“Simon Petrus nu antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God” (Matth. 16:16)
Een korte overdenking
“U bent de Christus” – dit was niet een nieuwe openbaring en getuigenis. Dit was al lang bekend in het Oude Testament. In Jesaja 61 vers 1 lezen we: “De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft [dit is niet anders dan de uitdrukking: Christus, de Gezalfde] om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen …”. Jezus is de ware Messias, van Wie Jesaja hier spreekt. Ook Daniël sprak over deze Messias (dat is het Hebreeuwse woord voor: Vorst, Christus).
In zijn fascinerende profetie over de 70 weken sprak de profeet erover, dat de Messias zou worden uitgeroeid en niets hebben zou. Dat is het kruis van Jezus! – We zien dat de uitspraak: “U bent de Christus” helemaal niets nieuws is voor een Jood. Want ook Nathanaël had de Heer al lang als de “Koning van Israël” herkend en erkend (Joh. 1:49-50), toen de Heer nog voor Zijn openbare dienst stond.
God, Zoon van God: ook deze kant van de persoon van de Heer was niet onbekend. In Psalm 2 vers 7 staat bijvoorbeeld dit: “De HEERE heeft tegen mij gezegd: U bent Mijn Zoon, Ík heb u heden verwekt”. In Handelingen 4 vers 25-28 lezen we, dat Petrus juist deze Psalm direct op de Here Jezus betrekt. Van Hem is in deze Psalm sprake! Daarbij is het belangrijk om te onthouden, dat de Heer in deze uitspraak over de Zoon van God niet in Zijn eeuwige Godheid – wat Hij in wezen is – gezien wordt, maar als de door God aangekondigde Koning, Die het zegel en de zalving van God draagt; Die op deze aarde als de Gezalfde van God erkend en genoemd werd. Deze betekenis verbindt zich met de aankondiging van Gabriël aan Maria: “… daarom ook zal dat Heilige dat geboren zal worden, Gods Zoon worden genoemd” (Luk. 1:35). Ook hier gaat het niet om de eeuwige God, maar daarom, dat de Mens Die geboren zou worden, Jezus, door God als de Gezalfde erkend zou worden. Dat is volkomen in overeenstemming met het feit, dat Hij de eeuwige God is, maar deze uitspraak legt daar geen nadruk op. Nathanaël beleed de Heer Jezus als de Zoon van God, namelijk als de Koning, Die van God gezag en verzegeling bezat. Maar de Heer Jezus toont hem, dat Zijn heerlijkheid als de Zoon des mensen groter is dan deze zijde van zijn Zoonschap (zie Joh. 1:49-51).
Reeds de profeet Jesaja sprak van de komst van de Messias, de Zoon van God. “Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: “Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven” (Jesaja 7:14). God Zelf zou dus geboren worden als “God met ons” en uit een maagd op deze aarde komen. Of zoals het korte tijd later werd genoemd: “Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst” (Jes. 9:5). Dit Kind was dus niet zomaar een mens onder mensen, ook niet alleen de Zoon des mensen, maar de sterke God Zelf.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW