19 jaar geleden

Geslachtsgemeenschap alleen in het huwelijk? (1)

Naar aanleiding van een vraag van enkele lezers en vanwege de actualiteit willen wij vanuit het Woord van God proberen iets door te geven over geslachtsgemeenschap. Aangezien geslachtsgemeenschap in onze dagen enerzijds zo gruwelijk te grabbel gegooid wordt en anderzijds het als iets “zeer geheimzinnigs” gehouden wordt, is het goed om hier ook eens aandacht aan te besteden. We zien dat in deze wereld – zeker in het westen – alles om “seks” draait, en wel een zodanige seks die aan het doel waarvoor God haar gegeven heeft totaal voorbij gaat en dit besmeurd wordt door de zonde. Om er achter te komen hoe God hierover denkt, hebben we geen “uitspraken” van de paus nodig, maar het Woord van God. Hoewel de huidige paus natuurlijk wel gelijk heeft als hij stelt dat “God liefde is”. Dat heeft inderdaad ook alles met het huwelijk en met seks te maken.

Gelukkig is de Bijbel, het Woord van God, geen geheimzinnig boek en staat open voor een ieder die oprecht naar de gedachten van God zoekt, ook wat de meest intieme dingen betreft die God “in” (en niet “buiten”) het huwelijk gegeven heeft. De vraag is dus: “Hoe denkt God hierover?”.

Hoe denkt God hierover?

Dit is op zichzelf genomen altijd een goede vraag en God zal hem of haar zeker niet in het ‘ongewisse’ laten, die deze vraag oprecht stelt. Niet dat wij op alle vragen een antwoord krijgen of hebben, maar wel dat God ons de weg wijst ook al blijven vragen onbeantwoord. In die zin blijven wij niet in het ongewisse. We kunnen ons zelfs afvragen of wij ook wel altijd persé antwoorden moeten (willen) hebben op al onze vragen. Het kan namelijk tot ons er toe brengen om God als het ware te dwingen al onze vragen te beantwoorden. Hiermee wil ik niet zeggen dat wij God niet zouden mogen vragen. Maar … doet God niet alle dingen meewerken ten goede? Behoren daar dan niet ook de ‘onbeantwoorde’ vragen bij?

Laten we nu eerst eens enkele Bijbelplaatsen bekijken die verband houden met dit onderwerp en enkele dingen overdenken. Eerst een gedeelte uit Genesis.

“Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulp maken, die als tegen hem over is. Want als de HEERE God uit de aarde al het gedierte van het veld, en al het gevogelte van de hemel gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam alle levende ziel noemen zou, dat zou haar naam zijn. Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte van de hemel, en van al het gedierte van het veld; maar voor de mens vond hij geen hulp, die als tegen hem over was. Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot de plaats daarvan toe [met] vlees. En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen; en zij zullen tot één vlees zijn. En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet” (Genesis 2:18-25).

“… en zij zullen tot één vlees zijn …”

We beginnen hier (om vooraf alle misverstand te voorkomen) volledigheidshalve ermee dat het in een huwelijk gaat om een man en een vrouw en niet om een man en een man of een vrouw en een vrouw. De Bijbel spreekt in dit kader over man en man en vrouw en vrouw niet positief maar plaatst dit onder het oordeel van God. Een huwelijk tussen gelijke seksen kent de Bijbel niet en verwerpt geslachtsgemeenschap tussen dezen dan ook. We laten het Woord van God spreken: “En zij riepen Lot toe, en zeiden tot hem: Waar zijn die mannen, die deze nacht tot u gekomen zijn? Breng hen uit tot ons, opdat wij ze bekennen … Ziet toch, ik heb twee dochters, die geen man bekend hebben; ik zal haar nu tot u uitbrengen, en doet haar, zoals het goed is in uw ogen; …” (Genesis 19:4-8). Het Nieuwe Testament meldt: “En als Hij de steden van Sodom en Gomorra tot as verbrand en tot omkering veroordeeld, en ze tot voorbeeld gesteld heeft voor hen die goddeloos zouden leven; en als Hij de rechtvaardige Lot gered heeft die zwaar te lijden had van door de wandel in losbandigheid van de zedelozen; (want deze rechtvaardige heeft, toen hij in hun midden woonde, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel door het zien en horen gekweld met hun wetteloze werken) …” (2 Petrus 2:6-8). Verder geeft God hen die goddeloos zijn en waarvan het hart onverstandig en duister geworden is als oordeel over aan de begeerten van hun harten. Waaruit bestond dat dan? “Daarom heeft God hen in de begeerten van hun harten overgegeven aan onreinheid, om hun lichamen onder elkaar te onteren; zij die de waarheid van God vervangen hebben door de leugen en het schepsel geëerd en gediend hebben boven de Schepper, die gezegend is tot in eeuwigheid. Amen. Daarom heeft God hen overgegeven aan onterende hartstochten; want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke; en evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven en zijn in hun lust tegen elkaar ontbrand, zodat mannen met mannen schandelijkheid bedrijven en het verdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangen” (Romeinen 1:24-27). Dit laat aan duidelijkheid niet te wensen over.

Nu terug naar Genesis

In het algemeen kunnen we zeggen dat het eerste hoofdstuk van het boek Genesis spreekt over de wording van de hemel en de aarde en eindigt met de schepping van de mens als absoluut hoogtepunt. Het tweede hoofdstuk neemt de mens als beginpunt van de wereldgeschiedenis. Wij pogen echter in verband met ons onderwerp ons te beperken tot het huwelijk en datgene wat binnen de grenzen van het huwelijk valt.

In de bijbelverzen hierboven vinden we de wonderbaarlijke schepping van de vrouw (Manninne). De HEERE God heeft ook, zoals we hier heel duidelijk kunnen zien, de macht over de slaap. Hij kan iemand doen slapen. Als we niet kunnen slapen is het misschien wel eens goed om hieraan te denken. Onze slapeloosheid kan ons ook dichter bij Hem brengen. Hoeveel kinderen van God worstelen niet in de stille uren van slapeloosheid met hun problemen. Zij brengen hun moeiten dan bij de Heer en mogen dan ervaren dat God inderdaad zorgt, zoals Hij ook in vele toonaarden de hele Bijbel door aan de Zijnen beloofd heeft.

Het “minnelied” van Adam

In het geval bij Adam was het een diepe slaap, waar God een bedoeling mee had. Het plan van God was namelijk om iets prachtigs te scheppen, een vrouw, die bij Adam zou passen. En dat is uiteraard wonderbaarlijk goed gelukt! Dan zie je de beschrijving “hoe” God haar schiep, en wat Hij vervolgens met haar doet: “Hij brengt haar naar Adam”. Hij bouwde uit de rib van Adam een vrouw. Zij kwam dus “niet” voort uit gemeenschap van een man en een vrouw. Zij en Adam zijn hierin ‘uniek’. Als we een beetje idee hebben hoe wonderbaarlijk de mens ‘in elkaar zit’, dan stijgt onze bewondering voor deze grote Schepper en kunnen, ja, moeten het wel met Hem beamen: “Zie, het was zeer goed” (Genesis 1:31).

Ook Adam was ongetwijfeld diep onder de indruk. God wilde Adam iets laten ontdekken, door de dieren die Hij geschapen had, bij Adam te brengen. Wat was dat dan? Wel, dat Adam “geen hulp” had die als tegen hem over is, zoals bij die dieren. “Adam was alleen”, hij was als het ware niet compleet. Zo dacht God erover! “Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij”. En als Hij dat zegt, kunnen wij er helemaal op vertrouwen dat dit ook zo is. Dat principe geldt ook nu nog. Als God zegt, dat iets niet goed is, dan is dat eenvoudigweg zo. Hoe eigenwijs zijn wij mensen dan vaak om daar geen rekening mee te houden of er zelfs tegen ingaan. Het is beter om met de psalmist te zeggen: “Uw getuigenissen zijn wonderbaar, daarom bewaart ze mijn ziel” (Psalm 119:129) en “De kennis is mij te wonderbaar, zij is hoog, ik kan er niet bij” (Psalm 139:6).

Adam ontdekte dat hij ditmaal – om zo te zeggen – “aan de beurt” was, want hij zegt: “Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees!” (vers 24). Dit geeft direct al de instelling van het huwelijk aan. In vers 18-20 vinden we dus het onvervulde verlangen van Adam verwoord en aan het licht gebracht.

We zouden vers 23 het “minnelied” van Adam kunnen noemen en tevens het eerste minnelied van de Bijbel. Hij jubelt het als het ware dan ook uit: “Deze is ditmaal …”. Als Eva niet tot aanzijn geroepen was, zou Adam de schepping niet volkomen hebben gevonden, zou er iets ontbroken hebben. Om alvast de Schriftuurlijke ‘link’ te leggen met de nieuwtestamentische bruid, de gemeente van Christus, merken we op dat er ‘zonder’ deze hemelse bruid ook iets zou ontbreken in de nieuwe schepping. Adam kon als hulp voor hem niets verwachten van al het geschapene. Zoals Adam niet alleen bleef, zo bleef de “tweede Mens”, Jezus Christus, ook niet zonder hulp en verkreeg Hij Zijn bruid door Zijn dood. Zoals Adam zijn heerschappij en zijn zegeningen als mens op aarde deelde met Eva, zo zal de hemelse bruid, de gemeente, de voorrechten en zegeningen delen met de “tweede mens”, onze Heer uit de hemel. Dit wordt zichtbaar in de toekomst als de ware Mens, de Heer uit de hemel, op Zijn troon zal zitten en met Zijn bruid, de gemeente, zal heersen over een vernieuwde schepping.

Adam kwam in een diepe slaap en verkreeg Eva. De Heer Jezus ging in de dood en verwierf Zijn bruid, de gemeente.

Om haar als Bruid te werven,
kwam Hij ten hemel af.
Hij was ’t die door Zijn sterven
aan haar het leven gaf.

Zoals Eva uit de diepe slaap van Adam tevoorschijn werd gebracht, zo werd de gemeente met Christus opgewekt uit het graf, want zij is “Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente” (Efeze 5:30).

Hoe nauw was Eva met Adam verbonden. Waarom? Omdat zij een deel van hemzelf was, en dat kon je niet zeggen van de andere schepselen die door God geschapen zijn. Hoe nauw is de gemeente aan de Heer Jezus verbonden. Zoals Adam heerste over deze schepping en Eva alles met hem deelde, zo zal de gemeente ook alles met de Heer Jezus delen, want zij is immers “Zijn lichaam”.

De apostel Paulus legt in Efeze 1 uit wat de Heer Jezus is voor de gemeente. Hij is het hoofd van de gemeente. Dus heel nauw aan het lichaam, de gemeente, verbonden. Het hoofd bestuurt alle dingen in het menselijk lichaam. Zo is dat ook met het lichaam van Christus. Hoofd en lichaam zijn één. Zo mag het lichaam, de gemeente, Zijn leiding en besturing ontvangen.

Maar ook vertelt ons de apostel wat de gemeente is voor Christus, namelijk de volheid van Hem, Die alles in allen vervult (Efeze 2:22-23). Iemand zei eens: “De gemeente is Zijn lichaam, gevuld met Zijn liefde, bezield door Zijn Geest, Zijn gedachten uitwerkend, zoals onze lichamen en de voornemens van ons verstand uitwerken”. Wat we daar in de praktijk van terecht hebben gebracht, mag ons echter wel met diepe beschaamdheid vervullen.

Christus en de gemeente … “liefde”

Nu nog iets over het volgende vers: “Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen; en zij zullen tot één vlees zijn. En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet” (Genesis 2:24). De apostel Paulus haalt het eerste gedeelte van dit vers ook aan in Efeze 5:31. Dat laat ons zien dat het zeker naar de gedachten van God is, als wij ons laten onderwijzen in de leerstukken van de Bijbel door de voorbeelden – typen – uit het Oude Testament. Daardoor krijgen wij een beter en helderder inzicht in de leer van de Bijbel. Hier als het gaat om het standpunt van de gemeente.

De apostel gebruikt dit in verband met praktische vermaningen. Omdat dit zeker van groot belang is voor ons onderwerp, hier eerst nog enkele verzen uit Efeze 5.

“Mannen, hebt uw vrouwen lief, evenals ook Christus de gemeente heeft lief gehad en Zichzelf voor haar heeft overgegeven … Zo behoren ook de mannen hun eigen vrouwen lief te hebben als hun eigen lichamen. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt en koestert het, evenals ook Christus de gemeente. Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente. Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. Deze verborgenheid is groot, maar ik doel op Christus en de gemeente” (Efeze 5:25,28-32).

Hier komt ons “minnelied” weer naar voren, want ook bij de nieuwtestamentische gemeente vinden we de “liefde” als heersend beginsel. De vrouw door de apostel vermaand wordt op een terrein dat voor haar nogal wat moeilijk was (en nog is, gezien de huidige ontwikkelingen in de Christelijke huwelijken en gezinnen en in de Christenheid als geheel), namelijk om in ‘alles’ aan haar man onderdanig te zijn aan hun mannen (Efeze 5:22). De mannen echter worden op een ander terrein vermaand. Dat geliefde vrienden, broeders, komt dichtbij, hè? We vinden het immers toch vaak veel eenvoudiger om die “lastige” vrouwen (lieve zusters, neem me niet kwalijk, als ik mij zo uitdruk naar de mannen toe!) veel te wijzen op hun verantwoordelijkheid, hun onderdanigheid? Toch wil ik hier de aandacht vragen voor ons als mannen én vrouwen. Om de onderdanigheid van de vrouw en de liefde van de man op het toneel te krijgen, spreekt de apostel over Christus en de gemeente. De verhouding van Adam en Eva is in de Schrift het eerste beeld in de Bijbel, dat duidelijk wijst op Christus en de gemeente.

Eén vlees …

Terug naar Genesis 1:24. Allereerst iets over “… en zij zullen tot één vlees zijn”. Dit gaat zeer zeker niet ‘alleen’ over de seksuele gemeenschap tussen man en vrouw. Het is er wel bij in besloten, dat zeer zeker wel. Dat mogen sommigen zich misschien ook wel eens aantrekken, die denken dat zij de gemeenschap tussen man en vrouw in het huwelijk wel kunnen verwaarlozen, ja zelfs geheel kunnen nalaten. Het heeft zeer zeker een belangrijke functie. Hierop hoop ik later terug te komen. Zie 1 Korinthe 7:5.

Het woord “vlees” vinden we ook als er sprake is van familie (bloedverwantschap). Jakob vertelde aan Rachel dat haar vader een broer van hem was. Toen zij dit haar vader Laban vertelde, ontving hij hem hartelijk en zei: “Voorwaar, gij zijt mijn gebeente en mijn vlees!” (zie Genesis 29:12-14; zie ook: Genesis 37:27; Richteren 9:2; 2 Samuël 19:13; Nehemia 5:5; Jeremia 51:35). Het gaat in deze plaatsen veelal om een nauwe familierelatie.

De uitdrukking “één vlees zijn” is heel intiem en heeft te maken met liefde en aanhankelijkheid. Daarom is het ook: “… en zijn vrouw aanhangen”. Dat “aanhangen” geeft ook hetzelfde aan, namelijk ‘liefde’ en ‘aanhankelijkheid’ jegens iemand. Een man zal “zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen …”. Hij zal zijn ouderlijk huis verlaten waarmee hij verbonden was, met wie hij één vlees was, met wie hij een ‘band’, in dit geval een ‘gezinsband’, vormde; en hij zal een nieuw verband aangaan, een gezin vormen met zijn vrouw. Een nieuwe eenheid. Dit zal ook heel intiem zijn, zoals de woorden: “Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen; en zij zullen tot één vlees zijn” ons duidelijk laten zien.

Ontrouw

De Bijbel spreekt over het huwelijk als over een “huwelijksverbond” tussen man en vrouw. “Gij nu zegt: Waarom? Daarom dat de HEERE een Getuige geweest is, tussen u en tussen de vrouw van uw jeugd, waarmee gij trouweloos handelt; daar zij toch uw metgezellin, en de vrouw van uw verbond is” (Maleáchi 2:14). Het volgende advies uit Spreuken 5:18-19 mag de mannen dan ook wel zeer aanspreken, maar niet om in wellust te ontbranden. Nee, veeleer om trouweloosheid in de kiem te smoren en te beseffen dat God iets wonderbaarlijk schoons aan de zijde van de man plaatste als “een hulpe tegenover hem”. Hij bevindt zich in een verbond die zij gesloten hebben en die wederzijdse beloften behelst. We vinden daar: “Uw springader zij gezegend; en verblijd u vanwege de vrouw van uw jeugd; Een zeer liefelijke hinde, en een aangenaam steengeitje; laat u haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar liefde”. “Hebt uw vrouwen lief”, beste mannen, zegt de apostel Paulus. Dat is iets anders dan haar lichaam als een tiran voor eigen behoeften te misbruiken! Daaruit zijn al veel huwelijksproblemen voortgekomen. Dit “hebt uw vrouwen lief gaat veel verder. Als je je vrouw liefhebt, dan koester je haar. Dat deed en doet de Heer Jezus ook ten aanzien van Zijn gemeente (zie Efeze 5:25-33). Dit “hebt uw vrouwen lief” gaat veel verder dan louter het hebben van geslachtsgemeenschap. Het huwelijk omvat de ‘gehele persoonlijkheid’ van man en vrouw. Wat helaas in onze dagen – vooral in het zogenaamde ‘beschaafde westen’ – benadrukt moet worden dat het hier in Efeze gaat om “uw” vrouw en niet om een “andere” vrouw. Het “vreemd-gaan” is dus zeker niet naar de gedachten van God en we zien daarom ook dat dit fenomeen verschrikkelijke gevolgen heeft voor het huwelijk en het gezin. Vooral de kinderen zijn hiervan de dupe omdat het helaas meestal op een echtscheiding uitloopt. Het is daarom ook van het allergrootste belang dat het huwelijk wat gesloten wordt, een huwelijk is “in de Heer” (vergelijk 1 Korinthe 7:39). Het is zeer wel mogelijk dat men hierover niet al te diep nagedacht heeft of zelfs helemaal niet. De ouders hebben hierin een grote rol te spelen door de kinderen te laten zien wat het huwelijk inhoudt door hun praktisch functioneren als man en vrouw. Daarnaast is het van groot belang dat zij hun kinderen over het huwelijk onderwijzen vanuit het Woord van God. Daar hoort zeker ook seks bij. Hóe de ouders dat invullen, is natuurlijk hun eigen verantwoording. Daarover kan men van inzicht verschillen. Wat mij wel belangrijk lijkt in vooral de westerse wereld, dat als het ware “oversekst” is en wordt, is dat het fundamentele Schriftuurlijke onderwijs over het huwelijk niet aan de media, aan het internet of aan de school wordt overgelaten, maar dat ouders dit zelf ter hand nemen. Wanneer zij dit niet of slechts ten dele kunnen, is het misschien goed andere betrouwbare brusters te raadplegen of in te schakelen. Dat is echt geen schande. Het gaat immers om het “geluk” van je kinderen! Wat ouders vooral kunnen doen is eenvoudig “trouw” te blijven aan zijn/haar “huwelijksbondgenoot”. Trouw is een begrip wat bijna geheel verdwenen is in de westerse cultuur en samenleving. Het is echter wel een Bijbelse vitamine voor het huwelijksgeluk en kan een “lichtend” voorbeeld voor de kinderen zijn.

Hoe bereid je je nu voor op het huwelijk?

Maar jongeren – die Christen zijn – die naar een huwelijk verlangen, hebben natuurlijk hun eigen verantwoordelijkheid dit in gemeenschap met de Heer Jezus voor te bereiden. Hoe menig ongeluk zou voorkomen kunnen worden als dit meer ernstig genomen werd. In ieder geval moet je “de meerderheid in het kwade niet volgen” door een meisje of jongen uit-te-proberen op seksueel gebied. Als hij of zij in jouw ogen dan geslaagd is, kun je met hem of haar wel verder gaan. Dit is een praktijk die in onze dagen bestaat, en die absoluut van de hand gewezen moet worden. Waarom? Omdat geslachtsgemeenschap “binnen” het huwelijk thuis hoort. Daarvoor gaan we de geschiedenis van Jakob, waar we al even bij hebben stil gestaan, een klein stukje verder volgen.

“Daarna zei Laban tot Jakob: Omdat gij mijn broeder zijt, zoudt gij mij daarom om niet dienen? Verklaar mij, wat zal uw loon zijn? En Laban had twee dochters: de naam van de grootste was Lea; en de naam van de kleinste was Rachel. Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht. En Jakob had Rachel lief; en hij zei: Ik zal u zeven jaren dienen, om Rachel, uw kleinste dochter. Toen zeide Laban: Het is beter, dat ik haar aan u geve, dan dat ik haar aan een andere man geve; blijf bij mij. Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaren; en die waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar liefhad. Toen zeide Jakob tot Laban: Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga” (Genesis 29:15-21).

Hier vind je dat Jakob Rachel liefhad. Hij heeft haar zeker heel mooi gevonden, want dat was zij ook. Er staat niet letterlijk dat hij haar lief had, omdat zij zo mooi was. Maar op z’n minst wordt hier wel die indruk gewekt, want de Heilige Geest, de auteur van de Bijbel, vermeldt haar schoonheid, zo ook de “tedere ogen” van Lea. De Bijbel verbloemt niets. Maar die prachtige tedere ogen konden Jakob niet verleiden. Nee, hij wilde Rachel, want “Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht”. Daarom had hij Rachel lief4. Hij was helemaal weg van haar. Je ziet hier als het ware de vlinders in Jakobs buik. Hij had alles voor haar over om haar te bezitten. Zeven jaren ging hij om haar werken. Hij draaide daar zijn hand niet voor om. Het duurde hem ook niet te lang. Nee, ze vlogen voor hem voorbij omdat hij haar liefhad. En nu komen we waar ik heen wilde, namelijk dat Jakob Rachel opeiste. “Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga” (vers 21). Het gaat me nu niet om de les die Jakob moest leren, namelijk dat hij zichzelf moest leren kennen. In Bethel leerde hij God kennen en in Haran moest hij zichzelf leren kennen, namelijk dat hij een bedrieger was, dat hij zelfzuchtig en wantrouwend was. Dat wil niet zeggen dat de Heer niet bij Jakob was. Dat leert ons de geschiedenis van Jakob duidelijk. Nee, we zien juist dat de genade van God Jakob iets wilde leren. Dit is nu niet ons onderwerp en ga ik er daarom nu niet verder op in.

We zien hier wel dat Jakob niet stil en rustig op de Heer wachtte als het ging om een vrouw. Hij nam zèlf het initiatief. Iets  wat je bij sommige (?) Christen-jongeren vandaag ook ziet. Het is altijd beter en naar de gedachten van God om te wachten op Zijn duidelijke leiding en hulp en Hem alleen te vertrouwen. Laat het initiatief aan Hem over. Dan komt het altijd goed. We moeten er zekere als we jong zijn – maar ook als we ouder zijn – rekening mee houden dat het hart “arglistig” is en liever op zichzelf vertrouwt dan op de Heer. Dit leert ons onder andere Jeremia: “Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt, en wiens hart van de HEERE afwijkt! Gezegend daarentegen is de man, die op de HEERE vertrouwt, en wiens vertrouwen de HEERE is! Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen” (Jeremia 17:5, 7-10).

Maar nu tot slot nog even verder met Jakob. “… dat ik tot haar inga”. Gemeenschap dus. Dit wordt hier als iets wat heel normaal is, beschreven. We zien hier dus duidelijk dat geslachtsgemeenschap volgt op de huwelijkssluiting. Dat betekent dus “binnen” het huwelijk. Het terrein is daarmee afgebakend. Jakob had dus niet vóór zijn huwelijk geslachtsgemeenschap. Dit is dus NORMAAL en naar de gedachten van God.

Wordt D.V. vervolgd.

NOTEN:
1. “Bekennen” in de Statenvertaling betekent: geslachtsgemeenschap hebben.
2. Beter bekend als Eva.
3. Beter bekend als Abel.
4. Toch hoeven vele jonge zusters ook niet diep bedroefd te worden, omdat zij zichzelf helemaal niet zo knap vinden. Gaat het niet veeleer om de innerlijke schoonheid? Lieve zusters, wacht op de Heer! Laat het aan Hem over als het gaat om een man!
Bronnen:
– Aantekeningen op Genesis door C.H. Mackintosh

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW