Filippi 3:20,21
Dat is het deel en de ware positie van de gelovigen: burgers van de hemel te zijn. Ze geloven in Hem Die in de hemel is, verborgen voor de ogen van de wereld, maar Die spoedig zal komen om Zijn heerschappij te beginnen. De Heer wacht en ook de zijnen wachten. Voor hen is het nu de tijd van de “volharding in Jezus” (Openb. 1:9), niet van rijkdom en macht. De enige houding die zij tegenover de wereld innemen, is de houding van de genade, om de liefde van God aan verloren zondaars bekend te maken. God Zelf handelt nu in genade tegenover de wereld die “in het boze ligt” (1 Joh. 5:19). Het is weliswaar onze verantwoordelijkheid de overheden te gehoorzamen (Rom. 13:1-7; 1 Petr. 2:13-15) en voor koningen en hooggeplaatsten te bidden (1 Tim. 2:2), maar de ware plaats van een christen is niet in deze wereld die het oordeel tegemoet gaat. “Want ons burgerschap is in de hemelen”. Een christen is iemand wiens deel en positie “in de hemelse gewesten” in Christus is (Ef. 1:3). Hij verwacht de wederkomst van de Heer Jezus om bij Hem te zijn, niet alleen in de geest, maar in een verheerlijkt lichaam: in één ogenblik zal hij de Heer gelijkvormig zijn in heerlijkheid. Gelovigen, laten wij deze hoge positie niet geringschatten en ook niet zeggen dat deze dingen in de praktijk niet te verwerkelijken zijn. Het geloof rust op het Woord van God en rekent op de kracht die Hij aanreikt.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW