2 jaar geleden

Een oproep tot vergeving

10 april 2023

Filémon 10-11:
“Ik doe een beroep op u aangaande mijn kind dat ik in mijn gevangenschap heb verwekt, Onésimus, “die u vroeger van geen nut was, maar nu <én> voor u én mij zeer nuttig is.”

Paulus schrijft hier aan Filemon, die een broeder in de Heer was. De gemeente in Kolosse kwam bij hem thuis samen (Filemon 2). Als je deze brief doorleest, krijg je een indruk van Paulus’ diepe liefde voor Filémon; hij had kunnen schrijven als apostel, maar in plaats daarvan doet Paulus een beroep vanwege liefde (vs. 9-10,13,23). Hij doet een beroep op Filémon namens de weggelopen slaaf Onésimus.

Uit vers 18 blijkt dat Onésimus misschien iets van Filémon heeft meegenomen, misschien geld, toen hij ontsnapte. Hij vluchtte naar Rome, ongetwijfeld in de hoop te verdwalen in de grote stad. Maar de soevereine hand van de Heer was op Onésimus en het lijkt erop, dat hij in de gevangenis terechtkwam naast niemand minder dan de apostel Paulus, die hem tot Christus leidt!

In die tijd zou een weggelopen slaaf zijn gedood, maar Paulus stuurt hem terug naar Filémon. Deze hele brief van Paulus aan Filémon was een oproep om deze nieuwe gelovige in de Heer te ontvangen.

Paulus spreekt Filémon aan als iemand die de reputatie had de heiligen te verkwikken: “Want ik had veel blijdschap en troost wegens uw liefde, omdat de harten van de heiligen door u, broeder, verkwikt zijn” (vs. 7).

Hij doet een beroep op hem op grond van de christelijke liefde: “… doe ik terwille van de liefde liever een beroep op u, daar het zo met mij is dat ik, Paulus, een oud man ben, en nu ook een gevangene van Jezus Christus” (vs. 9).

Hij spreekt hem aan op basis van de bekering van Onesimus. (vs. 10). Hij is niet langer een slaaf, maar nu een broeder is Christus!

Paulus doet vervolgens een beroep op Filémon op grond van de waarde die Onésimus voor Paulus in Rome had, “die u vroeger van geen nut was, maar nu <én> voor u én mij zeer nuttig is, die ik aan u heb teruggezonden; hem, dat wil zeggen mijn hart. Ik had hem bij mij willen houden, opdat hij mij namens u zou dienen in mijn gevangenschap voor het evangelie. Maar zonder uw goedvinden heb ik niets willen doen, opdat het goede bij u niet als uit dwang, maar vrijwillig zou zijn” (vs. 11-14).

Ten slotte deed Paulus een beroep op Filémon op grond van de voorzienigheid van God: “Want wellicht was hij daarom voor een tijd [van u] gescheiden, opdat u hem eeuwig zou bezitten, niet langer als een slaaf, maar meer dan een slaaf, een geliefde broeder, vooral voor mij, hoeveel te meer dan voor u, zowel in [het] vlees als in de Heer.” (vs. 15-16)

Deze hele korte brief is voor ons een uitstekende herinnering aan de vergevingsgezindheid die ieder van ons zou moeten tonen aan mede-dienstknechten van Christus!

 

Anchors For Life

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW