Bijbelgedeelte: Handelingen 2 vers 14-36
Het tweede grote feit in Handelingen 2 is dat het huis van God de plaats is waar de genade van God aan mensen bekend wordt gemaakt. Dit is een hoofdgedachte van het huis van God. Daarom hoorden de mensen, onmiddellijk nadat het huis van God was opgericht, de grote daden van God in al hun verschillende talen. Enkele van deze grote daden worden genoemd in de verzen 22-36: hoe God met de Heer Jezus Christus was, hoe Hij Hem overleverde, hoe Hij werd gekruisigd, hoe Hij werd opgewekt uit de dood, hoe Hij werd opgenomen in heerlijkheid. Maar luister naar wat Petrus dan zegt in vers 38: “Bekeert u, en laat ieder van u gedoopt worden in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” Ik denk, dat we ons soms niet eens realiseren wat een opmerkelijk vers dit is. Petrus spreekt tot de mensen die de Messias in het gezicht hadden gespuugd, die Hem aan het kruis hadden genageld, die Hem hadden gekroond met een doornenkroon, die hadden gezegd: “Weg met Hem,” “Niet Hem, maar Barabbas!”.
Maar het wonderbaarlijke is, dat onmiddellijk nadat het huis van God was gevormd, deze wonderbaarlijke boodschap uitging van dit huis van God, die de wereld vertelt, dat God Zich neerbuigt tot de mensen die Zijn Zoon hadden verworpen. Dat is de boodschap van Petrus – niet wat ze hadden gedaan, niet dat ze de Messias hadden afgewezen en in Zijn gezicht hadden gespuwd en Hem met een doornenkroon hadden gekroond. Nee, het was in het hart van God om te zeggen: “Bekeert u en laat ieder van u gedoopt worden” – geen enkele uitzondering – “in de naam van Jezus Christus” en u zult vergeving en het grootst mogelijke geschenk ontvangen – “de gave van de Heilige Geest”.” Dat was de glorieuze boodschap die uit het huis van God kwam.
Nog een grote eigenschap van het huis van God is, dat het niet alleen de woonplaats van God is, maar ook de plaats waar God bekend wordt gemaakt. Broeders en zusters, als we het evangelie verwaarlozen, wijken we af van het model van het huis. En dus vind je hoofdstuk na hoofdstuk in dit prachtige boek dat het evangelie wordt gepredikt, en het feit dat het evangelie tegenwoordig zo vaak wordt verwaarloosd in het christendom benadrukt alleen maar hoe groot het afwijken van het model is.
In verband met de prediking van het evangelie zou ik nog willen toevoegen, dat het huis van God niet alleen de plaats is waar van God wordt getuigd, maar ook de plaats waar van God wordt getuigd door Gods getuigen. Dit betekent, dat God in het huis van God de mensen uitkiest die Hij wil gebruiken in Zijn werk, en Hij kiest vaak gewone mensen, zoals we lezen in 1 Korinthe 1 vers 26-29: “Want kijkt naar uw roeping, broeders, dat er niet vele wijzen zijn naar [het] vlees, niet vele machtigen, niet vele aanzienlijken; maar het dwaze van de wereld heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en het zwakke van de wereld heeft God uitverkoren om het sterke te beschamen, en het onaanzienlijke van de wereld en het verachte heeft God uitverkoren, <en> wat niets is, om wat iets is te niet te doen, opdat geen vlees roemt voor God.”
Dit betekent, dat God wil dat er een wonderbaar getuigenis vanuit Zijn huis zal uitgaan, maar dit getuigenis moet door Zijn eigen getuigen worden gegeven, en Zijn getuigen zijn meestal de armen en zwakken van deze wereld. Zo lezen we in Handelingen 2 vers 7: “Zie, zijn niet al dezen die spreken, Galileeërs?” Galileeërs waren natuurlijk de eenvoudige mensen van het platteland en Petrus, een “ongeleerde en ongeschoolde” man was hun leider, en zo waren te allen tijde de getuigen van God meestal eenvoudige en arme mensen van deze wereld. God kan van tijd tot tijd een rijke of edele man gebruiken voor een bepaalde bediening, maar in het algemeen, toen en nu, worden Gods getuigen gekozen uit de verachten van deze wereld.
Hamilton Smith © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 16.01.2012.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW