Een nederig hart
“Alleen door het horen met het oor had ik U gehoord, maar nu heeft mijn oog U gezien. Daarom veracht ik mijzelf en ik heb berouw, in stof en as” (Job 42:5-6).
De grootheid en heerlijkheid van God plaatst alles in het juiste perspectief. Ons beeld van God vormt de houding van ons hart. De Bijbel maakt dit in veel passages duidelijk.
Een voorbeeld is Job. Hij was een man die opviel in zijn sociale omgeving. Waarom? Omdat hij een vroom en Godvrezend leven leidde, waarbij hij er altijd voor zorgde om het kwaad te vermijden.
Maar op een dag drong trots zijn hart binnen. Hij begon verwaand te worden over zijn vroomheid.
Dit was kwaad in de ogen van God – en Hij wilde dit kwaad koste wat kost verwijderen. Hij moest Jobs trots breken. Hoe deed Hij dat? Door lijden toe te laten in Jobs leven en Zich vervolgens majestueus aan Job te openbaren in de stormwind en hem veel vragen te stellen die Job niet kon beantwoorden.
Hierdoor realiseerde Job zich de grootheid, almacht en wijsheid van God op een wijze die hij nog nooit eerder had gezien. In het licht van Gods grootheid realiseert Job zich plotseling hoe onbeduidend en tijdelijk zijn leven is.
Hij voelt zich overweldigd en roept uit: “Alleen door het horen met het oor had ik U gehoord, maar nu heeft mijn oog U gezien. Daarom veracht ik mijzelf en ik heb berouw, in stof en as” (Job 42:5-6).
Iets soortgelijks gebeurde met Jesaja. God geeft deze profeet een geweldig visioen van Zijn heerlijkheid. De profeet ziet de Heere (Adonai), de soevereine Heerser, zitten op een hoge en verheven troon. Dan hoort hij de machtige stem van de cherubs roepen: “Heilig, heilig, heilig is de HEERE van de legermachten” (Jes. 6:3). Tenslotte ziet hij hoe het huis zich met rook vult. Hij voelt dat de grond begint te schudden – en hij wordt volledig overweldigd.
Wat voor effect hadden de dingen die Jesaja zag, hoorde en ervoer in de aanwezigheid van God op hem? Hij besefte hoe zondig hij was!
Daarom riep hij uit: “Wee mij, want ik verga! Ik ben immers een man met onreine lippen en woon te midden van een volk met onreine lippen” (Jes. 6:5).
===========================================================================
Een verheven kijk op God leidt tot een heldere kijk op de zonde en een
realistische kijk op jezelf.
(Richard Blackaby)
===========================================================================
Jesaja realiseert zich, dat hij helemaal geen reden heeft om verwaand te zijn over zijn bediening als profeet! Als God voor ons staat in Zijn volmaakte grootheid en heiligheid, beseffen we hoe zondig we zijn – en dit besef wordt vaak geopenbaard door de woorden die we zeggen.
Als Petrus op klaarlichte dag van Jezus de opdracht krijgt om het meer op te gaan en de netten uit te werpen, maakt hij aanvankelijk enkele bezwaren. De ervaren visser denkt, dat de instructies van de Heer eigenlijk nergens op slaan.
Toch gehoorzaamt hij, zet koers en gaat vissen. Als kort daarna de netten plotseling gevuld worden met een overvloed aan vis, vallen de schellen van zijn ogen: Hij staat vlak naast zijn eigen Schepper!
Hoe reageert Petrus hierop? Hij valt voor Hem neer en zegt: “Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Heer” (Luk. 5:8). Zijn betweterige houding verdwijnt spoorloos.
Laten we verder gaan naar het eiland Patmos. Daar ziet Johannes de Heer Jezus Christus in Zijn majestueuze, gerechtelijke heerlijkheid. Het was een overweldigend gezicht (zie Openb. 1:12-18)!
Eerder had Johannes – in zijn menselijke geest – gewild, dat er vuur uit de hemel zou vallen zodat de opstandige tegenstanders van de Heer zouden worden verteerd (zie Luk. 9:54). Nu kijkt hij in heilige ogen die als een vuurvlam door hem heen schijnen.
Hij verlangt niet langer naar wraak. Johannes bevindt zich in de aanwezigheid van de Heer van de heerlijkheid, de Rechter over levenden en doden. Oog in oog met de Godheid beseft hij hoe zwak, vergankelijk en onwaardig hij is.
Wanneer we God ontmoeten, hebben wij ook een gevoel van zwakte. Ik denk, dat je nooit sterk zult zijn totdat je weet hoe volkomen zwak je bent. En je zult nooit weten hoe volkomen zwak je bent totdat je in de aanwezigheid hebt gestaan van die grote overvloed aan kracht, die grote volheid van oneindige macht die we God noemen.1
===========================================================================
De mens wordt nooit voldoende geraakt en beïnvloed door het besef van zijn lage staat totdat hij zichzelf heeft vergeleken met Gods majesteit.
(Johannes Calvijn)
===========================================================================
Ezechiël zag ook de heerlijkheid van de HEER. Hoe reageerde hij? Hij viel op zijn gezicht – en juist met deze houding van zijn hart ervoer hij, dat God tot hem sprak (zie Ezech. 1:28).
Johannes de doper wordt in de Bijbel de grootste profeet genoemd. Toch was hij een nederig man. Waarom? Omdat hij de grootheid van de Zoon van God begrepen had. Daarom vertelde Johannes de Joden, dat hij niet eens waardig was om Zijn schoenriem los te maken (zie Joh. 1:27).
Hij wist wie Jezus was. De houding van zijn hart was dan ook: “Hij moet meer, maar ik minder worden” (Joh. 3:30).
Saulus van Tarsus bezat veel dingen waar hij – vanuit menselijk oogpunt – prat op kon gaan: een goede achtergrond, een uitstekende opleiding, een schijnbaar vlekkeloos leven. Maar zijn ontmoeting met Jezus Christus veranderde alles.
Toen hij op de weg naar Damaskus een licht zag, dat de schittering van de zon overtrof, voelde de trotse Farizeeër plotseling, dat hij de grootste zondaar was die ooit had geleefd. De volgende waarschuwende woorden kwamen ook van hem: “Want als iemand meent iets te zijn, terwijl hij niets is, dan misleidt hij zichzelf” (Gal. 6:3).
Philip Svetlik; © The Christian Explorer
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW