Het Mattheüs-evangelie (3 – slot)
Er is niets mooiers dan zich met de Heer Jezus bezig te houden. Hem te overdenken in het Mattheüs-evangelie en voor Hem neer te vallen – dat is een mooie opdracht, die wij allemaal ons mogen voornemen. Daarbij een kleine hulp te geven is het doel van deze artikelen.
De prediking van het koninkrijk der hemelen
In Mattheüs 13 lezen we van zeven respectievelijk 8 gelijkenissen, die de Heer de menigte respectievelijk Zijn discipelen vertelt. In de “gelijkenis van de zaaier” laat de Heer Jezus als inleiding zien, dat het Woord van God gepredikt wordt, maar de ontvangers van dit Woord op totaal verschillende wijze reageren. Velen wijzen het Woord letterlijk af – enkelen geloven het Woord en brengen vrucht voor God voort (vers 1-23).
Daarna volgen drie gelijkenissen van “het koninkrijk der hemelen”, die de uiterlijke ontwikkeling aantonen, die dit rijk na het heengaan van de Heer van het rijk (van de Heer Jezus) zou aannemen. De “gelijkenis van de akker” verduidelijkt de ontbrekende trouw van de dienaars in het rijk en het agressieve werken van satan en zijn knechten, om het zaad van het Woord te vernietigen. De “gelijkenis van de mosterdzaad” toont de onnatuurlijke ontwikkeling van de grote uitbreiding van het koninkrijk der hemelen, zodat iedere vorm van boosheid (de vogels van de hemel) in dit rijk plaats vindt. In de “gelijkenis van het zuurdeeg” onderwijst de Heer de volksmenigte daarover, dat de zonde in het koninkrijk der hemelen steeds verder toenemen en in het hele systeem van de Christenheid doordringen zal. Deze gedachte maakt duidelijk: Wij allen leven juist in dit “rijk”!
In de volgende drie gelijkenissen – die de Heer Jezus alleen aan zijn discipelen beschrijft en die van dingen spreken, die alleen gelovigen goed kunnen verstaan – gaat het niet meer om het uiterlijke maar om het innerlijke karakter van dit rijk. De “gelijkenis van de schat” toont ons de “schat”, die het gelovige Israël voor God en de Heer Jezus voorstelt (vergelijk Exodus 19:5 en Psalm 135:4 waar van “eigendom” of “schat” sprake is). Juist voor dit gelovige overblijfsel is de Mens Jezus Christus gestorven (vers 44). In de “gelijkenis van de parel” vinden we een beeld van de vergadering [gemeente – vertaler], voor wie de Heer Jezus Zijn leven heeft overgegeven (Efeze 5:25)1. En in de “gelijkenis van het net” vinden we een heenwijzing naar de toekomstige tijd, wanneer de vergadering in de hemel zijn zal en het “visnet” ook onder de volkeren uitgeworpen wordt, om een grote schare voor de Heer Jezus te winnen (Openbaring 7:9-17).
De 8e gelijkenis “van nieuwe en oude dingen” wordt gemakkelijk overzien. Hier toont de Heer Jezus, dat Zijn onderwijzingen gedeelteljk op in het Oude Testament geopenbaarde dingen betrekking heeft – zoals de oprichting van het rijk, maar dat zij ook thema’s tot inhoud hebben, die volkomen nieuw waren – bijvoorbeeld Zijn heenwijzing naar de gemeente van de levende God.
4. De prediking over “persoonlijk en gemeenschappelijk gedrag”
In deze rede gaat de Heer Jezus op een aantal principes voor het persoonlijke en gemeenschappelijke gedrag van gelovigen in. Daarbij gaat het om de gezindheid van discipelen (nederigheid), maar ook daarom, dat we niet tot aanstoot zijn. Tegelijk toont de Heer welke waarde God hecht aan een individuele ziel om hem te redden. Een verder onderwijs betreft ons gedrag tegenover anderen en in welke gezindheid van vergeving wij tegenover hen moeten staan. Tenslotte behandelt de Heer Jezus verder het bovengenoemde thema van de zegeningen van de gemeente, wanneer de gelovigen op Bijbelse wijze met elkaar omgaan.
5. De prediking over de “eindtijd” (24:1-256:46)
In deze laatste grote prediking verklaart de Heer Jezus Zijn discipelen de ontwikkelingen, die er op deze aarde na Zijn hemelvaart zijn zouden. Daarbij wordt duidelijk, dat de discipelen Jezus net zoals hun Meester verwerping en vervolgingen ondergaan zouden. De Heer Jezus grijpt daartoe de driedeling aan, die Hij al bij de behandeling van het innerlijke karakter van het koninkrijk der hemelen gebruikt had: Israël, de Christenen en de volkeren.
In het eerste deel (24:1-44) gaat het om de bestemming van Israël, in het bijzonder het trouwe overblijfsel van het volk. Hier wordt een boog gespannen van de tijd onmiddellijk na het heengaan van de Heer tot aan Zijn wederkomst in heerlijkheid (vers 30).
In het tweede deel (24:45-25:30) houdt de Heer Jezus Zich in drie gelijkenissen bezig met de tijd van de Christenheid: Hier vinden we de gelijkenis van de trouwe en de boze slaaf; van de tien maagden; en van de man, die naar het buitenland reisde, om zijn knechten talenten te geven. Daarmee worden wij als Christenen uitgenodigd, trouwe en waakzame knechten te zijn, die op de Heer Jezus wachten en met de ons toevertrouwde genadegaven tot Zijn eer te handelen.
In het derde en laatste deel (25:31-46) verklaart de Heer Jezus Zijn discipelen het lot van de volkeren – hun oordeel, wanneer Hij als de Zoon des Mensen weer op deze aarde komen zal, om Zijn rijk op te richten en in gerechtigheid te heersen. Ook onder de volkeren zullen er zulken zijn, die Hem als Heer aannemen – en zulken, die Hem afwijzen en eeuwig verloren gaan.
Er is niets mooiers dan zich met de Heer Jezus bezig te houden. Hem te overdenken in het Mattheüs-evangelie en voor Hem neer te vallen – dat is een mooie opdracht, die wij allemaal ons mogen voornemen. Daarbij een kleine hulp te geven was het doel van deze artikelen.
1. Door een aantal uitleggers worden de beide van de schat in de akker en van de parel als een soort “dubbel-gelijkenis” verstaan. Beiden zijn dan van toepassing op de gemeente, voor wie de Heer Jezus gestorven is. Terwijl de schat meer de waarde van elke afzonderlijke gelovige voor de Heer Jezus benadrukt, tonen de parels de waarde van de grandioze eenheid van de gemeente, die in deze ene parel tot uitdrukking komt.
Vragen voor persoonlijke studie
- Wie is de schrijver van dit evangelie? Waarom heeft God juist hem uitgekozen?
- Onder welk gezichtspunt wordt de Heer Jezus in dit evangelie getoond? Zoek voorbeelden daarvoor!
- In ieder evangelie wordt de Heer Jezus niet alleen vanuit één gezichtspunt getoond. Hoe kan men Hem in het Mattheüs-evangelie als de Zoon van God, als Zoon des Mensen, als dienaar, als profeet zien?
- Welke “structuur” heeft dit evangelie? Waarom moet dat zo zijn?
- De “offerdood” van de Heer Jezus en de offers in Leviticus 1-5 hebben enkele overeenkomsten. Welke komen in het bijzonder naar voren?
- De evangeliën in het Nieuwe Testament hebben tot telkens afzonderlijke andere boeken/brieven in het Nieuwe Testament een min of meer direkte verbinding. Welke boeken bouwen in het bijzonder op het Mattheüs-evangelie?
- Waarom beroept zich in het bijzonder op het Oude Testement? Waarom vestigt hij de aandacht juist op de gemeente?
- In elk evangelie worden de discipelen van de Heer vanuit een speciaal gezichtspunt gezien. Vanuit welk in het Mattheüs-evangelie?
- Waarom heeft de Heer Jezus niet iemand anders dan Judas Iskarioth uitgekozen, van wie Hij wist, dat deze eeuwig verloren zou gaan en Hem zelfs verraden zou?
Slot.
Manuel Seibel, © Folge mir nach
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW