“Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden” (Matth. 7:13-14).
Een tijdje geleden ontving ik een Christelijk tijdschrift en ik keek het met belangstelling door. Steeds weer las ik dat een ieder die gelooft in Jezus Christus eeuwig leven ontvangt. Ik had vanaf mijn jeugd geprobeerd om een goed leven te leiden en daardoor aangenomen dat in mijn geval alles in orde was. Ik las ook over ervaringen van bekeringen en vragen zoals: “Welke zekerheid is er van de vergeving van zonden?” of “Zijn we veilig voor het komende oordeel?” Met betrekking tot deze onderwerpen dat ik dat we het antwoord hier op aarde niet konden weten. Na verloop van tijd echter werd het mij duidelijk dat er werkelijk slechts twee wegen zijn om de eeuwigheid te bereiken. Dus werd ik geconfronteerd met de vraag: Op welke van die twee wegen bevind jij je? Ik kon die vraag niet ontwijken. Ik kon dit eenvoudig niet onbeantwoord laten tot het leven voorbij was. Ik had nodig om zekerheid te verkrijgen. Daarom nam ik een Bijbel en al heel snel herkende ik dat ik een zondaar was die de straf van God verdiende. Mijn geweten gaf mij geen rust en ik probeerde mijn gedrag te verbeteren, ontwijkende elke vorm van kwaad. Maar ik voelde mij niet beter. Door het lezen van de Bijbel en vanwege veel predikingen dat ik gehoord had werd ik mij steeds meer bewust van mijn zonden.
“… toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft” (1 Thess. 3:13).
Het was duidelijk voor mij dat ik een zondaar was. Maar door het lezen van de Bijbel en het luisteren naar predikingen en mijn ernstige poging mijzelf te verbeteren maakten me alleen maar meer en meer ongelukkiger. Toen vond ik het volgende advies in een christelijk traktaat: ‘Neem het Woord van God zoals het er staat’. Ik herinnerde mij de uitnodiging van Jezus: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven” (Matth. 11:28). Ik knielde neer en bad tot Hem: “Ik ben ook vermoeid. Wees mij genadig!”. Toen ik bad en de Heer vertelde van mijn schuld en de last van mijn hart, herinnerde de Geest van God mij aan het vers: “… het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” (1 Joh. 1:7). Dit woord drong bij mij naar binnen als een boodschap van God voor mij in mijn situatie. Ik geloofde het en de vrede die ik al zo lang vergeefs zocht, daalde in mijn hart. Nu zei de Heer, waaraan ik vroeger achteloos voorbij gegaan was, en overtuigde mij: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven” (Joh. 6:47). Nu geven de beloften van God in de Bijbel zekerheid en vreugde. Ik vertrouw daarop. Het Woord van God is dagelijks voedsel voor mijn ziel en mijn vreugde. Het is een licht op mijn pad op weg naar de eeuwige heerlijkheid.
© The Good Seed
Geplaatst in: Evangelie
© Frisse Wateren, FW