanaänieten immorele handelingen inhielden. De HEER zei, dat al deze dingen vernietigd moesten worden. God wilde niet, dat Zijn volk verontreinigd zou worden door de afgoderij en immoraliteit van Kanaän. Daarom moest Israël niet uit nieuwsgierigheid alles “bekijken” en “onderzoeken.” Ze moesten nietsvermoedend, onschuldig blijven – en dit is precies waar het in het Nieuwe Testament over gaat in Romeinen 16 vers 19: “Ik wil dat jullie wijs worden voor het goede, maar eenvoudig[1] voor het kwade.” We moeten wijzer worden voor wat goed is, voor wat fatsoenlijk en eervol is [verg. Fil. 4:8]! We zouden experts moeten zijn in het doen van het goede! We moeten eenvoudig van geest en zonder bedrog blijven en “verstandig onwetend” van alles wat ons denken zou kunnen bederven of ons in verleiding zou kunnen brengen.
Toen de Israëlieten Kanaän binnentrokken, mochten ze niet eens navraag doen naar de gebruiken van de heidense religies, opdat ze niet in de verleiding zouden komen om zich in hun immorele praktijken te laten meeslepen (zie Deut. 12:30: “Pas dus op … dat u niet naar hun goden informeert en zegt: ‘Hoe hebben deze volken hun goden gediend?”). Archeologie heeft aangetoond, dat de religieuze rituelen van de Kanaänieten immorele handelingen inhielden. De HEER zei, dat al deze dingen vernietigd moesten worden. God wilde niet, dat Zijn volk verontreinigd zou worden door de afgoderij en immoraliteit van Kanaän. Daarom moest Israël niet uit nieuwsgierigheid naar alles “vragen” en “onderzoeken.” Ze moesten onwetend en onschuldig blijven – en dit is precies waar het in het Nieuwe Testament over gaat in Romeinen 16 vers 19: “Ik wil dat u wijs bent jegens het goede, maar rein [1] jegens het kwade.” We moeten wijzer worden voor wat goed is, voor wat waardig en eervol is [verg. Fil. 4:8]! We zouden experts moeten zijn in het doen van het goede! We moeten eenvoudig van geest en zonder bedrog blijven en “verstandig onwetend” ten opzichte van alles, wat ons denken zou kunnen bederven of ons in verleiding zou kunnen brengen.
Net zoals de Israëlieten de onreine heidense voorwerpen van het oude Babylon niet mochten aanraken (Jes. 52:11), zo mag het volk van God vandaag de dag in onze post-christelijke cultuur geen “onreine dingen aanraken” (2 Kor. 6:17). We kunnen moeilijk “elke gedachte gevangen nemen tot de gehoorzaamheid van Christus” (2 Kor 10:5) als we dingen lezen of bekijken die geschreven of uitgevoerd zijn om onze gevallen, zondige natuur aan te spreken. De Bijbel roept ons op om “te vluchten voor de begeerten van de jeugd [2]” (2 Tim. 2:22) en om alles af te leggen wat ons “licht omstrikt” (Hebr. 12:1)!
In het licht van deze bijbelpassages (en vele andere) kan ons vers niet betekenen dat volwassen Christenen geen schade lijden als ze zichzelf blootstellen aan wereldse en immorele invloeden. Ook voor hen van wie de geest in Christus is gereinigd, is niet alles rein! Omdat de Bijbel zichzelf niet tegenspreekt, kan het vers “Voor de reinen is alles rein” niet gebruikt worden om te beweren dat “reine” Christenen immuun zijn voor het onreine.
2. Bijbelverzen niet uit hun verband rukken
De Bijbel spreekt zichzelf niet tegen en elke bijbelse passage moet worden geïnterpreteerd in het licht van de verzen en hoofdstukken eromheen. Alleen wanneer Titus 1 vers 15 uit zijn verband wordt gehaald, kan dit vers worden gebruikt als excuus om zondig gedrag toe te staan. De apostel Paulus schreef deze tekst aan Titus, die hielp om de gemeenten op het eiland Kreta te leiden. Het was zeker niet de bedoeling van Paulus om Titus en de christenen op Kreta te vertellen, dat ze hun gedachten konden vullen met allerlei onreinheid en zich geen zorgen hoefden te maken, dat dit slechte gevolgen zou hebben. Christenen die denken dat Titus 1 vers 15 vrijwaring geeft voor onreinheid, negeren volledig het verband van deze tekst:
• Sommige christenen leggen het vers uit alsof het op de een of andere manier een aanmaning voor gelovigen is. Zij denken: Omdat christenen “rein van hart” zijn en de wegen van de wereld niet doorzien, hebben ze de neiging om naïef en argeloos te zijn tegenover het kwaad in deze wereld. Voor hen lijken alle dingen rein te zijn, maar omdat niet alle dingen werkelijk rein zijn, moeten gelovigen beter op hun hoede zijn.
• Anderen leggen het vers zo uit dat voor “reine” christenen “alles rein is” omdat godvrezende gelovigen altijd naar de reine kant van de dingen kijken. Seks kan bijvoorbeeld misbruikt en verdorven worden, maar de niet verdorven christen ziet seks altijd als een prachtig en puur geschenk van God, dat in alle reinheid gebruikt moet worden, zoals God het bedoeld heeft.
Deze twee uitleggingen komen zeker overeen met het bijbelse onderwijs, maar ze vloeien niet logisch voort uit het verband. Ze passen niet in het verband van Titus 1.
De verzen rondom Titus 1 vers 15 verwijzen naar de valse leraren op het eiland Kreta, die leerden, dat men onrein werd als men bepaald voedsel at of als men at en tegelijkertijd ceremonieel onrein was. Deze valse leraren waren “mensen van de besnijdenis” (Tit. 1:10), dat wil zeggen de ongelovige Judaïsanten van de eerste eeuw. Deze valse leraren namen strenge regels op in hun “geboden” (Tit. 1:14) en leerden, dat men bepaalde dingen niet mocht eten of drinken. Ze pleitten voor de eetgeboden uit het Oude Testament en leerden, dat men de toevoegingen en tradities van de Judaïsten moest volgen om geestelijk en heilig te worden. Zij benadrukten, dat men zich alleen aan uiterlijke regels moest houden om rein te zijn, maar erkenden niet, dat het hart innerlijk veranderd moest worden.
De Judaïsten negeerden volledig wat Jezus Christus had gezegd: “Begrijpt u niet, dat alles wat de mond inkomt, in de buik komt en in [het] toilet wordt uitgeworpen? Maar wat de mond uitgaat, komt voort uit het hart, en dat verontreinigt de mens. Want uit het hart komen voort boze overleggingen, moorden, overspel [1], hoererijen, diefstallen, valse getuigenissen, lasteringen. Deze dingen zijn het die een mens verontreinigen; het eten met ongewassen handen echter verontreinigt de mens niet” (Matth. 15:17-20). In de parallelle passage in Markus 7 vers 19 lezen we, dat de Heer Jezus “alle spijzen rein verklaarde.” Hij zei ook tegen de Farizeeën: “alles is u rein” als hun hart innerlijk veranderd is (Luk. 11:41).
De “reinen” zijn daarom allen die in onze Heer Jezus Christus geloven, allen van wie de harten door het werk van God zijn veranderd toen ze zich bekeerden. Alle christenen zijn fundamenteel “rein,” omdat we allemaal deel hebben aan het Goddelijke leven (1 Petr. 1:3,4). We hebben nog steeds onze zondige menselijke natuur, maar het nieuwe geestelijke leven, dat we bezitten is “rein.”
Omdat we een nieuw leven in Christus hebben, zijn de Oudtestamentische voedselvoorschriften met betrekking tot bepaalde “onreine” voedingsmiddelen vandaag de dag niet meer op ons van toepassing. Deze ceremoniële voorschriften zijn allemaal terzijde geschoven met de komst van Christus. Door mensen gemaakte regels over verboden voedsel en voorschriften over rituele wassingen hebben niets te maken met het Christelijke leven. Christenen zijn vrij om op elke dag van de week rundvlees of varkensvlees of vis of welk ander voedsel dan ook te eten – met gewassen of ongewassen handen – want “alles is rein.” Natuurlijk moeten we om redenen van gezondheid en hygiëne en omwille van onze christelijke vrijheid voorzichtig zijn met wat we eten en hoe we eten. Maar voor de christen is geen enkel eten of drinken op zichzelf “onrein,” want “al [het] door God geschapene is goed en niets is verwerpelijk als het met dankzegging wordt genomen, want het wordt geheiligd door Gods woord en door gebed” (1 Tim. 4:4,5).
Dan gaat Titus 1 vers 15 en 16 over ongelovigen: “Maar voor de besmetten en ongelovigen is niets rein, maar zowel hun verstand als hun geweten is besmet. Ze belijden God te kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, daar zij verfoeilijk en ongehoorzaam zijn en voor alle goed werk ongeschikt.” Ongelovigen worden “besmet” [verontreinigd] genoemd, omdat hun hart niet innerlijk veranderd is (wat gebeurt als ze zich tot Jezus Christus bekeren). Ze zijn niet rein omdat ze geen “nieuwe schepping in Christus” zijn (2 Kor. 5:17). Omdat ze niet “wedergeboren” zijn (Joh. 3:3), zijn vanuit Gods oogpunt “zowel hun verstand als hun geweten besmet.” Voor deze ongelovigen is “niets rein.”
Geheelonthouding en het naleven van bepaalde regels en rituelen helpt een ongelovige helemaal niet om rein te worden. Zijn probleem is niet uiterlijk, maar innerlijk. Hij is alleen welgevallig voor God als hij innerlijk veranderd is – en dat gebeurt bij zijn bekering. Het naleven van regels en rituele ceremonies levert hem geen punten op bij God. Titus 1 vers 16 laat juist zien, dat de werken van de ongelovige bewijzen, dat hij God niet kent. Als hij de Heer echt zou kennen, dan zou hij ophouden God te beledigen door te leren, dat iemand heilig en voor God aanneembaar kan worden door het volgen van regels en rituelen. Iedereen die dat denkt, is (toen en nu) “verfoeilijk en ongehoorzaam zijn en voor alle goed werk ongeschikt” (Tit. 1:16).
Vanuit het perspectief van een humanist is de visie op de Bijbel ongelooflijk bekrompen. Maar uiteindelijk gaat het er niet om wat mensen denken, maar wat het Woord van God zegt!
Samenvatting
We hebben het gezien: De zin “Voor de reinen is alles rein” werd geschreven met betrekking tot het eten van bepaald voedsel; het gaat niet over het lezen van bepaalde literatuur of het kijken naar bepaalde films of websites! Dit vers betekent niet dat onreinheid op welke manier dan ook gewaardeerd wordt als christenen ernaar kijken, of dat christenen immuun zijn voor de effecten van de onreinheid die ze zien, lezen of horen. “Waar je vuil in stopt, krijg je vuil weer terug” – dit geldt niet alleen voor computers. Deze zin komt misschien niet uit de Bijbel, maar is zeker van toepassing op de menselijke geest. Het maakt niet uit hoe volwassen christenen zijn en in welke fase van geestelijke groei ze zich bevinden, ze moeten uiterst voorzichtig zijn met wat ze toelaten in hun geest door te lezen, te kijken en te luisteren.
Onze studie van Titus 1 vers 15 heeft ons ook twee heel belangrijke principes geleerd die we moeten toepassen als we de Bijbel juist willen uitleggen.
- Het ene principe luidt: individuele verzen in de Bijbel moeten altijd worden geïnterpreteerd in het licht van de historische samenhang [voor zover het Woord van God ons informeert] waarin ze werden geschreven, en in relatie tot de literaire samenhang van de omringende verzen.
- Het andere principe is: de uitleg van een enkel Bijbelvers is nooit in tegenspraak met de rest van de Bijbel, omdat de Bijbel door de Bijbel moet worden uitgelegd.
David Roderick Reid; © SoundWords
Online in het Duits sinds: 15.07.2021; geactualiseerd: 17.11.2022
Oorspronkelijke titel: “All Things are Pure;”bron: www.growingchristians.org
Geplaatst in: Christendom, Seksualiteit
© Frisse Wateren, FW