4 jaar geleden

Hoe God in tijden van rampspoed aan Zijn schepselen denkt 

Ook in Corona-tijden kun je de regenboog nog zien

 

Inhoud

  • Waarom Corona?
    ° En als christen?
  • De zondvloed
    ° De rustplaats op de Ararat
    ° De speciale rustdag
    ° De betekenis van de opstanding
    ° De regenboog
    ° Het trauma van Noach
    ° De troost van God
    ° Schoonheid op donkere achtergrond
    ° De regenboog is onbeweeglijk
  • De catastrofe in de tijd van Ezechiël
    ° God trekt zich terug van de aarde
    ° Gevolgen van de verduistering van God
    ° De regenboog gaat mee
  • De apocalyps
    ° De regenboog is alleen nog groen
    ° Geen verwelking
    ° Het midden van de regenboog
    ° Geen uitstel meer
    ° Geen regenbogen meer nodig


Waarom Corona?

In een tijd als deze – de huidige Corona-crisis – zullen velen zich zeker afvragen: hoe denkt God eigenlijk over deze crisis? Is God op dit moment bijzonder toornig op mensen – meer dan normaal? Is het een oordeel? Zo ja, voor wie? En waarom? Waarom zijn bijna alle christenen bijzonder getroffen, omdat hun samenkomsten aanvankelijk niet langer meer zijn geoorloofd ​​of nu aan voorwaarden zijn gebonden?

Men kan vaak snelle antwoorden op vragen vinden, en men zal merken, dat deze antwoorden sterk uiteenlopen. Maar we moeten ons niet laten meeslepen door snelle antwoorden, maar eerst onszelf afvragen, wat God ons persoonlijk daarmee zeggen wil.

Allereerst is er de vraag voor degenen die nog geen zekerheid over hun eeuwige toekomst hebben: als het virus mij heel hard treft en ik één van de doden ben, waarvan we het stijgende aantal nu elke dag op het internet lezen kunnen: kan ik God werkelijk ontmoeten zonder Zijn oordeel te hoeven vrezen?

We moeten deze vraag niet zo gemakkelijk terzijde schuiven met: Ik heb niets werkelijk slechts begaan, en God zal de kleine zonden vergeven, want iedereen heeft ze immers gedaan. – Gods oordeel is duidelijk: “Want allen hebben gezondigd en komen tekort aan de heerlijkheid van God” (Rom. 3:23). Daarom staat ook geheel algemeen voor alle mensen vast: “En evenzeer als het de mensen beschikt is éénmaal te sterven en daarna het oordeel” (Hebr. 9:27).

Er is maar één weg om aan dit oordeel te ontkomen, hetgeen volledig onafhankelijk is van het feit of men een moord heeft gepleegd of gewoon een kleine leugen heeft geuit, en dat is door “bekering tot God en het geloof in onze Heer Jezus” (Hand. 20:21). God kan de zonde, zelfs de kleinste, niet ongestraft laten. Hij zond Zijn Zoon Jezus Christus naar de aarde, opdat Christus voor zondaars zou sterven en ons daardoor het volgende mogelijk werd: “en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is; Hem heeft God gesteld tot een genadetroon door <het> geloof, in Zijn bloed“ (Rom. 3:24,25). Wie in deze “verzoening”, in de persoon van Jezus Christus gelooft, wordt door God rechtvaardig verklaard (Rom. 3:26) en “komt niet in [het] oordeel” (Joh. 5:24). Het is niet genoeg, dat het een of andere geloof ons kracht geeft, zoals sommigen momenteel geloven; het hangt ervan af, wat de inhoud van mijn geloof is. Er is een reddend geloof, maar ook een geloof, dat mij een vals gevoel van zekerheid geeft.

En als christen?

Maar ook als een ware christen, die zijn zonden voor God belijdt en voor zichzelf aanspraak gemaakt heeft op het verzoeningswerk van de Heer Jezus, en nu vrede met God heeft en geen oordeel meer hoeft te vrezen, moet men zich afvragen: Wat wil God mij zeggen? Hoe belangrijk zijn voor mij de aardse dingen, waarvan ik nu afstand moet doen: geen feest, geen bezoek aan de kapper, geen samenzijn met vrienden ’s avonds, geen bezoekjes, geen vakantie, geen winkelervaringen, etc. Hoe belangrijk zijn de samenkomsten voor mij? Zal mijn geloofsleven zonder haar instorten? Heb ik mij tot nu toe voornamelijk laten dragen door medebroeders en medezusters?

Maar laten we nu terugkomen op de vraag: hoe denkt God eigenlijk over deze crisis of, meer specifiek, wat denkt Hij over Zijn schepselen?

Ik zou willen wijzen op een paar catastrofes, die we in het Woord van God aantreffen.

De zondvloed

In de eerste hoofdstukken van Genesis wordt ons een vreselijke catastrofe beschreven: een vloed die de hele mensenwereld en de dieren op aarde wegvaagde, met uitzondering van enkelen, die in een ark werden gered.

We zien daar dat er een tijd gekomen was, dat God de slechtheid van de mens niet langer kon verdragen en een verschrikkelijk oordeel over de aarde bracht. Behalve Noach en zijn familie werd de hele mensheid uitgeroeid. De climax van de zondvloed wordt beschreven in Genesis 7 vers 24:

“En het water had honderdvijftig dagen lang de overhand op de aarde.”

De rustplaats op de Ararat

Daarmee was er geen overlevingskans meer voor iemand buiten de ark. Dan is het heel merkwaardig, dat hoofdstuk 8 begint met de woorden: “En God dacht aan Noach en aan al de wilde dieren en al het vee dat bij hem in de ark was” (Gen.8:1). Het is verbazingwekkend dat hier staat, dat God aan Noach denkt. En ook aan de andere schepselen die bij hem in de ark waren. De Heilige Geest wil ons hier extra op wijzen in het Woord van God: God bekommert Zich om Zijn schepselen. Hij denkt aan hen.

Vervolgens lezen we dan: “en God liet wind over de aarde gaan, zodat het water bedaarde. Ook werden de bronnen van de watervloed en de sluizen van de hemel gesloten, en de regen uit de hemel werd gestopt” (Gen. 8:1,2). Het oordeel kwam tot een einde. En dan staat er in vers 4: “En de ark bleef in de zevende maand, op de zeventiende dag van de maand, vastzitten op het gebergte van Ararat” (Gen. 8:4).

De speciale rustdag

De ark die Noach, zijn gezin en de dieren bescherming geboden had, vond nu een rustplaats. En het is verbazingwekkend, dat hier de exacte dag wordt gegeven: “in de zevende maand, op de zeventiende dag van de maand”. God hechtte er waarde aan, en ik denk dat de reden dit is: deze dag is bedoeld om een ​​andere dag te markeren, die vele, vele jaren later plaatsvond. Want deze dag, de zeventiende dag van de zevende maand, is een heel bijzondere dag is: in de zevende maand van het normale jaar sprak de Heer tot Mozes en zei: “Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn: Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar” (Ex. 12:2).

Hierdoor werd de zevende maand de eerste maand van het religieuze jaar van de Joden, en op de veertiende dag van die maand moest het lam geslacht worden. Het is een beeld van het moment, waarop “ons Pascha, Christus, is geslacht” (1 Kor. 5:7). En we weten, wat er drie dagen na deze gebeurtenis plaatsvond: Christus is opgestaan uit de dood. Dat wil zeggen, deze zeventiende dag van de zevende maand is de dag van de opstanding.

Hoeveel christenen denken er met Pasen nog aan wat die dag voor ons betekent? Voor ons is het oordeel voorbij, de wateren van het oordeel zijn over onze Heer Jezus heengegaan, de straf heeft Hem getroffen. Maar het oordeel werd ons bespaard. We zijn met Hem gestorven, maar in Hem beschermd tegen het oordeel, zoals Noach in de ark, en we hebben een rustplaats bereikt. We rusten nu op een volbracht, door God aanvaard werk.

De betekenis van de opstanding

De opstanding spreekt ervan, dat God dit werk van Zijn Zoon aangenomen heeft; dat Christus alles in orde heeft gemaakt. Door Zijn werk is alles aan het licht gekomen, wat God wilde: Zijn gerechtigheid, Zijn genade, Zijn liefde zijn volledig zichtbaar geworden en Zijn plannen voor een nieuwe schepping kunnen nu werkelijkheid worden. Dat bevestigt de opstanding. Het is Gods teken voor deze zekerheid! En op deze bodem rusten wij, beschermd door de ark, beschermd tegen het oordeel, maar overgebracht op deze nieuwe bodem, op deze opstandings-bodem, waarop wij voor alle eeuwigheid voor het oordeel veilig zijn.

Dit is de eerste plaats, waar we lezen dat God in verbinding met Noach aan iets gedacht heeft in verband met deze grote catastrofe, die over de aarde gekomen was.

De regenboog

Maar we lezen nog een tweede keer in de geschiedenis van Noach, dat God aan iets wilde denken. In het volgende hoofdstuk lezen we: “Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is” (Gen. 9:16).

Ik werd aan de regenboog herinnerd, nadat ik op het internet een deel van de toespraak van de koningin van Engeland had gezien. Op een gegeven moment wees ze erop, dat de kinderen in Engeland met afbeeldingen van de regenboog – als ik het me goed herinner – de mensen in de zorg moreel wilden steunen. Het was me niet duidelijk, waarom ze nu juist een regenboog getekend hadden. Maar ik werd herinnerd aan het verbond, dat God met de mensen sloot na de grote catastrofe van de zondvloed.

Het trauma van Noach

Wat voor angst kan er in Noach zijn ontstaan, ​​nadat hij misschien een hut had gebouwd op de verwoeste aarde en plotseling de wolken kwamen en de regen op het dak van zijn hut kletterde: angst dat het misschien toch weer zou beginnen, dat er weer een vloed zou komen. Misschien is er voor de zondvloed helemaal geen regen gevallen. Er zijn enkele aanwijzingen hiervoor in de Bijbel.

Voor Noach waren wolken en regen nu onlosmakelijk verbonden met deze traumatische ervaring van de verschrikkelijke zondvloed, met deze verschrikkelijke wereldwijde catastrofe, die de hele mensheid had getroffen. We kunnen ons voorstellen hoe door elke wolk dit trauma weer naar boven kwam.

De troost van God

Maar nu gaat God een verbond met hem aan: Noach had een brandoffer op een altaar geofferd “en de HEERE rook die aangename geur” ​​(Gen. 8:21). Ja, er was zoveel kwaad tot God opgestegen vóór de zondvloed en nu is er plotseling een “aangename geur” ​​voor Hem ná het oordeel. Maar die geur kwam niet van mensen, maar het kwam van een offer. Het wees vooruit op het offer, dat de Heer Jezus eenmaal zou brengen, waarmee Hij God volledig zou tevredenstellen met betrekking tot al Zijn eigenschappen.

En dan zegt God in Zijn hart: “Ik zal de aardbodem voortaan niet meer vervloeken vanwege de mens; de gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af; en Ik zal voortaan niet al het levende meer doden, zoals Ik gedaan heb. Voortaan, al de dagen van de aarde, zullen zaaitijd en oogsttijd, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht niet ophouden” (Gen. 8:21,22). En toen sloot Hij een verbond met Noach en zei: “Ik maak Mijn verbond met u, dat niet meer alle vlees door het water van een vloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen vloed meer zal zijn om de aarde te gronde te richten. En God zei: Dit is het teken van het verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, alle generaties door tot in eeuwigheid: Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde. Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, dat Ik aan Mijn verbond zal denken, dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten” (Gen. 9:11-15).

God heeft hier een belofte gedaan: Ook als Hij weer wolken over de aarde zou brengen, zou Hij de mensheid niet langer op deze manier wegvagen. Helaas is het nodig om wolken aan te brengen. En hier in dit verband hebben de wolken allereerst de betekenis, dat ze een herinnering zijn aan het oordeel: aan dat, wat er over de aarde kwam in de zondvloed, toen “de sluizen van de hemel” (Gen. 7:11) werden opengezet, over de aarde gekomen was. Maar dan verschijnt er een boog in de wolken: een teken van God, een verbondsteken dat Hij Zich over Zijn schepselen erbarmt en hen niet vernietigen wil.

Schoonheid op donkere achtergrond

Als er vandaag een regenboog verschijnt, staat deze voor een donkere muur van wolken en wordt bestraald door de zon. En dat is, wat God laat zien: er zijn niet alleen de wolken. Er is niet alleen het donker. Er is ook de zon. En het zonlicht is zichtbaar door de regenboog in een bijzondere variëteit en pracht. De spectrale kleuren laten het licht op een bijzonder mooie wijze zien. Dit wordt pas zichtbaar voor de donkere wolken.

De regenboog is onbeweeglijk

Ook als de wolken zich heen en weer bewegen, misschien voortgedreven door de wind, zich oplossen, zich weer verzamelen en zich in regen ontladen, als alles in een staat van rusteloosheid is: de regenboog beweegt zich niet. Hij staat boven alle wind. Hij staat daar als het teken van God, dat Hij genadig wil zijn jegens Zijn schepselen. En ik denk, dat we onszelf hieraan kunnen blijven herinneren, ook in deze tijden – wanneer een catastrofe de hele aarde heeft getroffen, waarvan we de omvang waarschijnlijk helemaal nog niet juist kunnen bevroeden – dat God nog steeds in genade met Zijn schepselen handelt. In het bijzonder wanneer we weer eens een regenboog zien, worden we daaraan herinnerd.

We herinneren ons ook, dat de tijd van oordeel nog niet is aangebroken. Het is nog steeds de tijd van genade. En God zal Zich ook weer erbarmen over Zijn schepselen. Na de winter laat Hij de zomer weer komen, zoals we dat nu weer meemaken. Na de vorst komt de warmte weer terug. En het houdt niet op: zaaien en oogsten. God heeft dat beloofd.

De catastrofe in de tijd van Ezechiël

Ik denk dan aan een andere catastrofe in de Schrift, waar we de regenboog weer zien. Deze ramp bleef echter door velen totaal onopgemerkt. In tegenstelling tot de zondvloed of een ernstige wereldwijde plaag vond deze plaats in het onzichtbare gebied. We lezen erover in Ezechiël. Ten eerste lezen we in Ezechiël 1 over een visioen, dat Ezechiël heeft aan de rivier de Kebar. En dit visioen wordt in dit hoofdstuk zeer uitvoerig beschreven en aan het einde van dit lange hoofdstuk staat:

Ezechiël 1 vers 27-28:
27. Toen zag ik iets als de schittering van edelmetaal, rondom vanbinnen als het uiterlijk van vuur. Vanaf datgene wat eruitzag als Zijn heupen naar boven, en vanaf datgene wat eruitzag als Zijn heupen naar beneden, zag ik iets als het uiterlijk van vuur met een lichtglans eromheen.
28. Zoals het uiterlijk van de regenboog, die in de wolken verschijnt op de dag van de regen, zo was het uiterlijk van de lichtglans rondom. Het was de verschijning van de gedaante van de heerlijkheid van de HEERE.

Dit beeld verscheen nog eens aan Ezechiël. We lezen daarover in hoofdstuk 8. Daar lezen we, dat de heerlijkheid van God, de God van Israël, leek op de verschijning die Ezechiël in de vallei gezien had (vs. 4). Het visioen met deze regenboog verschijnt hem ook nu hier in verband met een ander visioen. En wat hem nu getoond wordt, is iets heel vreselijks: hij ziet alle gruweldaden die in het huis van de Heer, in de tempel, worden uitgeoefend.

Het is opvallend hoe vaak dit woord “gruweldaden” voorkomt in Ezechiël 8: de ene gruweldaad na de andere. Allerlei soorten afgoden en afgodendienst binnen het heiligdom van God. En deze vreselijke afgoderij voerde zijn eigen volk uit. En God zegt tegen Ezechiël: “Mensenzoon, ziet u wat zij doen? Grote gruweldaden, die het huis van Israël hier doet, zodat Ik ver wegga van Mijn heiligdom?” (Ezech. 8:6). Een nieuwe grote catastrofe was aanstaande. Weer was het kwaad zo erg geworden, dat God een catastrofe brengen moest: Hij moest weggaan uit Zijn heiligdom, dat Hij op aarde had en waarin Hij had gewoond.

God trekt zich terug van de aarde

En dan nadat al deze slechte daden in het huis van de Heer en in de voorhof beschreven zijn, zien we, hoe zich de heerlijkheid van de God van Israël verhief. Ten eerste: “van boven de cherub waarop Hij rustte, naar de drempel van het huis” (Ezech. 9:3). De wolk van Gods heerlijkheid was boven de cherub van de ark. Maar nu beweegt ze zich eerst naar de drempel van het huis. Daarna gaat het verder naar “de ingang van de Oostpoort van het huis van de HEERE” (Ezech. 10:19). En hier wordt dan altijd naar verwezen, dat het toch hetzelfde visioen was, als aan de rivier de Kebar. We worden hier drie keer aan herinnerd. Maar er wordt daarmee ook steeds weer gezegd: Denk eraan, het is dit visioen met de regenboog. Dan komt de volgende stap van de verwijdering: “Toen steeg de heerlijkheid van de HEERE op uit het midden van de stad en bleef op de berg staan die ten oosten van de stad lag” (Ezech. 11:23). En dan lezen we onmiddellijk in het volgende vers: “Toen steeg het visioen dat ik gezien had, op, bij mij vandaan” (Ezech. 11:24).

Daar is God, die hier op aarde gewoond heeft, boven de ark. Hij heeft de aarde verlaten. We weten, dat het de Heer Jezus was die onder Zijn volk woonde als de Jehova of Jahweh van het oude verbond. Hij heeft Zijn woning hier op de aarde opgegeven. Dat was een heel grote catastrofe voor Israël.

Gevolgen van de verduistering van God

Maar het was niet alleen een catastrofe voor Israël; de hele wereld bespeurde er iets van.

Het is zeker geen toeval dat juist in deze tijd – we zijn nu rond het jaar 586 vóór Christus. – er ​​drie grote wereldfilosofieën ontstaan:

  • Op een dag ontstond de Griekse filosofie, die tot op de dag van vandaag de westerse cultuur en denken heeft beïnvloed. Destijds sprak de stichter Thales niet over de verduistering van God die we hier krijgen, maar over een zonsverduistering. Hij voorspelde het, waarschijnlijk berekende hij de tijd; want hij was ook een groot astronoom.
    En tegelijkertijd was hij degene die de Griekse filosofie heeft gesticht. Zijn leerling Anaximander was een van de eerste evolutionisten. Thales had zelf al gezocht naar de oorsprong van het leven in het water, en zijn leerling ging er toen van uit, dat mensen van vissen afstammen.
  • Maar het was ook de tijd waarin er nog een spirituele stroming ontstond door de leer van Zarathustra, of ook wel Zarathoestra genoemd. Hij verleidde miljoenen mensen met zijn leer tot in het eerste millennium.
  • En de derde gebeurtenis die in die tijd plaatsvond, was de verlichting van Boeddha. En het boeddhisme heeft vandaag nog steeds miljoenen mensen in zijn ban.

Dat betekent: niet alleen trok God Zijn tegenwoordigheid van de aarde weg, nee, Satan en zijn demonen maakten tot op zekere hoogte van deze gelegenheid gebruik en lieten krachtige spirituele stromingen ontstaan, ​​waar mensen voor zichzelf gedachten over gemaakt hebben: over hun relatie tot de schepping; over wat ze in het algemeen als Schepper wilden erkennen; over zichzelf en over hun morele verplichtingen. Dit alles is ontstaan juist in die tijd, dat God Zijn woonplaats op aarde verliet. Het was weer een heel grote catastrofe die over de aarde uitbrak.

De regenboog gaat mee

En toch zien we de regenboog juist ook in deze tijd weer. En we zien hem hier boven dit visioen, en deze regenboog die gaat mee terug in de hemel.

Hij is nu bij God en dat is het teken, dat dit niet het einde zal zijn. De tijd van de volken die toen begon – want God had hun, te beginnen met Nebukadnezar, aan regering overgegeven -, zal op een dag ten einde komen en God zal weer op de aarde komen. In de Heer Jezus zal Hij weer hier op aarde zijn.

De Heer Jezus zal weer aanwezig zijn onder het volk van Israël. Zijn heerlijkheid zal opnieuw Zijn heiligdom vullen. We lezen dat in de laatste hoofdstukken van Ezechiël. En deze regenboog garandeert dat. De regenboog bij het visioen van de heerlijkheid van God is de bevestiging, dat God genade zal hebben met Zijn schepselen, ook als Hij zo’n oordeel moest brengen vanwege het kwaad, dat zich zo bovenmate geopenbaard had. Toch denkt Hij aan Zijn schepselen. Hij heeft Zijn verbond gesloten met Zijn schepselen, en Hij zal hen genadig zijn.

De Apocalyps

En de volgende vreselijke catastrofe staat wellicht vlak voor de deur. Hier zal de Heer Jezus terugkeren en het oordeel brengen over de aarde. We lezen er onder meer over in Openbaring. Ik zou speciaal op de hoofdstukken 4 en 10 willen ingaan, omdat we de regenboog daar weer vinden. We lezen daar van Johannes:

Openbaring 4 vers 2-5:
“Terstond kwam ik in [de] Geest; en zie, een troon stond in de hemel en er zat Iemand op de troon; en Die daar op zat, was van aanzien een jaspis- en sardiussteen gelijk; en rondom de troon was een regenboog, van aanzien een smaragd gelijk; en rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op de tronen zaten vierentwintig oudsten, bekleed met witte kleren, en op hun hoofden gouden kronen. En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden vóór de troon; dit zijn de zeven Geesten van God.”

Deze scène luidt Gods oordeel over de aarde in. We kunnen de dreunende donder van het naderende vreselijke onweer al horen, we zien de bliksemstralen van het oordeel al tevoorschijn komen. En toch kunnen we zien, dat de regenboog terug is. En wel de regenboog is nu rondom de troon. Precies daar, waar de bliksem en stemmen en donderslagen tevoorschijn komen, is rondom de regenboog.

En daarmee geeft God hier direct al dat teken: Ook als Hij een vreselijk oordeel brengen zal – en ik geloof, dat wat we hier in Openbaring zien zo verschrikkelijk is, dat we eigenlijk niet willen nadenken over wat er daarna op aarde gebeuren zal, wanneer dit oordeel komt -, de regenboog is rondom de troon. God denkt aan Zijn schepselen en Hij zal ook met dit oordeel Zijn schepselen niet volledig verdelgen. Miljarden mensen zullen omkomen, maar Hij zal de mensheid niet weer zo verdelgen zoals ten tijde van de zondvloed.

De regenboog is alleen nog groen

De regenboog is rondom de troon en “van aanzien een smaragd gelijk”. Van de zeven spectrale kleuren blijft hier alleen de kleur groen over. God legt hier een duidelijke klemtoon; het groen wordt benadrukt. De smaragd, deze groene edelsteen, geeft het midden van het kleurenspectrum aan. De kleur groen heeft over het algemeen een rustgevend effect in de kleurenpsychologie. Het is een hint van God, dat nadat de bliksemstralen en stemmen en donderslagen hun werk hebben gedaan, de rust toch weer weer terug zal komen. Verder is de kleur groen – dat zien we nu in het voorjaar, als je buiten gaat wandelen en alles groen begint te worden – het teken van leven.

Geen verwelking

Het is het teken, dat na de dood van de winter het leven weer terug zal komen. Het is echter interessant, dat we hier niet lezen “van aanzien als groene bladeren”, hoewel we zeker veel meer vertrouwd zouden zijn geweest met groen dan “een smaragd gelijk”. Ik denk, dat de reden hiervoor is, dat bladeren verdorren en geel of bruin worden en daarna zelfs helemaal verdwijnen. De smaragd1 daarentegen is een harde edelsteen, die zijn kleur nooit verliest.

En zo wordt ook het groen hier zo beschreven, dat het niet meer zal ophouden. Het getuigt rondom de oordeelstroon van een leven zonder einde. En voor de oudsten, die we hier op de troon zien, is dit al begonnen vóór het oordeel: de oudsten zijn een beeld van de verloste heiligen, die op dit moment al in de hemel zijn. Zij zijn nu al in de rust en in het eeuwige leven ingegaan. Maar dat zal ook op aarde komen. Vrede en rust zullen ook op aarde komen en alles zal van leven spreken, tot er zelfs een tijd komt, dat de dood overwonnen zal zijn.

Het midden van de regenboog

De regenboog hier is een ronde regenboog in tegenstelling tot de regenboog die we nu zien, die altijd een halve cirkel over de aarde vormt. De regenboog in Openbaring 4 is een gesloten cirkel rondom de troon. Een cirkel met een heel bijzonder middelpunt. We lezen erover in Openbaring 5 vers 6: “En ik zag in [het] midden van de troon ​​en van de vier levende wezens en [het] midden van de oudsten een Lam staan als geslacht.” Hier wordt het geheimenis van de regenboog aan ons geopenbaard. Dat God zo met de mens in barmhartigheid en genade handelen kan en deze boog geven kan, heeft te maken met het feit dat dit Lam van God bestaat. En dit Lam wordt in het midden van deze regenboog gezien, een “lam als geslacht”. Het herinnert ons aan onze Heer, Die alles, wat wij mensen verdorven hebben, goed gemaakt heeft en Die dat wat wij verschuldigd waren, betaald heeft, zodat God nu genade met ons hebben kan en ondanks dat niet Zijn gerechtigheid over het hoofd moet zien.

Geen uitstel meer

In hoofdstuk 10 zijn we al een stap verder:

Openbaring 10 vers 1-6:
1. En ik zag een andere sterke engel neerdalen uit de hemel, bekleed met een wolk en de regenboog op zijn hoofd en zijn gezicht als de zon, en zijn voeten als vuurzuilen;
2. En hij had in zijn hand een geopend boekje. En Hij zette zijn rechtervoet op de zee en zijn linker op de aarde.
3. En hij riep met luider stem, zoals een leeuw brult; en toen hij riep, lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen2.
4. En toen de zeven donderslagen gesproken hadden, stond ik op het punt het3 op te schrijven; en ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: Verzegel wat de zeven donderslagen gesproken hebben en schrijf het niet op.
5. En de engel die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief zijn rechterhand op naar de hemel,
6. en zwoer bij Hem die leeft tot in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen en wat daarin is en de aarde en wat daarop is en de zee en wat daarin is, dat er geen uitstel4 meer zal zijn;

Hier zien we de Heer Jezus in het beeld van een engel die de macht over de aarde overneemt. Nu is de tijd van het oordeel gekomen. Er is geen uitstel meer. En toch is de regenboog weer terug. Hij staat op Zijn hoofd, zelfs als Hij weer met een wolk is bekleed. En ook al spreekt deze wolk nu zeker weer op een vreselijke wijze van het oordeel, dat nu op aarde komen zal, het is nog steeds zo, dat de regenboog op Zijn hoofd is.

Er wordt ons op gewezen, dat God Zich herinnert aan het verbond met Zijn schepselen, en ook wanneer Hij een vreselijk zwaar oordeel brengen zal, zoals ik bij hoofdstuk 4 al zei, zal Hij niet al Zijn schepselen vernietigen: Hij zal na het oordeel met een klein overblijfsel uit Israël weer opnieuw aanvangen, en de volken zullen door Israël gezegend worden. En na het oordeel zal er een koninkrijk van vrede, een koninkrijk van zegen komen, dat alles zal overschaduwen wat er voorheen ooit op aarde aan schoonheid geweest is. God denkt aan Zijn schepselen.

Geen regenbogen meer nodig

In de eeuwige toestand van volmaaktheid zijn er geen wolken en geen regenbogen. Regenbogen bestaan ​​alleen als er wolken zijn. De tijd voor de wolken is voor de aarde in haar huidige staat. In de eeuwige toestand zal dat niet langer meer zijn. Dan zal er geen dag en nacht meer zijn, zoals God dat nu voor de aarde bepaald heeft. Dan verdorren de bladeren ook niet meer. Dan zal er geen verval meer zijn. Voor de boom van het leven zal er ook geen “zaaien en oogsten” – de bloeitijd en vruchtdragende tijd van bomen – zijn, maar deze boom zal elke maand zijn vruchten voortbrengen en zijn bladeren zijn er voortdurend voor de genezing van de volken in het duizendjarig rijk. Deze wonderbare bladeren zullen niet verwelken. Hun groen zal altijd fris zijn, altijd daar tot zegen zijn in het hemelse terrein van het duizendjarig koninkrijk.

En in de eeuwige toestand zal de regenboog helemaal niet nodig zijn. Daar zal de zon van de heerlijkheid van de Heer altijd schijnen. De hemelse stad heeft de zon niet langer nodig zoals nu, want “haar lamp is het Lam” (Openb. 21:23), dit Lam dat het onzichtbare centrum was van alle regenbogen, die ooit zijn verschenen.

Maar zolang we nog op aarde zijn, kunnen we onszelf eraan blijven herinneren – en vooral als we een regenboog zien – dat God genade heeft met Zijn schepselen, ook in tijden van rampspoed, en zo weten wij, dat ook de corona-pandemie eenmaal ten einde zal zijn, en we mogen gedurende deze tijd op Zijn genade hopen.

NOTEN:
1. De smaragd (Grieks: smaragdos, Engels: emerald) is een groene, doorschijnende halfedelsteen. In de oudheid werd de smaragd na de diamant het hoogst gewaardeerd [1].
De regenboog rondom de troon van God is van aanzien een smaragd gelijk.
Openb. 4:2 Terstond kwam ik in de Geest; en zie een troon stond in de hemel en er zat Iemand op de troon;
Openb. 4:3 en die daarop zat, was van aanzien een jaspissteen en sardiussteen gelijk; en rondom de troon was een regenboog, van aanzien een smaragd gelijk;
Smaragd maakt deel uit van het fundament van de muur van het Nieuwe Jeruzalem.
Openb. 21:19 De fundamenten van de muur van de stad waren met allerlei edelgesteente versierd. Het eerste fundament was jaspis, het tweede saffier, het derde chalcedon, het vierde smaragd … {www.christipedia.nl}
2. ‘Lieten … horen’ is letterlijk ’spraken’, zoals in vers 4.
3. A.l. ‘En alles wat de zeven …, stond ik op het punt’.
4. Letterlijk ‘tijd’.

 

Dirk Schürmann; © www.soundwords.de

Online in het Duits: 12.05.2020; geactualiseerd: 15.05.2020.

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW