“Daarom kan Hij ook volledig behouden die door Hem tot God naderen, daar Hij altijd leeft om voor hen tussenbeide te treden”.
Laten we eerst naar de uitdrukking kijken: “die door Hem tot God naderen”. Het duidt een speciale klasse mensen aan. Het zijn de gelovigen die gered zijn, begunstigden van het volbrachte werk van Christus. Door Hem bezitten zij deze gunst, die noch de wet, noch de joodse offers hun konden geven: zij mogen tot God naderen! Wat een voorrecht! Maar welke genade komt er nog meer voor hen voort uit het onoverdraagbare, eeuwige priesterschap van Christus? Hij kan hen volledig of tot het punt van voleinding behouden. Wij zijn door het aan het kruis volbrachte werk volkomen gered (behouden), dat betekent van onze zonden gewassen en van het oordeel bevrijd.
Maar wij moeten nog door de woestijn van deze wereld met haar gevaren en problemen heen. Totdat onze loop voleindigd is, zal Hij door alles heen ons redden, bevrijden en voor ons zorgen. Maar op grond waarvan? Op grond van het feit dat Hij altijd daar leeft, met een leven dat in zijn werkzaamheid door niets onderbroken kan worden, en dat Hij in dit leven voor ons tussenbeide treedt. Aan Zijn voortdurende voorspraak – tussenbeide treden – hebben wij het ook te danken, dat wij tot aan het einde van onze loopbaan hier beneden behouden worden. Net zoals eens de handen van Mozes die in voorbede voor de Heer opgeheven waren en die door Aäron en Hur ondersteund werden, die Israël een volledig overwinning over zijn vijanden bewerkten, zo voert ook ons de Heer Jezus, daar Hij altijd leeft, tot overwinning over alle hindernissen, die zou onze loop in de weg kunnen staan. Hij brengt ons dus zeker naar Huis. Geprezen zij Zijn heerlijke Naam!
Jezus bidt nu voor de Zijnen;
door ’t geloof zien wij op Hem;
nu kan alle zorg verdwijnen
want de Vader hoort Zijn stem.
Naar de hemel opgevaren,
Overwinnaar uit de strijd,
kan Hij elke storm bedaren,
geeft ons rust in eeuwigheid.
Nooit wordt Hij het bidden moede
voor de Zijnen duur betaald.
Altijd leidt Hij ons ten goede,
opdat geen van ons verdwaalt.
Hoe de vijand ook mag woeden,
Jezus staat tot hulp gereed;
Zijn gebed versterkt de moeden;
Hij begrijpt ons hartenleed.
Ja, Hij bidt nu voor de Zijnen.
O, dat doet ons hart zo goed!
Wat ons bitter toe mag schijnen,
wordt door dit bewustzijn zoet.
Elke smart helpt Hij ons dragen,
elke strijd kan Hij verstaan.
En Hij hoort ons, als wij vragend,
en met zorgen tot Hem gaan.
Lied 68 – Geestelijke Liederen 2016
* * *
In Gods heerlijkheid gekomen,
draagt U, grote Priestervorst,
al de namen van Uw vromen
op Uw schouders, op Uw borst.
Voor hen leeft U bij de Vader,
brengt hen ’t Vaderhuis steeds nader,
daar U nimmer hen vergeet,
voor hen tussenbeide treedt.
Lied 68 vers 2 – Geestelijke Liederen 2016
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW