Omdat het evangelie een geheimenis van geloof is, stelt het de godvruchtigen in staat om vreemde geheimenissen te geloven; om te geloven wat ze niet begrijpen, en om te hopen op wat ze niet zien.
Het leert hen te geloven
- dat Christus in de tijd werd geboren en dat Hij van eeuwigheid was;
- dat Hij in de schoot van Maria was omsloten en de hemel der hemelen Hem toch niet kon bevatten;
- dat Hij de Zoon van Maria is en toch haar Schepper;
- dat Hij zonder zonde werd geboren en toch rechtmatig voor de zonde stierf;
- dat God rechtvaardig was door Christus te straffen, hoewel Hij onschuldig was, en door berouwvolle zondaars te rechtvaardigen;
- dat zij zelf grote zondaars zijn, en toch ziet God hen in Christus zonder vlek of rimpel.
Nogmaals, omdat het evangelie een geheimenis van godsvrucht is, stelt het hen die God vrezen in staat even vreemde dingen te doen als ze geloven: te leven door de geest van een Ander, te handelen vanuit de kracht van een Ander, te leven naar de wil van een Ander en te streven naar de heerlijkheid van een Ander. Zij leven door de Geest van Christus, handelen met Zijn kracht, worden bestuurd door Zijn wil en zijn gericht op Zijn heerlijkheid.
- Het maakt hen zó zachtmoedig, dat een kind hen kan leiden tot alles wat goed is; maar zó vastbesloten, dat vuur hen niet tot zonde zal aanzetten;
- ze kunnen hun vijanden liefhebben en toch, omwille van Christus, vader en moeder haten;
- het maakt hen ijverig in hun aardse roeping, maar stelt hen in staat om de rijkdom die ze hebben verkregen door Gods zegen over hun arbeid te verwerpen;
- ze leren erdoor dat alles van hen is, maar toch wagen ze het niet om met geweld of bedrog een naald van de goddelozen af te nemen;
- het maakt hen zo nederig, dat ze iedereen boven zichzelf verkiezen; toch hechten ze zoveel waarde aan hun eigen toestand, dat de armste onder hen zijn bezit niet zou willen ruilen met de grootste heerser van de wereld;
- het doet hen God danken voor hun gezondheid, maar ook voor hun ziekte; om zich te verblijden als ze verheven zijn, en niet te treuren als ze vernederd zijn;
- ze kunnen bidden voor het leven en tegelijkertijd verlangen om te sterven1!
Het evangelie opent een mijn van onnaspeurlijke rijkdom, maar op een geheimvolle manier; het toont mensen een weg om rijk te zijn in geloof, rijk in God, rijk voor een andere wereld, terwijl ze arm zijn in deze wereld.
Opnieuw worden de belijders van het evangelie gehaat, omdat ze deel hebben aan de geheimnisvolle aard ervan. Ze zijn hooggeboren, maar in een geheimenis; je kunt hun geboorte niet zien aan hun uiterlijke stamboom.
Ze hebben inkomsten om van te leven, maar niet zoals de wereld de pracht van personen en families beoordeelt. Nee, hun buitenkant is armzalig, terwijl hun binnenkant glorieus is. En de wereld waardeert hen door wat ze weten en zien van hun uiterlijke deel, en niet door hun innerlijke waardigheid. Ze gaan als prinsen in de vermomming van wat arme mannenkleren door de wereld, en ze worden dienovereenkomstig behandeld.
Als Christus Zijn gewaden van heerlijkheid en majesteit had aangetrokken toen Hij in de wereld kwam, dan zou Hij er zeker niet uit zijn gegaan met zo’n schandelijke en wrede dood. De wereld zou hebben gesidderd bij Zijn voetbank, wat sommigen van hen deden, toen slechts een straal van Zijn Goddelijkheid op hen neerkeek. Als heiligen op aarde zouden wandelen in de gewaden die ze in de hemel zullen dragen, dan zouden ze gevreesd en bewonderd worden door hen die hen nu honen en verachten.
Maar zoals Gods plan in Christus’ eerste komst niet zou zijn vervuld als Hij op die manier was verschenen, zo zou ook Zijn plan in Zijn heiligen niet zijn vervuld als de wereld hen had gekend zoals ze dat op een dag zullen doen.
Daarom heeft Hij er behagen in om hen te laten schuilen onder de schamele bedekkingen van armoede en zwakheden, zodat Hij hun lijdende gunsten kan uitoefenen, en zodat Hij Zijn toorn over de goddelozen kan brengen, omdat zij hun toorn over de godvruchtigen hebben gebracht.
© The Christian Explorer; William Gurnall (licht bewerkt)
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW