19 jaar geleden

Hoe lang bouwde Noach aan de ark?

Op deze plaats een (verkorte) briefwisseling over de vraag, of Noach 120 jaar (of minder) aan de ark bouwde. Het uitvoerige antwoord kan aangevraagd worden.

Geliefde broeder in de Heer,

Het is ons opgevallen dat u zeer Schriftgetrouw bent. Nu hebt u een artikel over het geloof van Noach gepubliceerd. Het geloof van Noach en de bouw van de ark heeft hem met zijn gehele familie bewaard tot in de volgende tijdsperiode. Zonder geloof is het onmogelijk, God te behagen.

U schrijft: “Toen 119 jaar voorbij gegaan waren en Noach altijd nog – in dit opzicht – zonder vrucht aan de ark bouwde en predikte …”. Met andere woorden, Noach bouwde wel 120 jaar, omdat enkele Bijbelwoordenboeken het zo verklaren. Maar zo staat het niet in de Bijbel.

“Gods molens malen langzaam”, zegt een spreekwoord. In de 14e generatie na Noach leefde Jozef alleen nog 110 jaar en daarna wordt ons nauwelijks van een mens in de Bijbel bericht, die ouder dan 120 jaar werd, ook onze tijd is dat zo.

In Genesis 2:17 lezen wij, dat God zegt: “Maar van de boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven”. In hoofdstuk 5 zien we, dat Adam in totaal 930 jaar oud werd. Dat waren wel 930 jaar, nadat hij en Eva van de vrucht van de boom van kennis gegeten hadden en uit de hof van Eden verdreven werden.

Nu over de ark:

Genesis 5:32: “En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth”.

Genesis 6:14,18: “Maak u een ark van goferhout; met kamers zult gij deze ark maken; en gij zult die bepekken van binnen en van buiten met pek … Maar met u zal Ik Mijn verbond oprichten; en gij zult in de ark gaan, gij, en uw zonen, en uw huisvrouw, en de vrouwen van uw zonen met u”.

Genesis 7:6-7: “Noach nu was zeshonderd jaren oud, toen de vloed der wateren op de aarde was. Zo ging Noach, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen van zijn zonen met hem in de ark, vanwege de wateren van de vloed”.

Met andere woorden. Nadat Noach 500 jaar oud was, verwekte hij zijn drie zonen. Ten tijde toen God hem de opdracht gaf, de ark te bouwen, waren zijn drie zonen getrouwd.

Toen de vloed kwam, was Noach 600 jaar oud. Er bleven in totaal dus 100 jaar over, waarin zijn zonen moesten opgroeien en rijp geworden waren om te trouwen, om dan volgens de opdracht van God de ark te bouwen. Voor de bouw van de ark bleven misschien 20-30 jaar over, omdat de voorvaderen niet zo vroeg trouwden, en niet 120 jaar.

Hartelijke groeten in de Heer,
G. u. M. J.

ANTWOORD:

Geliefde broeder en zuster in de Heer,

Allereerst wil ik u graag bedanken voor de lof zeer “Schriftgetrouw” te zijn. Dat is inderdaad dat, waarnaar wij als gelovigen absoluut zouden moeten streven.

Blijkbaar gaat dat ook u zeer ter harte. Dat verheugt ons zeer. Het doet je gewoon goed, wanneer je vaststelt, dat broeders en zusters ernstig naar de waarheid zoeken en, zoals de Bereeërs, “die dagelijks de Schriften onderzochten of deze dingen zo waren” (Handelingen 17:11)!

Als ik nu, op de door u aangesneden vraag te spreken kom, of Noach 120 jaar lang aan de ark bouwde of slechts een korte tijd, dan kan het ook alleen daarom gaan, nauwkeurig te onderzoeken, wat de Bijbel daarover zegt.

Het is geen eenvoudige vraag. En al vele broeders hebben daarover nagedacht. Enkelen zijn tot de conclusie gekomen, dat Noach 120 jaar aan de ark bouwde, anderen – zoals u – dat het slechts enkele tientallen jaren waren.

Om deze gronden heb ik het in mijn artikel vermeden, uitdrukkelijk te zeggen, dat Noach 120 jaar aan de ark gebouwd heeft, maar algemener geformuleerd: “Toen 119 jaar (van de 120-jarige genadetijd) voorbij gegaan waren …”. Toch ben ik tot de slotsom gekomen, dat Noach 120 jaar aan de ark bouwde.

Er is een vers in het Nieuwe Testament die daarover een – zoals ik meen – duidelijke uitspraak doet: “… toen de lankmoedigheid van God bleef afwachten in de dagen van Noach, terwijl de ark gereedgemaakt werd” (1 Petrus 3:20). Dus werd de ark gedurende die tijd gereedgemaakt, toen de lankmoedigheid van God bleef afwachten.

Wanneer of hoelang duurde “lankmoedigheid van God”? Wat wordt daarmee bedoeld? De lankmoedigheid van God kan alleen maar betrekking hebben op de 120 jaar, die God wilde wachten, vóór Hij het oordeel zou uitvoeren. “Toen zei de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, omdat hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderdtwintig jaren” (Genesis 6:3).

Enkele Bijbelvertalingen geven dit vers weliswaar een andere zin. Zo vertaalt bijvoorbeeld Luther: “Ik wil hem als levensduur geven honderdtwintig jaren”, alsof de mensen die vóór de zondvloed zeer oud geworden waren, van nu af slecht nog 120 jaar oud zouden worden. Zeker is de levensduur vanaf deze tijd duidelijk afgenomen en al relatief snel werd er nog nauwelijks iemand 120 jaar oud. Maar waarom moest God al in Genesis 6 vers 3 de levensduur tot 120 jaar beperken, wanneer dat dan toch pas eerst enkele generaties later gebeurt? En waarom juist 120 jaar?

Dit vers wordt pas dan kloppend, wanneer men het zo verstaat, zoals bijvoorbeeld de Elberfelder vertaling [dit is een zeer goede Duitse vertaling – vertaler] naar voren brengt: De dagen van de mensen zouden nu geteld zijn; God wilde de mensen nog een genadetijd van 120 jaar geven; dan zou de lankmoedigheid van God ten einde zijn. Overigens weet God ook vandaag al, wanneer ons tijdperk in het oordeel eindigen zal, ook wanneer Hij dit tijdstip niet geopenbaard heeft en Hij nog met lankmoedigheid wacht (2 Petrus 3:9).

Nu ontstaat de vraag, hoe een 120-jarige genadetijd daarmee overeenstemt, dat Noach aan het einde van Genesis 5 al 500 jaar oud is. Van toen af waren het immers nog nog 100 jaren tot aan de vloed (Genesis 7:6). Het antwoord is heel eenvoudig: Het Bijbels bericht is niet chronologisch. Dat is niet iets dat ongewoon is in de Bijbel. Veel Oudtestamentische geschiedenissen blijven onbegrijpelijk, wanneer men alle verzen en hoofdstukken wat de tijd betreft achter elkaar wil voegen. In ons geval moet de “lankmoedigheid van God” eenvoudig 20 jaar vóór het 500e levensjaar van Noach begonnen zijn, zoals we al gezien hebben.

Men kan Genesis 5 vers 32 alleen zo verstaan, dat Noach met 500 jaar begon, zonen te verwekken. Sem werd pas 98 jaar vóór het einde van de vloed geboren (Genesis 11:10), toen Noach ongeveer 503 jaar oud was (aan het einde van de vloed was hij 601 jaar oud: Genesis 8:13).

Met het zesde hoofdstuk begint een nieuw deel van het boek Genesis. Wat de tijd betreft grijpen de eerste verzen terug in de tijd, toen Noach 480 jaar oud was en God voor de mensen een genadetijd van 120 jaar vaststelde.

Dit hoofdstuk is op de volgende wijze opgebouwd:

  1. Vers 1-8: De geschiedenis van de mensen vóór de vloed; waarom God tot het oordeel besloot en op welke tijd Hij het vaststelde.
  2. Vers 9-12: Overzicht van “de geschiedenis van Noach”; waarom hij genade vond (een invoeging). Vers 13-22: Wat God tot Noach sprak en hoe deze reageerde.

Het is aannemelijk dat God direct tot Noach sprak, onmiddellijk nadat Hij bij Zichzelf een genadetijd van 120 jaar vastgesteld had (vergelijk bijvoorbeeld Amos 3:7). Bovendien lezen wij niet, dat God Noach meegedeeld heeft, hoe lang zijn lankmoedigheid zou duren. Alleen bij Zichzelf sprak Hij van de 120 jaar. Daarom is Noach ook zonder getreuzel aan de bouw van de reusachtige ark begonnen (zie 1 Petrus 3:20). Hij kon niet wachten, tot al zijn zonen geboren en getrouwd waren, tot alle dieren erbij kwamen, enzovoorts.

Wanneer God in hoofdstuk 6:18 tegen Noach van zijn “zonen” en hun vrouwen spreekt, betekent dat niet, dat hij op dat tijdstip al zonen had. Na een korte schildering van de geschiedenis van de mens (vers 13) en de aanwijzing wat Noach te doen heeft (vers 14-16), spreekt God van datgene, wat komen zou en Noach dan nog doen moest (vers 17-20). Ook de geboorte en het huwelijk van de zonen van Noach was nog toekomstig, maar de zonen en hun vrouwen zouden ter bestemder tijd komen, vóórdat de vloed zou komen, zoals God ook de dieren op de juiste tijd erbij zou voegen.

Lieve broeder en zuster, ik hoop dat ik begrijpelijk kon maken, waarom ik geloof, dat Noach 120 jaar aan de ark bouwde.

De spoedig komende Heer aanbevolen en hartelijk gegroet

uw Joachin Setzer

© Folge mir nach

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW