Ezechiël 47:5
God gaf de profeet Ezechiël in een gezicht een indruk van hoe de zegen van God in het duizendjarig rijk het verderf, dat door de zonde over de aarde is gekomen, zal helen. Hij liet hem een stroom van water zien die opwelde onder de dorpel van het huis van God en steeds aanzwellend genezing en gezondheid bracht, overal waar hij kwam. Dat is de werking van de heerlijkheid van de Heer Die eens de tempel heeft verlaten en dan teruggekeerd zal zijn.
Wat voor de aarde nog toekomst is, is voor ons als kinderen van God in geestelijk opzicht nu al van toepassing. Als het water de profeet tot aan de enkels komt, is hij duizend ellen van de stad verwijderd; dan telkens duizend ellen verder komt het tot aan de knieën en tot aan de lendenen.
Nu worden sommigen van ons er misschien aan herinnerd, hoe wij in de loop van ons leven steeds meer de genade van de Heer hebben leren kennen. Eerst "spoelde" het water alleen om onze "enkels"; het was een voorzichtig aftasten, een eerste kennismaking met deze genade. Maar we leerden erbij en zagen onze weg en wandel "tot aan de knieën" omgeven met deze genade. Maar dat was nog niet voldoende, de Heer liet ons leren wat het betekent: "Zonder Mij kunt u niets doen". De lendenen, de zetel van de kracht, moeten geleid worden door Zijn genade.
Wat moeten we zeggen als Ezechiël op het laatst bericht dat de wateren zo hoog waren dat men er door zwemmen moest en er niet doorheen kon gaan?
Zullen we dat ooit leren: niet meer op eigen voeten te staan, maar helemaal, maar dan ook helemaal, door genade gedragen te worden, erin te zwemmen? Dat is het doel van de wegen van de Heer met ons.
Is dat niet wonderbaarlijk!
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW