Wie wenst dat niet? Een gebaande weg. Een weg die gemakkelijk te volgen is, waar moeilijkheden en ontberingen zijn opgeruimd. Een weg waar niets ons tegenhoudt om vastberaden vooruit te gaan.
Gebaande wegen …
De zonen van Korach, de schrijvers van Psalm 84 schrijven: “Welzalig de mens van wie de kracht in U is – in hun hart zijn de gebaande wegen.”
‘Welzalig zijn’ is rusten in het genot van de liefde van God. Om te weten en innerlijk vast te houden: Hij houdt van mij, ook als de omstandigheden moeilijk zijn. Zolang we de bron van kracht in onszelf zoeken, zullen we deze ervaring niet hebben. De Heer had al tegen Zijn discipelen gezegd: “… zonder Mij kunt u helemaal niets doen” (Joh. 15:5). Zonder Mij, of los van Mij, betekent zonder bewust in gemeenschap met de Heer te leven. Maar met Hem kunnen we alles doen, want dan is Zijn kracht werkzaam. Paulus had deze ervaring in zijn leven, evenals de zonen van Korach. Dit beginsel gold in de tijd van het Oude Testament, in de tijd van het Nieuwe Testament en ook nu nog. “Ik vermag alles door Hem die mij kracht geeft” (Fil. 4:13). Of: “… want wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk” (2 Kor. 12:10b). Deze vermeende tegenstrijdigheid is integendeel het geheim van een gelukkig leven. Om in gemeenschap met mijn Heer te ervaren: Hij zorgt voor mij, Hij geeft de kracht voor vandaag, Hij staat boven de omstandigheden, Hij houdt van mij.
Wij begrijpen soms zo weinig, dat het ware geluk niet afhangt van omstandigheden, maar voortkomt uit een relatie met mijn Heer. Wanneer wij in contact staan met de bron van onuitputtelijke kracht, verheft dat onze blik boven de omstandigheden van vandaag, naar het doel bij Christus in het huis van de Vader. Op weg daarheen kan ik ervan overtuigd zijn, dat niets mij kan scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus, onze Heer (Rom. 8:39).
Wanneer de Psalmist spreekt over gebaande wegen, bedoelt hij niet dat alles van een leien dakje gaat, dat alle moeilijkheden zijn opgeruimd. Vooral op de weg van het geloof, op de weg van de trouw, zijn er dikwijls stormen. Hier leren wij de kracht van onze Heer kennen en vooral Zijn troost. In het hart gebaande wegen toont, dat men op de Heer vertrouwt, die een weg heeft. In een lied zingen we: “Al weet ik de weg niet, U weet hem al, dat maakt het hart zo rustig en vredig.” De weg kan gaan door het tranendal, zoals bij de psalmisten. Maar dit tranendal wordt een plaats van bronnen. Op een andere plaats staat: “Al mijn bronnen zijn in u” (Ps. 87:7). De bron van kracht, de bron van troost, de bron van zegen…
Geliefde broeders en zusters, het doel, het huis van de Vader, de eeuwige woonplaats van God is zeker voor ons. We zullen het bereiken. Onze Heer Zelf heeft de weg daarheen gebaand door Zijn dood, opstanding en hemelvaart. Laten we dit ter harte nemen. Op de weg daarheen mogen wij in gemeenschap met Hem ervaren, dat Zijn kracht ons ter beschikking staat. Hij neemt ons bij de hand, Hij draagt ons, Hij leidt ons, Hij voedt ons, Hij bemoedigt ons, Hij verkwikt ons door Zijn Woord.
“Welzalig de mens van wie de kracht in U is – in hun hart zijn de gebaande wegen.” Het is niet “in zijn hart” (enkelvoud), maar “in hun hart” (meervoud). De doorleefde gemeenschap en het vertrouwen in de Heer is in het begin iets heel persoonlijks, maar daarna kunnen we ervaren dat de Heer dit ook in andere harten bewerkt. Wij ervaren gemeenschap als kinderen van God op de reis van het geloof. We mogen onze ervaringen met de Heer delen en elkaar bemoedigen.
Dirk Mütze; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 31.01.2021.
Geplaatst in: Christendom, Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW