Gezinsplanning
Eigenlijk wordt bedoeld in hoeverre ouders invloed uitoefenen op de mogelijkheid om kinderen te krijgen. We vinden zeker geen directe instructie over dit aspect in de Schrift. Des te voorzichtiger moet de beoordeling uitvallen. In 1 Korinthe 7 maakt de apostel Paulus duidelijk dat het mogelijk is voor een bepaalde tijd in het echtelijke leven van de geslachtsgemeenschap te onthouden. Maar dit heeft zijn grenzen: “Onttrek u niet aan elkaar, tenzij dan met onderling goedvinden, voor een tijd, opdat u zich aan het gebed wijdt en [daarna] weer samen bent, opdat de satan u niet verzoekt, omdat u zich niet kunt onthouden” (vs. 5) . Het is dus mogelijk om op deze manier celibatair te leven, omdat een zeer specifiek gebedsitem op het hart van de man, de vrouw of beide echtgenoten ligt, die hen tot een soort van “vasten” brengt.
Verder lezen we in 1 Petrus 3 vers 7: “Mannen evenzo, woont bij hen met verstand als bij een zwakker vat, het vrouwelijke, en bewijst hun eer, omdat ook zij mede-erfgenamen van de genade van het leven zijn, opdat uw gebeden niet verhinderd worden”. Voor de mannen geldt de vermaning, niet in het minst ook op het gebied van geslachtelijke gemeenschap, rekening te houden met de fysieke conditie en de algehele veerkracht van hun vrouwen. Zeker, het is onnatuurlijk wanneer een echtpaar aan het begin van het huwelijk probeert het krijgen van kinderen te sturen. We mogen het Woord van de Heer met met blijdschap toepassen: “Wees vruchtbaar, wordt talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar” (Gen. 1:28).
Om een gezin van de Heer te hebben is een zegen! Dat willen wij vasthouden in dagen, dat, in deze wereld, velen zich maximaal twee kinderen “veroorloven”, om in hun levensstijl niet beperkt te worden. Als de Heer geen of niet meer dan een of twee kinderen schenkt, dan is het Zijn weg.
De andere kant is, dat vrouwen het “zwakkere vat” zijn, waarmee wij mannen rekening moeten houden. Zeker, niet elke vrouw is in staat veel kinderen “aan te kunnen”. Wij hebben immers ook voor onze kinderen – en als mannen voor onze vrouwen – in materieel, psychisch en geestelijk opzicht verantwoordelijkheid te nemen. We moeten met inzicht en kennis bij onze vrouwen “wonen” – en dat omvat, naast vele andere zaken, ook de echtelijke geslachtsgemeenschap.
Op dit punt gaat het er zeker niet om verschillende methoden te beoordelen, die een zwangerschap vermijden. Het is duidelijk dat wegen die de gezondheid schaden of tot de dood van de reeds bevruchte eicel leiden, voor een christen uitgesloten zijn. Hier wordt het echtpaar gevraagd voor de Heer samen (!) en unaniem te beslissen. Daartoe is veel wijsheid en bedachtzaamheid nodig. En we kunnen en moeten op onze goede Heer vertrouwen. “Er ontbreken weliswaar expliciete gedragsregels in de Schrift. Maar een godvruchtig echtpaar, dat met dit probleem wordt geconfronteerd, moet nagaan of hun motieven goddelijk zijn en hun handelingen vanuit persoonlijk geloof gebeuren. Niemand kan in geloof van een ander handelen: “Hebt u geloof? Heb het bij uzelf voor God” (Rom. 14:22).
Jacob Graf, Probleme der Jugend, Ehe Familie, p. 76).
© Bibelseelsorge/de