20 jaar geleden

Een goede vrije-tijds-besteding

“Zij ontvingen het woord met alle bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften of deze dingen zo waren” (Handelingen 17:11).

Het lezen van de Bijbel

Bij de voor een Christen meest noodzakelijke dingen, hoort in eerste instantie het lezen en onderzoeken van het Woord van God. Wij hebben niet alleen dagelijks “de bemoediging van de Schriften” nodig om in onze noden en moeilijkheden gesterkt te worden, maar ook onderwijzing, lering, vermaning en terechtwijzing. En om de “goede en welgevallige en volmaakte wil van God” te kunnen doen, is het eerst noodzakelijk dat we die kennen. Daarom is het voor het welzijn van onze ziel van groot belang, dat wij een verlangen naar het Woord van God hebben en Zijn geboden onderhouden. De joden in Beréa ontvingen het Woord dat ze van Paulus en Silas gehoord hadden, “met alle bereidwilligheid”, en dat is ook voor ons wel de eerste vereiste bij het lezen van de Bijbel: het Woord van God bereidwillig als datgene te ontvangen, wat het werkelijk is: de Goddelijke waarheid. Vervolgens onderzochten ze de Schriften, niet uit twijfel, maar om het gehoorde bevestigd te vinden en om het tot hun geestelijk eigendom te maken. Dat is de gezindheid, die ook wij bij het lezen van de Heilige Schrift moeten hebben. Zijn wij daarentegen onverschillig en lezen wij het Woord van God niet dagelijks met de oprechte wens om een zegen te ontvangen, dan zullen voor ons de zegeningen, die aan ons door het geloof zijn geschonken, meer of minder verborgen blijven. Hoeveel onwetendheid heerst toch zelfs onder de kinderen van God over de in het Woord geopenbaarde waarheden! Maak het tot een vaste gewoonte, dagelijks het Woord van God te lezen, erover na te denken en het in je hart te bewaren.

“HEERE! Ik roep tot U de ganse dag; Ik strek mijn handen uit tot U” (Psalm 88:10).

Het dagelijks gebed

Even belangrijk als het lezen van het Woord is het dagelijks gebed. Christenen zonder gebed zijn krachteloze mensen, die niet “van kracht tot kracht” (Psalm 84:8), maar van “nederlaag tot nederlaag” gaan. Ons grote voorbeeld voor het dagelijks gebed is de Heer Jezus, Die van Zichzelf kon zeggen: “Hij wekt elke morgen, hij wekt Mij het oor” (Jesaja 50:4). Juist in het Lukas-evangelie, waar wij de Heer als de waarachtige Mens zien, vinden wij, dat Hij bij alle belangrijke gelegenheden, in alle perioden van Zijn dienst, Zijn toevlucht nam tot het gebed. Hoewel Hij tot laat in de avond bezig was geweest, stond Hij toch “’s morgens vroeg, toen het nog diep in de nacht was” op en ging heen om te bidden (Markus 1:32, 35). Dagelijks gebed was de bron van Zijn afhankelijkheid, zodat de discipelen Hem vroegen: “Heere, leer ons bidden!” Moge dat ook onze bede zijn! Ook de apostel Paulus, deze gezegende dienstknecht van de Heere, was vervuld van de geest van gebed. “Nacht en dag” bad hij (1 Thessalonika 3:10; 2 Timotheüs 1:3) en wenste, dat ook anderen daarin zijn navolgers mochten worden (1 Timotheüs 5:5). Ook Daniël was een man van gebed (Daniël 6:11, 12). Dat gaf hem kracht, zelfs in de meest bedreigende omstandigheden, om zijn God niet te verloochenen. – Als onze harten altijd op Christus zijn gericht, voelen wij onze afhankelijkheid van Hem veel dieper, omdat ons geloof de heerlijkheid van Zijn Persoon met alles in ons dagelijks leven verbindt. Dan ondervinden we des te meer, dat wij dagelijks Zijn kracht nodig hebben om Hem te kunnen verheerlijken. Omdat onze omstandigheden en onze behoeften van dag tot dag veranderen, hebben we dagelijks gebed nodig.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW