Hebreeën 13:9
Wanneer we van leringen in het meervoud horen, dan weten we direct dat zo iets niet van God zijn kan. Het goede wat God bewerkt is altijd een eenheid. Zo wordt het geloofsgoed, dat ons in de Heer Jezus geschonken is, op vele plaatsen in de Heilige Schrift "de leer" genoemd. Evenzo is de vrucht van de Geest, alsook de vrucht van het licht, een eenheid, in tegenstelling tot de werken van het vlees en de werken van de duisternis (Galaten 5:19 en 22; Efeze 5:9 en 11).
Behalve de dwaalleringen die in duidelijke tegenspraak zijn met fundamentele uitspraken van het Woord van God, zijn er ook "velerlei en vreemde leringen". Deze bestaan vaak uit een valse toepassing van dingen die op zich en op de juiste plaats, veelal juist zijn. Zo liepen de Hebreeën het gevaar terug te keren tot Oudtestamentische beginselen, die weliswaar vroeger volkomen juist waren, maar vanuit Nieuwtestamentisch oogpunt "geen nut" gebracht hadden; immers het nut lag alleen in de vervulling van deze zinnebeelden door de Heer Jezus.
Geliefde kinderen van God, laten we acht geven dat we niet meegesleept worden door velerlei leerstellige invloeden van onze dagen. De hang naar het modernisme, het niet nuchter zijn in geestelijke dingen, de neiging tot verbreding van de weg om zich aan te passen aan de wereld, dat alles voert tot "vreemde" uitleggingen van het Woord van God of tot lossere opvattingen. Losser in die zin dat het niet strookt met de gedachten van God en men het vlees de ruimte geeft, persoonlijk in eigen hart en leven, maar vervolgens ook in de samenkomsten van de gemeente. Alleen een hart dat in volle bewustzijn van de genade leeft en haar onderwijzingen volgt, blijft daarvoor bewaard!
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW